In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Nederland op 11 september 2013, was de eiseres, Exposchuim Nijmegen B.V., in staat van faillissement verklaard op 12 maart 2013. De gedaagden, aangeduid als [A] c.s., hebben de curator opgeroepen om het geding over te nemen, maar de curator heeft hieraan geen gehoor gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 27 lid 2 van de Faillissementswet (Fw), de gedaagden recht hebben op ontslag van de instantie omdat de curator niet heeft gereageerd op de oproep. De rechtbank heeft het verzoek van [A] c.s. om ontslag van de instantie toegewezen, waarbij ook is overwogen dat het belang van [A] c.s. is gelegen in het vermijden van verdere proceskosten, die mogelijk niet verhaald kunnen worden gezien het faillissement van Exposchuim.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat Exposchuim, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld moet worden in de proceskosten van [A] c.s. De proceskosten zijn vastgesteld op een totaalbedrag van EUR 1.027,00, bestaande uit EUR 575,00 aan vast recht en EUR 452,00 aan salaris advocaat. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken, waarbij de rechter de partijen heeft geïnformeerd over de gevolgen van het ontslag van de instantie en de kostenveroordeling.