Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De vaststaande feiten
4.De standpunten van partijenIn conventie en in reconventie
3.De beoordeling
Ter gelegenheid van de zitting heeft [A] laten weten dat hij - omwille van de tijdsdruk die op het project lag - zelf heeft besloten niet te willen stoppen met [F]. De omstandigheid dat WtbE hierin een bemiddelende rol heeft gespeeld, neemt niet weg dat de beslissing om al dan niet door te gaan met de inlening bij [A] ligt. Bovendien is het in eerste instantie ook [A] geweest die het zag zitten met [F] en heeft zij zelf, na de vrijblijvende voordracht van [F] door WtbE, besloten om [F] in te lenen voor de werkzaamheden.
- veroordeelt [A] tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van WtbE tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 896,00 aan griffierecht, € 87,71 aan explootkosten en € 600,00 voor salaris van de gemachtigde;
- verklaart dit tot zover vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- ontzegt het meer of anders gevorderde.
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [A] in de kosten van het geding, aan de zijde van WtbE tot aan deze uitspraak vastgesteld op nihil.