ECLI:NL:RBNNE:2013:6063

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 oktober 2013
Publicatiedatum
8 oktober 2013
Zaaknummer
2120425 - CV EXPL 13-7455
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur in incassoprocedure met discussie over uurtarief en gewerkte uren

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Nederland op 3 oktober 2013, heeft eiseres, een vennootschap onder firma, een vordering ingesteld tegen gedaagde voor onbetaalde werkzaamheden die in het restaurant van gedaagde zijn uitgevoerd. Eiseres heeft een factuur van € 7.576,28 gestuurd voor 85 uur werk, maar gedaagde heeft deze factuur niet betaald en betwist de hoogte van het uurtarief en het aantal gewerkte uren. Gedaagde erkent een bedrag van € 5.083,68 te moeten betalen, maar stelt dat het uurtarief € 30,00 moet zijn in plaats van de door eiseres gevraagde € 40,00.

Tijdens de comparitie van partijen op 25 september 2013 heeft eiseres zijn gewerkte uren gespecificeerd, maar gedaagde heeft deze specificatie niet gemotiveerd betwist. De kantonrechter oordeelt dat eiseres de werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd en dat het door hem gehanteerde uurtarief van € 40,00 redelijk is, aangezien er vooraf geen vast tarief was afgesproken. De kantonrechter wijst de vordering van eiseres in hoofdsom toe, evenals de redelijke incassokosten en wettelijke rente.

In de beslissing wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 8.328,95, vermeerderd met wettelijke rente, en wordt hij in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en is openbaar gemaakt op 3 oktober 2013.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 2120425 \ CV EXPL 13-7455
Vonnis d.d. 3 oktober 2013
inzake
de vennootschap onder firma
V.O.F. [naam],
gevestigd te [plaats]
eiseres, hierna te noemen [eiseres],
gemachtigde W.K. Hoeve, gerechtsdeurwaarder te Zuidhorn,
tegen
[naam],
wonende te [woonplaats],
gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen,
procederend in persoon.
PROCESGANG
Ingevolge het tussenvonnis van 11 juli 2013 heeft in aanwezigheid van partijen, [eiseres] vergezeld door zijn gemachtigde, op 25 september 2013 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Voorafgaand aan de comparitie heeft [eiseres] bij akte nog producties in het geding gebracht.
Vonnis is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN

1.De feiten

[eiseres] heeft in de eerste helft van 2013 in opdracht en voor rekening van [gedaagde] (installatie)werkzaamheden uitgevoerd in het restaurant van laatstgenoemde te [plaats]. In dat verband heeft [eiseres] bij factuur van 6 maart 2013 een bedrag van € 7.576,28 in rekening gebracht. [gedaagde] heeft de nota ondanks herhaalde sommaties onbetaald gelaten.

2.De standpunten van partijen

2.1
[eiseres] heeft gesteld dat hij de overeengekomen werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd en gedeclareerd, zodat hij recht heeft op volledige betaling van de factuur. Thans meent hij tevens aanspraak te kunnen maken op rente en kosten.
2.2
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiseres] ten onrechte 85 uur à € 40,00 aan hem in rekening heeft gebracht. Volgens hem heeft [eiseres] 60 uur gewerkt en dient het uurloon te worden vastgesteld op € 30,00. Hij heeft de vordering erkend tot een bedrag van € 5.083,68.

3.De beoordeling

3.1
Gelet op het standpunt van [gedaagde] ligt hoe dan ook een bedrag van € 5.083,68 voor toewijzing gereed.
3.2
Thans behoeft beantwoording de vraag of [gedaagde] ook het restant van de vordering verschuldigd is. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daaromtrent het volgende.
3.3
Bij akte uitlating van 25 september 2013 heeft [eiseres] de door hem gewerkte uren genoegzaam gespecificeerd naar datum, werksoort en werktijd. [gedaagde] heeft die specificatie ter comparitie niet gemotiveerd betwist, zodat van de juistheid van de opgave van [eiseres] moet worden uitgegaan. [eiseres] heeft derhalve op goede gronden 85 uur in rekening gebracht.
3.4
Ook het door [eiseres] gehanteerde uurtarief is naar het oordeel van de kantonrechter niet voor discussie vatbaar. Waar partijen vooraf kennelijk geen vast uurtarief hebben afgesproken, dient het gebruikelijke uurloon van [eiseres] als uitgangspunt te gelden. [eiseres] heeft dat uurtarief onweersproken gesteld op € 40,00, reden waarom dat bedrag leidend is, te meer nu dat bedrag in het licht van de in de branche van [eiseres] geldende normen als redelijk kan worden aangemerkt. Dat er incidenteel bedrijven zijn die een lager tarief hanteren doet aan voormeld oordeel niet af.
3.5
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal de vordering in hoofdsom worden toegewezen. Hetzelfde heeft te gelden voor de vordering met betrekking tot de redelijke niet betwiste incassokosten en de wettelijke rente.
3.6
Als in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen de somma van € 8.328,95, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 7.576,28 vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van [eiseres] gevallen en stelt deze vast op € 76,17 aan explootkosten, € 448,00 aan vastrecht en € 500,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en op 3 oktober 2013 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: AF