Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De standpunten van partijen
- het standpunt van [A]
3.De beoordeling
4.De beslissing
fn:505)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft verzoekster [A] een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. J.E. Biesma, de rechter die de comparitie van partijen leidde in een aanhangige civiele procedure tussen ISNA BV en [A]. Tijdens de comparitie op 6 juni 2013 bleek dat [A] de conclusie van antwoord in reconventie niet had ontvangen. Ondanks haar bezwaren besloot mr. Biesma de comparitie voort te zetten en stelde hij vragen aan [A]. Tevens gelastte hij een deskundigenonderzoek, wat leidde tot de wrakingsprocedure. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat mr. Biesma handelde binnen zijn bevoegdheden en de wrakingsgronden niet voldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van vooringenomenheid of partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend, maar dat [A] in dit geval toch ontvankelijk was. De wrakingskamer benadrukte dat het middel van wraking niet bedoeld is om te ageren tegen procedurele beslissingen van de rechter. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd op 12 juli 2013 openbaar uitgesproken.