ECLI:NL:RBNNE:2013:6767
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- F. de Jong
- L.M.E. Kiezebrink
- P.H.M. Smeets
- Rechtspraak.nl
Vordering ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel na medeplegen van moord
Op 7 november 2013 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Groningen, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18/670400-12. Deze uitspraak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel naar aanleiding van het medeplegen van moord. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 15 augustus 2013 was ingediend, behandeld. De officier van justitie had aanvankelijk een bedrag van € 15.000,-- gevorderd, maar heeft dit bedrag tijdens de zitting van 26 september 2013 gewijzigd naar € 9.500,--. Dit bedrag is vastgesteld op basis van verklaringen van de verdachte en getuigen, die hebben aangegeven dat de verdachte geld heeft verdiend aan de moord. De verdachte heeft verklaard dat hij € 14.700,-- heeft ontvangen, waarvan hij een deel heeft uitgegeven aan een auto en een ander deel in contanten in zijn woning is aangetroffen. Na aftrek van deze bedragen heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte € 9.500,-- aan wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
De verdediging heeft de vordering van de officier van justitie niet betwist. De rechtbank heeft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op verschillende bewijsmiddelen, waaronder processen-verbaal van de politie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het aannemelijk is dat de verdachte door het begaan van het feit een voordeel heeft genoten, dat moet worden geschat op € 9.500,--. De rechtbank heeft vervolgens de verplichting opgelegd aan de verdachte om dit bedrag aan de staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
De beslissing is genomen op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat de mogelijkheid biedt om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen. De rechtbank heeft de vordering toegewezen en het bedrag vastgesteld op € 9.500,--, dat de verdachte aan de staat moet betalen.