Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[naam],
PROCESGANG
OVERWEGINGEN
Correctie, foutieve uitbetaling in januari 2012”.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 14 november 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Menzis Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. Menzis vorderde betaling van een bedrag van € 230,78, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, na een grondslagwijziging in de eis. De gedaagde had eerder verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet ontvankelijk was in haar tegenvordering omdat deze niet tijdig was ingediend.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de gedaagde was tot en met 31 december 2012 verzekerd bij Menzis. In januari 2012 heeft Menzis per abuis een bedrag van € 217,55 aan de gedaagde betaald. In april 2012 ontving de gedaagde een rekening van Menzis voor hetzelfde bedrag. Menzis heeft ten onrechte premie in rekening gebracht voor januari 2013, die door de gedaagde was gestorneerd. Menzis vorderde nu het bedrag van € 179,55 dat de gedaagde nog verschuldigd was.
De kantonrechter overwoog dat de eiser, Menzis, zijn eis mocht wijzigen zolang er nog geen eindvonnis was gewezen. De gedaagde had inhoudelijk op de gewijzigde eis kunnen reageren en had geen argumenten aangedragen tegen de eiswijziging. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde het bedrag van € 179,55 ten onrechte onder zich had gehouden en dat zij ook de wettelijke rente over dit bedrag moest betalen. De vordering tot buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat deze niet aan de eisen voldeed die in het rapport Voorwerk II zijn geformuleerd.
Ten slotte oordeelde de kantonrechter dat de proceskosten moesten worden gecompenseerd, omdat Menzis niet voldoende had onderbouwd waarom een gerechtelijke procedure nodig was. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 182,38 aan Menzis, vermeerderd met rente, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.