Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De vordering
€ 181,50
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft eiseres, een onderwijsinstelling, een vordering ingesteld tegen gedaagde voor de betaling van cursusgeld van € 477,50, vermeerderd met rente en incassokosten. De eiseres stelt dat gedaagde zich op 12 januari 2011 via internet heeft ingeschreven voor de cursus 'Ondernemer Goederenvervoer' en dat hij in gebreke is gebleven met de betaling. Eiseres heeft gedaagde een bevestigingsbrief en lesmateriaal gestuurd, maar gedaagde betwist de totstandkoming van de overeenkomst en stelt geen lesmateriaal te hebben ontvangen.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat eiseres niet heeft voldaan aan haar stelplicht. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat gedaagde daadwerkelijk een overeenkomst is aangegaan. De aanmeldgegevens en bewijsstukken die eiseres heeft overgelegd, zijn niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat gedaagde zich heeft ingeschreven voor de cursus. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen duidelijke bewijsstukken zijn die de stelling van eiseres ondersteunen, zoals de datum van inschrijving en de kosten van de cursus.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering afgewezen en eiseres veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 200,00. Dit vonnis is uitgesproken op 7 november 2013 door mr. J. de Vroome, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.