ECLI:NL:RBNNE:2013:7481

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 november 2013
Publicatiedatum
4 december 2013
Zaaknummer
580216 CV EXPL 13-2853
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderwijsovereenkomst via internet en stelplicht bij betalingsvordering

In deze zaak heeft eiseres, een onderwijsinstelling, een vordering ingesteld tegen gedaagde voor de betaling van cursusgeld van € 477,50, vermeerderd met rente en incassokosten. De eiseres stelt dat gedaagde zich op 12 januari 2011 via internet heeft ingeschreven voor de cursus 'Ondernemer Goederenvervoer' en dat hij in gebreke is gebleven met de betaling. Eiseres heeft gedaagde een bevestigingsbrief en lesmateriaal gestuurd, maar gedaagde betwist de totstandkoming van de overeenkomst en stelt geen lesmateriaal te hebben ontvangen.

De kantonrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat eiseres niet heeft voldaan aan haar stelplicht. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat gedaagde daadwerkelijk een overeenkomst is aangegaan. De aanmeldgegevens en bewijsstukken die eiseres heeft overgelegd, zijn niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat gedaagde zich heeft ingeschreven voor de cursus. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen duidelijke bewijsstukken zijn die de stelling van eiseres ondersteunen, zoals de datum van inschrijving en de kosten van de cursus.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering afgewezen en eiseres veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 200,00. Dit vonnis is uitgesproken op 7 november 2013 door mr. J. de Vroome, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Sector privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 580216/13-2853
Vonnis d.d. 7 november 2013
[naam],
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam],
eiseres, hierna [eiseres] te noemen,
gemachtigde LAVG, gerechtsdeurwaarders te Groningen,
en
[naam],
wonende te [plaatsnaam],[adres],
gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen,
gemachtigde mr. E.J. Luursema, advocaat te Groningen.
PROCESGANG
De procesgang blijkt uit het volgende:
- dagvaarding
- conclusie van antwoord
- conclusie van repliek
- conclusie van dupliek
[eiseres] heeft producties in het geding gebracht.
Vonnis is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN

1.De vordering

1.1
[eiseres] vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 686,98 vermeerderd met de wettelijke rente over € 477,50 vanaf 26 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot betaling van de proceskosten.
1.2
De vordering is als volgt opgebouwd:
- hoofdsom € 477,50
- rente tot 27 november 2013 € 27,98
- incassokosten
€ 181,50
€ 686,98.

2.Het standpunt van [eiseres]

2.1
[gedaagde] heeft zich bij [eiseres] via het internet op 12 januari 2011 ingeschreven voor de cursus Ondernemer Goederenvervoer. In dit kader heeft [eiseres] op 12 januari 2011 een bevestigingsbrief aan [gedaagde] gezonden. [eiseres] heeft vervolgens op 13 januari 2011 en
6 mei 2011 een lespakket aan [gedaagde] gezonden.
2.2
[gedaagde] is in gebreke gebleven met betaling van het cursusgeld ad € 477,50. Naast betaling van dit achterstallige bedrag stelt [eiseres] aanspraak te kunnen maken op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten die zij heeft moeten maken omdat [gedaagde] met betaling in gebreke bleef. [gedaagde] is eveneens rente verschuldigd.

3.Het standpunt van [gedaagde]

3.1
betwist dat hij een overeenkomst met [eiseres] heeft gesloten. Hij heeft ook geen lesmateriaal ontvangen.

4.De beoordeling

4.1
[eiseres] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat tussen [gedaagde] en [eiseres] een overeenkomst tot stand is gekomen en vordert in de onderhavige procedure betaling van het cursusgeld. [gedaagde] betwist uitdrukkelijk dat tussen hem en [eiseres] een overeenkomst tot stand is gekomen.
4.2
Gelet op dit verweer van [gedaagde] lag het op de weg van [eiseres] om haar stelling dat er een overeenkomst tussen partijen is gesloten bij conclusie van repliek nader te onderbouwen. [eiseres] heeft slechts gesteld dat de overeenkomst via internet tot stand is gekomen en daarbij aanmeldgegevens in het geding gebracht. Naar het oordeel van de kantonrechter is hieruit niet op te maken dat het [gedaagde] is geweest die zich heeft aangemeld. Daarnaast valt uit de door [eiseres] overgelegde aanmeldgegevens niet op te maken met ingang van welke datum de overeenkomst is aangegaan en evenmin wat de kosten van de cursus zijn. Voorts heeft [eiseres] een bewijs van inschrijving overgelegd maar naar het oordeel van de kantonrechter is dat stuk eveneens onvoldoende om vast te kunnen stellen dat [gedaagde] een overeenkomst met [eiseres] is aangegaan. Uit deze brief blijkt niet naar welk adres deze is gezonden en blijkt evenmin om welke cursus het gaat. De door [eiseres] in dit verband door haar overgelegde schermprints zijn bovendien onleesbaar en voor een onderbouwing ontoereikend.
4.3
Voorgaande rechtsoverweging brengt de kantonrechter tot de conclusie dat [eiseres] niet heeft voldaan aan haar stelplicht ter zake van het bestaan van de overeenkomst. Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering zal worden afgewezen en dat [eiseres], als de in het ongelijk gestelde partij, zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
B E S L I S S I N G
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van [gedaagde] tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 200,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Vroome, kantonrechter, en op 7 november 2013 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
coll.:
typ: TvdB