ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ2405
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in strafzaak wegens afwijzing aanhoudingsverzoek
Op 28 januari 2013 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een verzoek tot wraking behandeld, ingediend door de raadsman van de verdachte in een strafzaak met parketnummer 18/670221-12. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de afwijzing van een aanhoudingsverzoek door de meervoudige kamer, bestaande uit mrs. J.V. Nolta, L.H.A.M. Voncken en M.B. de Wit. De raadsman, mr. P.Th. van Jaarsveld, stelde dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek het verdedigingsbelang van zijn cliënt had geschaad en dat de motivering van de afwijzing onvoldoende was. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat rechters gewraakt kunnen worden op grond van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.
De rechtbank oordeelde dat de verzoeker ontvankelijk was in zijn wrakingsverzoek, maar dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trokken. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek op zichzelf niet duidt op vooringenomenheid en dat de meervoudige kamer de mogelijkheid had gelaten om op een later moment op de beslissing terug te komen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en bepaald dat de behandeling van de zaak met parketnummer 18/670221-12 voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit mrs. R.B.M. Keurentjes, M.W. de Jonge en Th.A. Wiersma, in tegenwoordigheid van griffier mr. J.C. Nienhuis.