ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ4451

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
18.930011-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs in winkeldiefstalzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 maart 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere winkeldiefstallen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs niet wettig en overtuigend was. Tijdens de zittingen op 8 en 14 maart 2013 werd vastgesteld dat de verdachte niet met 100% zekerheid kon worden herkend op camerabeelden die in het dossier waren opgenomen. De rechtbank heeft de officier van justitie de gelegenheid gegeven om aanvullende camerabeelden op te vragen, maar deze beelden konden niet worden gekoppeld aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de beelden onvoldoende duidelijk waren om de verdachte te identificeren.

De tenlastelegging omvatte vier verschillende feiten van winkeldiefstal, waarbij de verdachte op verschillende data goederen had weggenomen uit winkels in Assen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de camerabeelden, die op 14 maart 2013 werden vertoond, alleen de verdachte herkenbaar toonden in een winkel op 20 november 2012, maar deze beelden waren niet relevant voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten.

De rechtbank heeft ook de vordering van de officier van justitie om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes maanden afgewezen, omdat de bewijsvoering tekortschiet. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen werd geacht. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de kosten voor de benadeelde partij en de verdachte zijn voor eigen rekening.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 18.930011-13
vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 14 maart 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
thans gedetineerd in [detentieadres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 8 maart en op 14 maart 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.J.J. Bosma, advocaat te Assen.
De tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 12 december 2012, te Assen, althans in de gemeente Assen
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand aan de
[adres] heeft weggenomen twee, althans een, scheermesje(s), merk:
[], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkelnaam],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 12 december 2012, te Assen, althans in de gemeente Assen,
opzettelijk twee, althans een, scheermesje(s), merk [], in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkelnaam], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de
winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid
om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk
geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door
misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 13 december 2012, te Assen, althans in de gemeente Assen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand aan de
[adres] heeft weggenomen een scheermesje (merk []) en/of
huidverzorgingsartikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [winkelnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 13 december 2012, te Assen, althans in de gemeente Assen,
opzettelijk drie, althans een aantal, althans een, scheermesje(s), merk
[] en/of twee, althans een verzorgingsprodukt(en), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkelnaam], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de
winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid
om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk
geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door
misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de
periode van 17 december 2012 tot en met 21 december 2012, te Assen, althans in
de gemeente Assen (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
uit een winkelpand aan de [adres] heeft weggenomen (telkens) een aantal,
althans een winkelgoed(eren), in elk geval (telkens) enig goed, (telkens)
geheel of ten dele toebehorende aan [winkelnaam], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, immers heeft verdachte
- op of omstreeks 17 december 2012 weggenomen een hoeveelheid vlees en/of
rijst en/of wasmiddel en/of
- op of omstreeks 20 december 2012 weggenomen vijf, althans een aantal,
althans een, fles(sen) wijn en/of een verpakking snoepgoed en/of
- op of omstreeks 21 december 2012 weggenomen twee, althans een blik(ken)
babyvoeding en/of verzorgingsproducten, merk [];
art 310 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de
periode van 17 december 2012 tot en met 21 december 2012, te Assen, althans
in de gemeente Assen (telkens) opzettelijk een aantal winkelgoederen, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkelnaam], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte
(telkens) uit de winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen
onder gehoudenheid om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren)
te betalen, in elk geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die
goed(eren) (telkens) anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk
zich heeft toegeëigend, immers heeft verdachte
- op of omstreeks 17 december 2012 weggenomen een hoeveelheid vlees en/of
rijst en/of wasmiddel en/of
- op of omstreeks 20 december 2012 weggenomen vijf, althans een aantal,
althans een, fles(sen) wijn en/of een verpakking snoepgoed en/of
- op of omstreeks 21 december 2012 weggenomen twee, althans een blik(ken)
babyvoeding en/of verzorgingsproducten, merk [];
art 321 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 22 december 2012, te Assen, althans in de gemeente Assen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand aan het
[adres] heeft weggenomen een flesje parfum, merk [], in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkelnaam], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 22 december 2012, te Assen, althans in de gemeente Assen,
opzettelijk een flesje parfum, merk [], in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [winkelnaam], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en welk(e) parfum verdachte uit de winkelvoorraad
van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid om, alvorens
die winkel te verlaten voornoemd goed te betalen, in elk geval ter betaling
aan te bieden, en aldus dat goed anders dan door misdrijf onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie acht hetgeen is tenlastegelegd, wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij acht de officier van justitie onvoldoende onderbouwd, deze dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak
De verdachte dient van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende.
Ter terechtzitting van 8 maart 2013 heeft de rechtbank geconstateerd dat zij verdachte niet met 100% zekerheid aan de hand van de zich in het dossier bevindende foto’s (van camerabeelden) kan herkennen. Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens geschorst teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de camerabeelden op te vragen en te kopiëren opdat deze op een nader te bepalen zittingsdag door de rechtbank kunnen worden bekeken.
De rechtbank stelt vast dat op de ter terechtzitting van 14 maart 2013 vertoonde camerabeelden verdachte uitsluitend duidelijk herkenbaar is op de beelden van het [winkelnaam] gemaakt op 20 november 2012. Deze beelden zijn echter niet te koppelen aan een van de tenlastegelegde feiten. De beelden gemaakt op verschillende tijdstippen in de [winkelnaam feit 3] zijn onvoldoende duidelijk om verdachte te herkennen. Verdachte heeft desgewenst verklaard dat hij niet de persoon op de getoonde beelden is.
Nu de rechtbank voornoemde camerabeelden, aan de hand waarvan verdachte als verdachte is aangemerkt, niet kan meenemen voor het bewijs en het dossier voor het overige onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor een bewezenverklaring, zal de rechtbank verdachte van alle vier tenlastegelegde feiten vrijspreken.
Benadeelde partij [] (feit 3)
De rechtbank acht het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering en hij kan zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, onder 2, onder 3, en onder 4 is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [] (feit 3) niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, en mrs. H.T. van Voorst en
S. Zwerwer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.D. Vermeer, griffier, en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 14 maart 2013, zijnde mrs. Van Voorst en Zwerwer buiten staat dit vonnis binnen de gestelde termijn mede te ondertekenen.