vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
zaaknummer / rolnummer: C/17/113152 / HA ZA 11-480
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRUCKSERVICE JAGER B.V.,
gevestigd te Sint Johannesga,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. S. Buddingh- Toes te Leusden,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A.P. VAN DEN BERG FABRICAGE B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.M. van Rongen te Heerenveen.
Partijen zullen hierna Jager en Van den Berg genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- het (mondelinge) tussenvonnis van 8 november 2011 waarin een comparitie van partijen is gelast
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte wijziging van eis
- de beslissing van de rechtbank om, conform het verzoek van Van den Berg, de comparitie geen doorgang te laten vinden en de zaak naar de rol te verwijzen voor voortprocederen
- de conclusie van repliek in conventie, tevens akte wijziging van eis
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- de akte uitlaten verzoek pleidooi van Jager
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.
2. De feiten
2.1. Jager is erkend dealer voor Renault-trucks.
2.2. Van den Berg heeft in 2009 meegedaan aan een aanbesteding die is uitgeschreven door een overheidsinstelling in Algerije, LCTP (Laboratoire Central des Travaux Publics) ter zake van drie sondeertrucks. In het bestek is de eis gesteld dat de te leveren trucks voldoen aan de Euro 4-emissienorm.
2.3. Jager heeft op 19 oktober 2009 een offerte aan Van den Berg uitgebracht ter zake van drie nieuwe Renault Kerax-trucks welke voldoen aan de Euro 3-emissienorm. Bij deze offerte zijn de (model BOVAG) algemene voorwaarden van Jager aan Van den Berg overhandigd. Van den Berg heeft de offerte niet geaccepteerd omdat deze niet in overeenstemming was met de in het bestek gevraagde emissienorm. Van den Berg heeft vervolgens de envelop met daarin de offerte en de algemene voorwaarden van Jager aan Jager geretourneerd.
2.4. Jager heeft op 2 november 2009 een (herziene) offerte aan Van den Berg uitgebracht ter zake van drie Renault Kerax-trucks welke voldoen aan de Euro 5-emissienorm, voor een bedrag van € 90.824,00 exclusief BTW per stuk.
2.5. Aan de brandstof van deze Euro 5-trucks dient een additief, Ad Blue, te worden toegevoegd. In Algerije is Ad Blue niet verkrijgbaar.
2.6. In de herziene offerte is onder meer het volgende bepaald:
"ACCEPTATIE
Gelieve de acceptatie van de bovengenoemde condities door ondertekening te bevestigen. Al onze leveringen geschieden volgens onze algemene leverings- en verkoopvoorwaarden. Ondergetekende verklaart bekend te zijn met de voorwaarden welke zijn gedeponeerd bij de K.V.K. te Leeuwarden."
2.7. Bij de herziene offerte waren niet de algemene voorwaarden van Jager gevoegd.
2.8. Tussen partijen is op 9 december 2009 een koopovereenkomst tot stand gekomen op basis van de herziene offerte van Jager. In de door Van den Berg voor akkoord ondertekende opdrachtbevestiging van Jager van gelijke datum is onder meer het volgende bepaald:
"Garantie : 12 maanden volledig + 12 maanden aanvullende driveline garantie"
Onderaan op het briefpapier zijn de (model BOVAG) algemene voorwaarden van Jager van toepassing verklaard. In deze algemene voorwaarden is onder meer het volgende bepaald:
"Artikel 6: Annulering
Onverminderd het recht van de dealer/reparateur om nakoming te vorderen, kan dealer/reparateur, doch is hiertoe niet verplicht, indien de koper/opdrachtgever de overeenkomst wenst te annuleren de koopovereenkomst ontbinden, waarbij dealer/reparateur het recht heeft aan koper/opdrachtgever ten minste 10% van de aankoopprijs als schadevergoeding in rekening te brengen. Een verzoek tot annulering van de koopovereenkomst dient door de koper schriftelijk te worden ingediend.
Artikel 7: Betaling
(…)
3. Indien koper/opdrachtgever één of meer betalingsverplichtingen niet, niet tijdig of niet volledig, nakomt, is koper/opdrachtgever zonder nadere ingebrekestelling van rechtswege in verzuim en is koper/opdrachtgever gehouden tot vergoeding van de herfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank (ECB), vermeerderd met 7% op jaarbasis over het factuurbedrag voor de duur van het verzuim. Bovendien is de koper/opdrachtgever gehouden tot het vergoeden van de buitengerechtelijke incassokosten, welke zijn vastgesteld op 15% van de opeisbare vordering met een minimum van € 225,00. Voorts is koper/opdrachtgever gehouden de gerechtelijke incassokosten zijdens dealer/reparateur te voldoen.
(…)
Artikel 9: Aansprakelijkheid en vrijwaring
1. Onverminderd de garantiebepalingen sluit dealer/reparateur uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit jegens koper/opdrachtgever voor alle schade uit welke hoofde dan ook ontstaan, daaronder begrepen alle directe en indirect schade (zoals gevolgschade, bedrijfsschade of derving van inkomsten), behoudens de aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door opzet of grove schuld zijdens dealer/reparateur.
(…)
Artikel 10: Non-conformiteit garantie
1. Koper kan met betrekking tot koop, reparatie en/of onderhoud geen beroep doen op rechten uit hoofde van non-conformiteit in de zin van boek 7 BW.
2. Op leveranties van nieuwe voertuigen en/of onderdelen is uitsluitend de garantie van toepassing die door de fabrikant c.q. de importeur op deze zaken wordt verstrekt.
(…)"
2.9. In februari 2010 heeft de lokale Renault-dealer in Algerije aan Van den Berg kenbaar gemaakt dat Euro 5-trucks met het Ad Blue systeem niet - zonder aanpassingen - kunnen worden onderhouden en dat Ad Blue in Algerije niet verkrijgbaar is.
2.10. Bij brief van 18 maart 2010 heeft Renault Trucks Nederland B.V. - de importeur van Jager - aan LCTP bevestigd dat voor de drie Euro 5-trucks - onder de voorwaarde dat deze onderhouden worden bij officiële Renault-dealers - een wereldwijde garantie (inclusief Algerije) geldt.
2.11. Bij e-mail van 26 maart 2010 heeft Jager het volgende aan Van den Berg geschreven:
"Renault Trucks gaat bij hoge uitzondering de software en onderdelen leveren voor de uitschakeling van het Ad Blue systeem. Men doet dit normaal gesproken onder geen beding, aangezien het misbruik in de hand kan werken van Europese transporteurs. Normaal wordt dit systeem alleen geleverd op hulpvoertuigen (brandweer, ambulance e.d.) Maar in dit geval, aangezien de auto's buiten de EU worden afgeleverd, worden de middelen verstrekt. Dit heeft wel financiële consequenties, te weten ongeveer 1.400 euro per voertuig (onderdelen, software en uren). Wel wil men een verklaring van A.P. van den Berg, dat de voertuigen ook daadwerkelijk naar Algerije worden geëxporteerd."
2.12. Blijkens een inkoopbestelbon van 19 april 2010 van Van den Berg aan Jager heeft Van den Berg drie stuks "Modificatie naar Euro 3, Uitvoering conform uw mail d.d. 26-3-2010" besteld voor een bedrag van € 1.400,00 exclusief BTW per stuk.
2.13. Bij e-mail van 28 april 2010 heeft Jager het volgende aan Van den Berg geschreven:
"Wij kregen zojuist bericht van onze importeur, Renault Trucks Nederland B.V., bericht, dat een technische oplossing om Euro 5 motoren te laten gebruiken zonder Ad Blue, technisch toch niet uitvoerbaar is en het risico op technische schades reëel is."
2.14. In reactie hierop heeft Van den Berg bij e-mail van 29 april 2010 als volgt gereageerd:
"Ik verwijs naar uw e-mail van 26 maart. Deze ombouw naar Euro 3 is besteld en die gaat u vakkundig uitvoeren. Zo niet, dan volgt annulering door LCTP."
2.15. Bij brief van 7 mei 2010 heeft Jager Van den Berg gesommeerd om de drie Euro 5-trucks binnen veertien dagen af te nemen.
2.16. In een faxbericht van 23 juni 2010 van Renault Trucks Algerije aan LCTP is (blijkens de overgelegde vertaling) het volgende geschreven:
"Wij begrijpen goed dat de carrosserie het vereist dat Euro 5 voertuigen aan u worden aangeboden, maar dat wij lokaal worden geconfronteerd met problemen op het gebied van naverkoop. Inderdaad is, zoals in uw schrijven wordt onderstreept, Adblue niet beschikbaar in Algerije. Vanuit technisch perspectief bevestigt Renault Trucks Algerije duidelijk dat de voertuigen voor hun verzending dienen te worden omgebouwd naar Euro 3 norm. Deze operatie bestaat uit het demonteren van het Adblue circuit, de montage van injectoren conform de Euro 3 norm en het opnieuw parametreren van het motormanagement systeem, daarnaast blijft het voertuig ongewijzigd."
2.17. Bij faxbericht van 1 juli 2010 heeft Van den Berg op haar beurt Jager gesommeerd om de Euro 5-trucks alsnog met de (software)modificatie te leveren dan wel om zonder meerprijs drie Euro 3-trucks te leveren.
2.18. Bij e-mail van 6 september 2010 van Van den Berg aan Renault Trucks Nederland, met een kopie naar Jager, heeft Van den Berg laten weten dat de Euro 5-trucks niet zullen worden afgenomen.
2.19. Bij sommatie van 4 oktober 2010 heeft Jager Van den Berg aansprakelijk gesteld wegens het niet afnemen van de Euro 5-trucks en haar gesommeerd om een schadebedrag van € 81.452,00 te voldoen binnen veertien dagen.
2.20. Jager heeft de drie Euro 5-trucks aan Renault Trucks Nederland teruggeleverd tegen bijbetaling van een bedrag van € 32.481,90 exclusief BTW in totaal.
3. De vordering in conventie
3.1. Jager vordert - na eisvermindering - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. de koopovereenkomst d.d. 9 december 2009 tussen partijen ontbindt;
b. Van den Berg veroordeelt aan Jager tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 90.044,48;
c. Van den Berg veroordeelt aan Jager tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de contractuele rente op grond van artikel 7 van de Bovag algemene voorwaarden, althans de wettelijke handelsrente over € 270.522,00 vanaf 21 mei 2010, althans over € 90.044,48 vanaf 17 oktober 2010, althans een in goede justitie te bepalen bedrag en datum, tot aan de dag van het ten deze te wijzen vonnis;
d. Van den Berg veroordeelt aan Jager tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de buitengerechtelijke incassokosten van € 2.842,00;
e. Van den Berg veroordeelt in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het ten deze te wijzen vonnis, en - voor het geval voldoening niet binnen de bedoelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf bedoelde termijn en de nakosten ten bedrage van € 131,00 dan wel, indien betekening van het vonnis plaatsvindt, € 199,00.
3.2. Van den Berg voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De vordering in reconventie
4.1. Van den Berg vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
a. de overeenkomst van 9 december 2009 tussen partijen ontbindt;
b. Jager veroordeelt tot vergoeding van de door Van den Berg geleden schade voor een bedrag van € 197.762,30, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 26 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanig bedrag als uw rechtbank billijk acht;
subsidiair: de overeenkomst van 9 december 2009 vernietigt op grond van dwaling;
met veroordeling van Jager in de kosten van dit geding, binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze procedure te wijzen vonnis en - voor zover voldoening niet binnen deze termijn zal hebben plaatsgevonden, derhalve voorwaardelijk - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskoten vanaf het verstrijken van deze termijn van veertien dagen na dagtekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening van de proceskosten, alsmede te vermeerderen met de nakosten:
a. ten bedrage van € 131,00 dan wel - indien betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis plaatsvindt - € 199,00; of
b. ten bedrage van € 205,00 in het geval een door Jager ingestelde eis in conventie wordt afgewezen, dan wel - indien betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis in conventie en in reconventie plaatsvindt - € 273,00.
4.2. Jager voert verweer.
4.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. Het geschil en de beoordeling daarvan
in conventie en reconventie
5.1. De in conventie en reconventie door partijen ingenomen stellingen en de daarop gebaseerde vorderingen lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling.
5.2. Allereerst zal worden beoordeeld of de algemene voorwaarden van Jager van toepassing zijn. Zowel in de herziene offerte van 2 november 2009 als in de koopovereenkomst van 9 december 2009 zijn deze algemene voorwaarden van toepassing verklaard. Van den Berg heeft een beroep op de vernietigbaarheid ervan gedaan op grond van artikel 6:233 aanhef en onder b BW juncto artikel 6:234 aanhef en onder a BW, omdat de algemene voorwaarden van Jager niet aan haar ter hand zijn gesteld. Jager heeft hiertegen ingebracht dat Van den Berg op grond van artikel 6:235 lid 1 onder a en lid 3 BW geen beroep toekomt op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden. De rechtbank oordeelt daarover als volgt.
5.2.1. Op grond van artikel 6:235 lid 1 onder a BW kan op de vernietigingsgronden bedoeld in de artikelen 6:233 en 6:234 BW geen beroep worden gedaan door (onder meer) een besloten vennootschap die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst laatstelijk zijn jaarrekening openbaar heeft gemaakt. Van den Berg heeft onweersproken gesteld dat zij ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst een beperkte balans openbaar had gemaakt. Daarmee kwalificeert zij naar het oordeel van de rechtbank niet als een rechtspersoon waarop dit wetsartikel betrekking heeft (zie gerechtshof Arnhem 15 februari 2005, LJN: AS7935).
5.2.2. Artikel 6:235 lid 3 BW bepaalt dat een partij die meermalen dezelfde of nagenoeg dezelfde algemene voorwaarden in haar overeenkomsten gebruikt geen beroep kan doen op de vernietigingsgronden van de artikelen artikel 6:233 sub b juncto 6:234 BW. Deze uitzondering dient beperkt te worden opgevat: het moet gaan om algemene bepalingen die als geheel volledig of verregaand overeenstemmen met die van de wederpartij, niet om individuele bedingen uit die bepalingen (zie gerechtshof Amsterdam, 20 juli 2006, NJ 2006, 604). Voor een ruime uitleg van genoemde bepaling is geen plaats, omdat daarmee tekort zou worden gedaan aan de strekking van de wettelijke regeling, die erop gericht is zoveel mogelijk te bewerkstelligen dat algemene voorwaarden vóór of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter kennis worden gebracht (zie HR 6 april 2001, NJ 2002, 385). Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat het enkele feit dat er in de door Van den Berg gehanteerde (FME-CWM) algemene voorwaarden een soortgelijke beperking van aansprakelijkheid is opgenomen als in de algemene voorwaarden van Jager, onvoldoende is om aan Van den Berg een beroep op de vernietigbaarheid van bedingen uit de algemene voorwaarden van Jager te ontzeggen. Verder is onvoldoende gesteld of gebleken dat de algemene voorwaarden van Van den Berg en Jager volledig of in verregaande mate overeenstemmen.
5.2.3. De slotsom is dan ook dat Van den Berg een beroep op de hiervoor genoemde vernietigingsgrond toekomt.
5.3. De rechtbank stelt bij de verdere beoordeling van het door Van den Berg gedane vernietigingsberoep voorop dat als uitgangspunt geldt dat algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand dienen te worden gesteld (artikel 6:234 lid 1 aanhef en sub a BW). Vaststaat dat de algemene voorwaarden van Jager bij het uitbrengen van de offerte van 19 oktober 2009 aan Van den Berg ter hand zijn gesteld en dat deze niet opnieuw zijn overhandigd bij de herziene offerte van 2 november 2009. Van den Berg heeft voorts onweersproken gesteld dat zij de envelop met de offerte van 19 oktober 2009 en de algemene voorwaarden van Jager aan Jager heeft geretourneerd. Van den Berg was bij het uitbrengen van de herziene offerte van 2 november 2009 dus niet meer in het bezit van de algemene voorwaarden van Jager en Jager was daarmee bekend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Jager onder deze omstandigheden Van den Berg niet een redelijke mogelijkheid geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Het door Van den Berg gedane vernietigingsberoep slaagt derhalve, zodat Jager geen beroep kan doen op artikel 9 en 10 van de (model BOVAG) algemene voorwaarden van Jager waarin elke aansprakelijkheid alsook de wettelijke regeling ter zake van non-conformiteit worden uitgesloten.
5.4. Beide partijen stellen zich op het standpunt dat de ander (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. Van den Berg heeft niet weersproken dat er een koopovereenkomst ter zake van drie Euro 5-trucks tot stand is gekomen, zodat Van den Berg in beginsel tot afname gehouden was. Het voorgaande is slechts dan anders wanneer Van den Berg zich met succes op ontbinding wegens een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van Jager kan beroepen. Volgens Van den Berg bestaat die tekortkoming er in de eerste plaats uit dat de Euro 5-trucks niet aan de overeenkomst beantwoordden. Jager was ermee bekend dat de trucks bestemd waren om te worden gebruikt in Algerije. Mede gelet hierop behoort het volgens Van den Berg tot de normale eigenschappen van de Euro 5-trucks dat deze in Algerije onderhouden en geserviced kunnen worden en dat de wereldwijde garantie onverkort in Algerije geldt. Hiervan is volgens Van den Berg geen sprake gelet op de inhoud van het faxbericht van Renault Trucks Algerije aan LCTP van 23 juni 2010. Ook heeft Jager haar mededelingsplicht geschonden, aldus Van den Berg, omdat Jager wist of had kunnen weten dat er problemen in de aftersales in Algerije zouden bestaan, maar nagelaten heeft om Van den Berg hier tijdens de onderhandelingen op te wijzen.
5.5. Jager betwist dat er sprake is van non-conformiteit. Volgens Jager heeft zij voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst Van den Berg geadviseerd om Euro 3-trucks aan te schaffen, omdat er problemen met Euro 4- en Euro 5-trucks in Algerije zouden kunnen ontstaan. Van den Berg heeft echter de offerte van 19 oktober 2009 geweigerd. Ook stelt Jager zich op het standpunt dat zij Van den Berg erover ingelicht heeft dat Ad Blue in Algerije moeilijk of niet verkrijgbaar was. Er is daarom geen sprake van schending van een mededelingsplicht. Daarnaast heeft Jager tijdens het pleidooi gesteld dat het feit dat monteurs in Algerije wellicht minder bekend of ervaren met Euro 5-technieken zijn, maar dat betekent volgens haar niet dat onderhoud en service van de Euro 5-trucks in Algerije onmogelijk is. Het gaat hooguit dat wat langer duren, aldus Jager. De wereldwijde garantie geldt ook in Algerije blijkens de door Renault Trucks Nederland aan LCTP verzonden verklaring van 18 maart 2010.
5.6. Bij de beoordeling van de vraag of de Euro 5-trucks aan de overeenkomst beantwoordden wordt vooropgesteld dat een afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien (artikel 7:17 lid 2 BW).
Naar het oordeel van de rechtbank mag een koper in beginsel verwachten dat een voertuig normaal kan worden onderhouden en geserviced. In de stelling van Jager dat onderhoud en service in Algerije (hooguit) wat langer gaat duren vanwege onervarenheid of onbekendheid van monteurs ligt besloten dat er in het onderhavige geval geen sprake was van normaal onderhoud of service. Dit blijkt ook uit de schriftelijke verklaring van Renault Trucks Algerije, waarin staat dat er problemen zijn op het gebied van de naverkoop en dat een ombouw naar Euro 3 vanuit technisch oogpunt wenselijk is. Indien de stelling van Van den Berg juist is dat mededelingen van Jager hieromtrent achterwege zijn gebleven, dan is de rechtbank van oordeel dat Jager (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. Jager voert echter tot haar verweer in reconventie aan dat zij Van den Berg voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst heeft geadviseerd om Euro 3-trucks af te nemen omdat er problemen met Euro 4- en Euro 5-trucks in Algerije zouden kunnen ontstaan en er tevens op gewezen heeft dat Adblue in Algerije niet verkrijgbaar is. Gelet hierop dient Van den Berg, die op de voet van het bepaalde in artikel 150 Rv de stelplicht en bewijslast heeft van haar stelling dat er sprake is van een door Jager geschonden mededelingsplicht, te bewijzen dat:
a. Jager Van den Berg voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst niet heeft geadviseerd om Euro 3-trucks aan te schaffen omdat er problemen met Euro 4- en Euro 5-trucks in Algerije zouden kunnen ontstaan, alsmede dat
b. Jager Van den Berg er niet over ingelicht heeft dat Ad Blue in Algerije moeilijk of niet verkrijgbaar was.
De zaak zal hiertoe naar de rol worden verwezen.
5.7. Indien Van den Berg slaagt in het haar op te dragen bewijs is het beroep op ontbinding (en dwaling) terecht en is de vordering in reconventie in beginsel toewijsbaar. In het geval Van den Berg niet slaagt in het bewijs moet worden geoordeeld dat Jager zich terecht op (toerekenbaar) tekortschieten van Van den Berg beroept. De vordering in conventie is alsdan toewijsbaar, met dien verstande dat in een later stadium van het geding de verweren tegen de hoogte van de vordering nog zullen worden besproken.
5.8. Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.
5.9. Partijen moeten er op voorbereid zijn dat de rechtbank op een zitting bepaald voor de getuigenverhoren een mondeling tussenvonnis kan wijzen waarbij een verschijning van partijen op diezelfde zitting wordt bevolen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Zij moeten daarom in persoon op de getuigenverhoren verschijnen. Een rechtspersoon moet ter zitting vertegenwoordigd zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot vertegenwoordiging.
5.10. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden in afwachting van de bewijslevering door Van den Berg.
6. De beslissing
De rechtbank
in reconventie
6.1. draagt Van den Berg op te bewijzen dat:
a. Jager Van den Berg voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst niet heeft geadviseerd om Euro 3-trucks aan te schaffen omdat er problemen met Euro 4- en Euro 5-trucks in Algerije zouden kunnen ontstaan, alsmede dat
b. Jager Van den Berg er niet over ingelicht heeft dat Ad Blue in Algerije wellicht moeilijk of niet verkrijgbaar was;
6.2. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 27 maart 2013 voor uitlating door Van den Berg of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel;
6.3. bepaalt dat Van den Berg, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
6.4. bepaalt dat Van den Berg, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden maart tot en met mei 2013 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
6.5. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van de daartoe tot rechter-commissaris benoemde mr. C.M. Telman in het gerechtsgebouw te Leeuwarden aan Zaailand 102;
6.6. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;
in conventie en reconventie
6.7. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Telman, mr. M. Sanna en mr. R. Idzenga en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2013.?