ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ7248
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor brandstichting en diefstal in Assen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 april 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van brandstichting en diefstal. De verdachte, geboren in 1991 en woonachtig in Assen, werd ervan beschuldigd op of omstreeks 30 november 2012 opzettelijk brand te hebben gesticht tussen twee panden aan de [straatnaam] in Assen. De aanklacht stelde dat de verdachte, samen met anderen of alleen, een tas in brand had gestoken en deze in de spouw tussen de panden had geplaatst, wat gemeen gevaar voor de panden en de daarin aanwezige personen met zich meebracht. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van diefstal van een tas met inhoud, toebehorende aan [naam aangeefster], op of omstreeks 29 november 2012.
Tijdens de rechtszitting op 5 april 2013 heeft de officier van justitie, mr. G. Wilbrink, gevorderd dat de rechtbank de verdachte zou vrijspreken, omdat hij van mening was dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank heeft vervolgens vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
Na het horen van de argumenten en het bewijs heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van zowel brandstichting als diefstal. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte van het onder 1 primair en subsidiair en 2 tenlastegelegde vrijgesproken dient te worden, omdat de toedracht van de diefstal en de brandstichting niet overtuigend kon worden aangetoond. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, J. Hoogeveen, en de beslissing werd openbaar gemaakt.