ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ9524
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering voorlopige tenuitvoerlegging in strafzaak met bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de rechter-commissaris van de Rechtbank Noord-Nederland op 26 april 2013 een vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging afgewezen. De vordering was ingediend door de officier van justitie en betrof een door de politierechter van de rechtbank Assen opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden aan de veroordeelde, die onder bijzondere voorwaarden was opgelegd. De veroordeelde had zich moeten houden aan een aantal voorwaarden, waaronder een meldingsgebod bij de reclassering en deelname aan een klinische behandeling in de Cederborg te Zuidlaren.
De rechter-commissaris overwoog dat de veroordeelde na afloop van de door de rechter vastgestelde termijn van klinische opname de kliniek had verlaten. De reclassering had de veroordeelde weliswaar een aanwijzing gegeven om na de termijn in de kliniek te blijven, maar de rechter-commissaris oordeelde dat in deze aanwijzing geen klinische opname van onbepaalde duur besloten kon liggen. Er waren geen ernstige redenen om te veronderstellen dat de veroordeelde de voorwaarden had overtreden, aangezien er geen aangifte van de vermeende vernielingen in het dossier aanwezig was.
De rechter-commissaris concludeerde dat de vordering van de officier van justitie tot voorlopige tenuitvoerlegging niet kon worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de veroordeelde de voorwaarden had geschonden. De eerder opgelegde bijzondere voorwaarden, zoals het verbod op drugs- en alcoholgebruik, bleven echter van kracht. De beslissing werd genomen in het belang van de rechtszekerheid en de bescherming van de veroordeelde.