ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ9778

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C-17-126214-KG ZA 13-93
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van inspanningsverbintenis inzake baggeren van de jachthaven te Schiermonnikoog

In deze zaak vordert de Stichting Jachthaven de gemeente Schiermonnikoog om haar te veroordelen tot het baggeren van de jachthaven tot een diepte van 1.70 meter, conform de afspraken uit de raamovereenkomst van 2003. De gemeente heeft de exploitatie van de jachthaven in 2003 overgedragen aan de stichting, met de verplichting om de haven op diepte te houden. De stichting stelt dat de gemeente in gebreke blijft, omdat zij niet heeft gebaggerd, wat ernstige gevolgen heeft voor de veiligheid en de exploitatie van de jachthaven. De gemeente voert aan dat zij aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan, maar dat de kosten voor het baggeren en het legen van het depot voor het baggerslib te hoog zijn geworden en dat zij geen vergunningen kan verkrijgen om het slib te storten.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente Schiermonnikoog niet gehouden kan worden om de jachthaven uit te baggeren tot de gewenste diepte, gezien de kosten en de huidige situatie met betrekking tot vergunningen. De vorderingen van de Stichting Jachthaven worden afgewezen, en de stichting wordt veroordeeld in de proceskosten van de gemeente. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de inspanningsverplichting van de gemeente en de financiële en juridische beperkingen waar zij mee te maken heeft.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/126214 / KG ZA 13-93
Vonnis in kort geding van 8 mei 2013
in de zaak van
de stichting
STICHTING JACHTHAVEN DE OUDE VEERDAM,
gevestigd te Schiermonnikoog,
eiseres,
advocaat mr. M.F. de Vries te Dokkum,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE SCHIERMONNIKOOG,
zetelend te Schiermonnikoog,
gedaagde,
advocaat mr. G.J. Niezink te Groningen.
Partijen zullen hierna Stichting Jachthaven en de gemeente Schiermonnikoog genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Stichting Jachthaven
- de pleitnota van de gemeente Schiermonnikoog.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De gemeente Schiermonnikoog heeft met ingang van 1 maart 2003 het beheer en de exploitatie van de jachthaven te Schiermonnikoog overgedragen aan Stichting Jachthaven. De tussen partijen gemaakte afspraken zijn op 28 januari 2008 schriftelijk vastgelegd in een zogenoemde raamovereenkomst inzake het beheer en de exploitatie van de jachthaven te Schiermonnikoog (hierna te noemen de overeenkomst). De overeenkomst is aangegaan per 1 maart 2003 en loopt stilzwijgend door tot wederopzegging met een opzegtermijn van één jaar.
2.2. De tekst van deze overeenkomst luidt onder meer (voor zover van belang):
"Dat, conform het daartoe strekkende raadsbesluit d.d. 25 februari 2003, het beheer en de exploitatie van de jachthaven te Schiermonnikoog per 1 maart 2003 is overgedragen aan de stichting.
Een en ander onder de volgende voorwaarden:
(…..)
I.2
Uitgangspunt van de overeenkomst is de doelstelling van de gemeente en stichting om gelegenheid te bieden de jachthaven te ontwikkelen tot een volwaardig toeristisch-recreatief product.
(…..)
III.15
De gemeente Schiermonnikoog heeft een inspanningsverplichting om de haven op diepte te houden, tenzij nieuwe, toekomstige, regelgeving zich daartegen verzet of door deze nieuwe regelgeving de kosten van het baggeren buiten proportioneel zullen stijgen.
III.16
Buiten de gangbare onderhoudskosten voor de gemeente zal de gemeente eveneens de baggerkosten ten behoeve van de jachthaven voor haar rekening nemen."
2.3. Stichting Jachthaven verhuurt de jachthaven en het jachthavengebouw aan de heer [X].
2.4. De gemeente Schiermonnikoog heeft vanaf 2003 de haven op diepte gehouden door middel van het jaarlijks vóór de start van het toeristenseizoen (laten) baggeren van de haven tot een diepte van 1.70 meter. De kosten voor het baggeren bedragen (laatstelijk) ca.
€ 70.000,- per jaar.
2.5. Tot 2009 werd het gebaggerde slib teruggestort en verpreid over de Waddenzee. In verband met de bepalingen van de Natuurbeschermingswet heeft het College van B&W aan het ministerie van LNV verzocht om het baggerslib - als kweldervorming - te mogen storten langs de waddendijk tussen de oude en nieuwe veerdam. Het ministerie van LNV heeft de hiervoor gevraagde vergunning geweigerd. Sinds 2009 wordt het baggerslib opgeslagen in een depot op het vaste land.
2.6. Arcadis heeft in 2009 in opdracht van het college van B&W van de gemeente Schiermonnikoog een quickscan uitgevoerd met betrekking tot de baggerproblematiek van de jachthaven Schiermonnikoog. Dit heeft geleid tot het rapport Quickscan Baggerproblematiek Jachthaven Schiermonnikoog (hierna te noemen de Quickscan). Arcadis heeft onder meer geconcludeerd dat als er niet meer gebaggerd wordt, dit tot gevolg zal hebben dat de jachthaven na twee of ten hoogste drie jaar niet meer bruikbaar is. Na één jaar niet meer baggeren is er naar verwachting een afname van het aantal scheepvaartovernachtingen van 50 tot 60%.
2.7. In april 2010 heeft het ministerie van LNV de door de gemeente Schiermonnnikoog ingediende vergunningaanvraag (waarvan de Quickscan onderdeel van uitmaakte) om de baggerspecie op het wad te storten ten oosten van het bestaande depot niet gehonoreerd.
2.8. Het depot waarin de baggerspecie sinds 2009 wordt gestort dient op grond van de verleende vergunning en het Besluit Bodemkwaliteit in 2018 te worden geleegd of - indien het depot al eerder vol is - zodra het depot is volgestort. De kosten hiervoor bedragen ca.
€ 240.000,-.
2.9. De raad van de gemeente Schiermonnikoog heeft op 27 november 2012, naar aanleiding van een aangepast voorstel over het baggeren van de jachthaven in 2013, het navolgende besluit genomen (voor zover van belang):
1. Actief te blijven aankoersen op een vorm van baggeren waarbij het baggerslib, in het kader van een project verkweldering, tussen de oude en de nieuwe veerdam op het wad wordt verspreid. Conform het advies van de projectgroep verkweldering, het project via het Programma naar een Rijke Waddenzee, in Wadden breed verband verder uitwerken. Dit met instemming van de in het, bij dit besluit behorende, raadsvoorstel genoemde aandachtspunten over onder andere medefinanciering van het project en de uitvoering ervan.
2. De mogelijkheid van het meeliften met het baggerprogramma van Rijkswaterstaat verder te laten onderzoeken en uitwerken.
3. In 2013 niet te baggeren.
(…..)
7. In het najaar van 2013 een besluit te nemen over het baggeren van de jachthaven in 2014 en volgende jaren en een algehele evaluatie te houden over het functioneren van de jachthaven in zijn volle breedte."
3. Het geschil
3.1. Stichting Jachthaven vordert - uitvoerbaar bij voorraad -:
I. De gemeente Schiermonnikoog te veroordelen om binnen 3 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis over te gaan tot het verstrekken van de opdracht aan de baggermaatschappij inhoudende het uitdiepen van de jachthaven te Schiermonnikoog tot een diepte van 1.70 meter waarbij heeft te gelden dat de werkzaamheden zo spoedig mogelijk dienen te zijn afgerond doch uiterlijk 1 juni 2013, op straffe van verbeurte van een dwangsom aan Stichting Jachthaven van € 2.500,- per dag dat de gemeente Schiermonnikoog hiermee in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 70.000,-;
II. Voor zover de gemeente Schiermonnikoog niet binnen 3 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis over gaat tot het verstrekken van de opdracht aan de baggermaatschappij inhoudende het uitdiepen van de jachthaven te Schiermonnikoog tot een diepte van 1.70 meter de Stichting Jachthaven te machtigen om de opdracht te verstrekken voor rekening van de gemeente.
III. De gemeente Schiermonnikoog te veroordelen in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen twee weken na betekening van het in deze procedure gewezen vonnis, - voor het geval betaling binnen deze termijn niet plaatsvindt - vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf de genoemde termijn voor voldoening tot de dag der algehele betaling.
IV. De gemeente Schiermonnikoog te veroordelen in de nakosten, aan de zijde van de Stichting Jachthaven te bepalen op € 131,- voor nasalaris advocaat, te vermeerderen, voor het geval betekening van het in deze te wijzen vonnis heeft plaatsgevonden en nodig is geweest, met € 68,- voor nasalaris advocaat en de werkelijk gemaakte kosten voor het doen uitbrengen van een exploot van betekening.
3.2. De gemeente Schiermonnikoog voert verweer en concludeert - uitvoerbaar bij voorraad -:
1. Stichting Jachthaven niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen althans deze aan haar te ontzeggen;
2. Stichting Jachthaven te veroordelen in de kosten van het geding te voldoen binnen 14 dagen na betekening van het te dezer zake te wijzen vonnis, en voor het geval betaling niet binnen die termijn plaatsvindt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waartegen is gesommeerd tot aan de dag der voldoening;
3. Stichting Jachthaven te veroordelen in de nakosten aan haar zijde te bepalen op
€ 131,- voor nasalaris advocaat, te vermeerderen, voor het geval betekening van het te dezer zake te wijzen vonnis dient plaats te vinden, met € 68,- voor nasalaris advocaat en voorts met de werkelijk te maken en gemaakte kosten van de voortgezette werkzaamheden van de betreffende deurwaarder.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Stichting Jachthaven vordert nakoming van de overeenkomst. Stichting Jachthaven stelt dat de overeengekomen inspanningsverplichting van de gemeente Schiermonnikoog inhoudt dat de haven op een diepte wordt gebaggerd van 1.70 meter. Gelet op het op 27 november 2012 genomen raadsbesluit handelt de gemeente Schiermonnikoog in strijd met de artikelen III.15 en III.16 van de overeenkomst. Stichting Jachthaven stelt dat van de uitzonderingen genoemd in artikel III.15 van de overeenkomst geen sprake is, nu er geen sprake is van nieuwe toekomstige regelgeving en er evenmin sprake van is dat de kosten van het baggeren (ten gevolge van de nieuwe regelgeving die er niet is) buiten proportioneel zullen stijgen.
Stichting Jachthaven stelt een (spoed)eisend belang te hebben bij haar vordering. Stichting Jachthaven wil (en moet) een volwaardige jachthaven exploiteren die bovenal veilig is. Zij heeft verantwoordelijkheden jegens bezoekers en jegens de huurder van de haven. Het niet-baggeren zal zeer ernstige gevolgen hebben, zowel op economisch gebied als op het gebied van veiligheid. Het toeristenseizoen staat te beginnen en Stichting Jachthaven dient duidelijkheid te hebben over de vraag welke schepen wel en welke schepen niet in de jachthaven kunnen verblijven.
4.2. De gemeente Schiermonnikoog stelt ten verwere dat de gemeente aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan. Tot 2009 werd de jachthaven uitgebaggerd en werd het baggerslib weer verspreid over het wad. De gemeente Schiermonnikoog heeft zich ingespannen om die gang van zaken ook na 2009 te continueren. De gemeente Schiermonnikoog heeft een slibdepot aangelegd om tijdelijk het baggerslib te storten. Ondertussen heeft de gemeente Schiermonnikoog getracht tot een allesomvattende regeling te komen, maar dat is tot op heden niet geslaagd: het ministerie van LNV heeft via het vergunningenstelsel op basis van de Natuurbeschermingswet geweigerd de noodzakelijke vergunningen voor de door de gemeente Schiermonnikoog aangedragen oplossingen te verlenen.
Voorts stelt de gemeente Schiermonnikoog dat de kosten disproportioneel zijn gestegen. De kosten van het baggeren bedragen op dit moment op jaarbasis € 70.000,-. Door dit baggeren zal het depot eerder vol zijn - volgens de gemeente Schiermonnikoog al in 2013 - terwijl er ca. € 240.000,- aan kosten moet worden gemaakt om het depot te legen. Deze kosten lopen op naarmate er meer slib wordt gestort. Een dergelijk bedrag kan binnen de huidige gemeentelijke begroting niet worden gevonden of er moet op andere belangrijke begrotingsposten zwaar worden bezuinigd, aldus de gemeente.
4.3. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.
4.3.1. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van uitsluitend een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981, LJN: AG4158). Voorts volgt uit HR 20 februari 2004 (LJN: AO1427) dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zal zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben. Verder komt bij de uitleg betekenis toe aan de aard van de transactie, de omvang en gedetailleerdheid van de contractsbevestiging, de wijze van totstandkoming ervan - waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door (juridisch) deskundige raadslieden - en de overige bepalingen ervan (HR 29 juni 2007, LJN: BA4909 en HR 19 januari 2007, LJN: AZ3178).
4.3.2. Voorts overweegt de voorzieningenrechter dat het niet aan haar is om de besluitvorming van de raad als zodanig te toetsen. Wel dient te worden beoordeeld of de gemeente heeft voldaan aan de op haar rustende verplichting uit hoofde van de overeenkomst.
4.3.3. Tussen partijen is niet in geschil dat op de gemeente Schiermonnikoog een inspanningsverplichting rust ter zake het op diepte houden van de jachthaven. Gelet op het verhandelde ter zitting kan voorts als vaststaand worden aangenomen dat in 2008, toen de afspraken tussen partijen op papier werden gezet, bij beide partijen bekend was dat het storten van het baggerslib in het depot een tijdelijke situatie zou zijn en dat in de komende jaren problemen zouden ontstaan met betrekking tot het storten van het baggerslib. Tegen die achtergrond, zo stelt de gemeente Schiermonnikoog, is in de overeenkomst opgenomen dat op de gemeente Schiermonnikoog een inspanningsverplichting rust, en geen resultaatsverplichting. Stichting Jachthaven heeft de juistheid van die stelling erkend. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient artikel III.15 van de overeenkomst dan ook tegen die achtergrond te worden gelezen. De voorzieningenrechter is daarmee tevens van oordeel dat de gemeente Schiermonnikoog niet zonder meer gehouden is de jachthaven jaarlijks uit te baggeren tot een diepte van 1.70 meter. Gelijk de gemeente Schiermonnikoog heeft aangevoerd brengt deze inspanningsverplichting met zich, dat de gemeente Schiermonnikoog zich voldoende inspanningen dient te getroosten teneinde de jachthaven op de gewenste diepte te houden. Die inspanningsverplichting ziet naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet alleen op het daadwerkelijk (doen) uitbaggeren van de jachthaven, maar - gelet op het vorengaande - ook op mogelijkheden om vervolgens het baggerslib te verwerken of te deponeren. Door de Natuurbeschermingswet en het bijbehorende vergunningenstelsel is de gemeente Schiermonnikoog er echter, ondanks de door de gemeente gepleegde inspanningen, tot op heden niet in geslaagd om een (integrale) oplossing voor het verwerken en/of storten van het baggerslib te vinden. Daardoor is de huidige situatie zodanig dat de gemeente Schiermonnikoog niet alleen kosten moet maken om de jachthaven uit te baggeren en het baggerslib in het depot te storten, maar zal de gemeente tevens (niet onaanzienlijke) kosten moet maken om vervolgens het depot te (doen) legen, waarvoor de begroting momenteel geen ruimte biedt. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat gelet op de op de gemeente Schiermonnikoog rustende verplichting en de kosten die een en ander met zich brengt, de gemeente thans niet gehouden kan worden aan de baggermaatschappij opdracht te geven de jachthaven te Schiermonnikoog uit te diepen tot een diepte van 1.70 meter.
De door de Stichting Jachthaven verzochte voorzieningen dienen dan ook te worden afgewezen.
4.3.4. Stichting Jachthaven zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gemeente Schiermonnikoog worden vastgesteld op:
- griffierecht € 589,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.405,00,
te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten als na te melden.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt Stichting Jachthaven in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente Schiermonnikoog tot op heden vastgesteld op € 1.405,00, te voldoen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, en voor het geval betaling niet binnen die termijn plaatsvindt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waartegen is gesommeerd tot aan de dag der voldoening;
5.3. veroordeelt Stichting Jachthaven in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Stichting Jachthaven niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Telman en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2013.?