Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten in conventie en in reconventie
3.De vordering in conventie
niet-ontvankelijk verklaart in haar vordering, althans deze haar ontzegt.
4.De vordering in voorwaardelijke reconventie
5.Het geschil en de beoordeling daarvan
in conventie
Boon-Van Loon-arrest van de Hoge Raad is de pensioenverrekening tussen partijen uitgesteld tot de datum waarop [Gedaagde kort] de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. [Gedaagde kort] heeft ten onrechte geweigerd om informatie te verstrekken over de contante waarde van de per 26 november 1992 opgebouwde pensioenrechten alsmede over de indexering over de periode vanaf genoemde datum. Volgens [eiseres 2] is haar vordering niet onderhevig aan verjaring, althans is de verjaring tijdig door haar gestuit. Voorts dient het verjaringsberoep van [Gedaagde kort] te worden afgewezen wegens misbruik van recht, althans dit beroep is volgens [eiseres 2] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Van rechtsverwerking is volgens [eiseres 2] evenmin sprake.
Boon/Van Loon-arrest (Hoge Raad 27 november 1981, LJN: AG4271) verrekening ter zake van het ouderdomspensioen gezien de eisen van redelijkheid en billijkheid in de regel slechts kan plaatsvinden door aan de pensioengerechtigde echtgenoot een voorwaardelijke uitkering op te leggen, die aan het leven van beide echtgenoten gebonden is, opeisbaar wordt naar mate de pensioentermijnen opeisbaar worden en kan worden uitgedrukt in een percentage daarvan. De rechtbank verwijst voorts naar hetgeen de Hoge Raad verder in r.o. 13 van genoemd arrest heeft overwogen. Indien [eiseres 2] inderdaad beoogt een verdeling te vorderen, dan dient zij zich in haar akte daarom tevens uit te laten over de door haar gevraagde wijze van verdeling althans dient zij aan te geven aan de hand van welke berekening de kennelijk door haar gevorderde maandtermijnen begroot dienen te worden. [Gedaagde kort] kan vervolgens desgewenst bij antwoordakte reageren.
Boon/VanLoon-arrest in de regel kan plaatsvinden (dat wil zeggen: op de wijze zoals hiervoor onder 5.6 is overwogen). Het feit dat deze aanspraak op pensioenverrekening onderworpen is aan een ontbindende voorwaarde of een tijdsbepaling, doet
- anders dan [eiseres 2] betoogt - aan de opeisbaarheid daarvan niet af. Op grond van artikel 3:296 lid 2 BW is een veroordeling onder voorwaarde of tijdsbepaling immers ook mogelijk. Dat betekent dat de vordering ter zake van de pensioenopgave door [eiseres 2], waartegen voor het overige geen verweer is gevoerd, in beginsel voor toewijzing gereed ligt. [eiseres 2] heeft zich bij conclusie van dupliek in reconventie weliswaar bereid verklaard om een contante waarde berekening aan [Gedaagde kort] ter beschikking te stellen, maar omdat gesteld noch gebleken is dat zij hieraan inmiddels heeft voldaan en [Gedaagde kort] zijn vordering ook niet heeft veranderd of vermeerderd, heeft [Gedaagde kort] voldoende belang bij een veroordeling op dit punt. Deze zal dan ook worden uitgesproken. De gevorderde dwangsom zal echter, gelet op de hiervoor bedoelde bereidverklaring van [eiseres 2], worden afgewezen.
6.De beslissing
30 april 2014voor het nemen van een akte als bedoeld in rechtsoverweging 5.6 door [eiseres 2], waarop [Gedaagde kort] desgewenst bij antwoordakte kan reageren;
30 april 2014voor het nemen van een akte als bedoeld in rechtsoverweging 5.10 door [Gedaagde kort], waarop [eiseres 2] desgewenst bij antwoordakte kan reageren;