ECLI:NL:RBNNE:2014:218

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 januari 2014
Publicatiedatum
17 januari 2014
Zaaknummer
K L 2207995 - CV EXPL 13-5265 (E)
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.Th.M. Zwart-Sneek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst wegens non-conformiteit van een auto

In deze zaak heeft eiser [A] een vordering ingesteld tegen gedaagden [B], [C] en [D] met betrekking tot de ontbinding van een koopovereenkomst voor een auto, die volgens eiser non-conform was. De koopovereenkomst werd op of omstreeks 21 oktober 2011 gesloten tussen [A] als koper en [B] als verkoper, waarbij [C] en [D] vennoten zijn van [B]. Eiser heeft de auto, een Mercedes S400-CDI, gekocht voor € 10.000,00, maar heeft na de aankoop diverse gebreken geconstateerd, waaronder problemen met de boordcomputer en het koelsysteem. Ondanks herhaalde verzoeken aan [B] om de gebreken te verhelpen, is dit niet gebeurd. Eiser heeft de auto niet meer in zijn bezit en heeft diverse brieven gestuurd aan [B] om de auto hersteld op te leveren, bij gebreke waarvan hij de koopovereenkomst wenst te ontbinden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van consumentenkoop en dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 7:17 BW. De gebreken aan de auto zijn binnen de garantietermijn van drie maanden na de APK-keuring geconstateerd, wat de non-conformiteit bevestigt. De rechter heeft geoordeeld dat [B] niet heeft voldaan aan de verplichting om de gebreken binnen een redelijke termijn te herstellen, waardoor [A] gerechtigd is om de koopovereenkomst te ontbinden. De vordering van [A] tot ontbinding van de koopovereenkomst is toegewezen, evenals de vordering tot terugbetaling van de koopsom, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure zijn voor rekening van [E].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 2207995 \ CV EXPL 13-5265
vonnis van de kantonrechter d.d. 21 januari 2014
inzake
[A],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[B],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2.
[C],
wonende te [woonplaats],
3.
[D],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
gemachtigde: mr. D.S.M. Wouda.
Eiser zal hierna [A] worden genoemd, gedaagde sub 1. [B], gedaagde sub 2. [C], gedaagde sub 3. [D] en gedaagden gezamenlijk [E]

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 september 2013 en de daarin genoemde stukken;
- de akte houdende een brief met bijlagen van 28 november 2013 zijdens [A] ten behoeve van de comparitie;
- de aantekeningen ter gelegenheid van de comparitie zijdens [E];
- het proces-verbaal van comparitie van 5 december 2013.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[C] en [D] zijn vennoten in [B]. Op of omstreeks 21 oktober 2011 is er tussen [A] als koper en [B] als verkoper een overeenkomst tot stand gekomen betreffende de koop en verkoop van een auto, merk Mercedes, type S400-CDI, met een kilometerstand van 238.349 km, hierna: de auto. De koopovereenkomst vermeldt:
"Condities voor de koop van Mercedes 400 CDI, bouwjaar: 2001
Prijs 10,000 euro
Betaling: cash 7250,- plus de reeds verkochte Masda MX 5 Miata, bouwjaar 1991 voor het bedrag van 2750 Euro, APK uitgevoerd begin oktober 2011.
Overeengekomen condities:
Auto wordt wel direct overgeschreven op naam van koper, doch niet direct in de belasting gedaan.
Waarschijnlijk zal dit pas in Mei / Juni 2012 geschieden.Daartoe is overeen gekomen dat eerst op het moment direkt hieraan voorafgaand door betreffende garagebedrijf (verkoper) gratis voor haar rekening en volledig risico de A.P.K. zal worden uitgevoerd.
M.A.W.: Alle eventuele kosten die voortkomen uit het uitvoeren van reparaties t.g.v. de APK en/of gebreken zijn voor rekening van verkoper.
Tevens is overeengekomen dat drie maanden volledige BOVAG- garantie zullen gelden vanaf het moment dat de A.P.K. is uitgevoerd."
2.2.
De koopsom is door [A] direct voldaan en de auto is aan hem geleverd. De auto is daarop door [A] in zijn garage gestald en (tijdelijk) geschorst voor de wegenbelasting.
2.3.
Op 5 april 2012 heeft [A] de auto aangeboden aan [B] voor een APK-keuring en daarbij schriftelijk aangegeven dat hij een aantal gebreken aan de auto had geconstateerd die hersteld dienden te worden. Het betreffende briefje van [A] vermeldt, voor zover hier van belang:
"Volgens indicatie op het dashboard functioneren een aantal zaken niet goed n.l.
- ESP - electronic stability program
- coolant - het koelsysteem
- BAS - Brake assist remsysteem
- Airco (…)"
2.4.
De APK-keuring is op 31 mei 2012 uitgevoerd, waarbij de auto is goedgekeurd. Op of kort vóór 20 juni 2012 heeft [A] bericht gekregen van [B] dat de auto kon worden opgehaald, hetgeen hij op 20 juni 2012 heeft gedaan. De boordcomputer gaf op dat moment geen problemen (meer) aan met ESP of BAS. [B] heeft aan [A] medegedeeld dat aan het koelsysteem in een later stadium nog een reparatie zou plaatsvinden (vervanging ventilator), maar vooralsnog kon [A] met de auto gaan rijden, aldus [B]. [A] is de auto vervolgens gaan gebruiken.
2.5.
Op 25 juni 2012 heeft [A] bij het bedrijf Euromaster olie laten verversen en de wielen kruislings laten wisselen. Euromaster heeft daarbij aan [A] gemeld dat de remschijven niet in goede staat waren. [A] is daarop teruggegaan naar [B] die eerst heeft getracht de remschijven vóór - die verroest bleken - te slijpen en, toen dat niet slaagde, nieuwe remschijven heeft gemonteerd. De auto heeft hiertoe een tweetal weken bij [B] gestaan.
2.6.
Op 30 augustus 2012 heeft [A] de auto teruggebracht naar [B] in verband met lekkage aan het koelwatersysteem. [B] heeft enige tijd nodig gehad om de oorzaak van de lekkage te vinden. Tegen kerst 2012 heeft [B] aan [A] gemeld dat de auto kon worden opgehaald. Toen [A] de auto kwam halen vertoonde deze startproblemen en de boordcomputer gaf problemen aan met ESP en BAS. [A] heeft de auto om die redenen niet meegenomen. Teneinde te trachten de problemen met de boordcomputer op te lossen heeft [B] de auto in januari 2013 naar een andere garage gebracht (Bijlsma). Bijlsma heeft aangegeven de problemen met de boordcomputer niet op te kunnen lossen anders dan door middel van vervanging waaraan hoge kosten waren verbonden, waar [B] niet mee akkoord is gegaan.
2.7.
[B] heeft de auto bij Bijlsma weggehaald en getracht de problemen met de boordcomputer op te lossen door er door een derde een andere boordcomputer in laten zetten. Deze bleek evenwel niet naar behoren te functioneren. [B] heeft de auto vervolgens in april 2013 naar een op een andere locatie gevestigde boordcomputerspecialist gebracht.
2.8.
Tot op dit moment heeft [A] niet de beschikking over de auto en weet hij ook niet waar de auto zich thans bevindt. [A] heeft diverse brieven gezonden aan [B] waarin hij sommeert om de auto hersteld op te leveren, bij gebreke waarvan hij de koopovereenkomst wenst te ontbinden.

3.De vordering

3.1.
[A] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de op of omstreeks 21 oktober 2011 door partijen gesloten koopovereenkomst betreffende de auto ontbindt;
[E] veroordeelt om aan [A] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de som van € 10.000,00 te verhogen met de wettelijke rente hierover berekend vanaf de datum dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
[E] veroordeelt om aan [A] te betalen de verschuldigde wettelijke rente ad € 259,73, berekend vanaf de dag waarop verzuim is ingetreden tot de dag van dagvaarding;
[E] veroordeelt om aan [A] te betalen de buitengerechtelijke kosten ad €1.058,75 dan wel een zodanig bedrag als de kantonrechter redelijk en billijk zal achten,
met veroordeling van [E] in de kosten van het geding, daaronder begrepen het salaris en de noodzakelijke kosten van de gemachtigde van [A], te vermeerderen met de omzetbelasting over de daarvoor in aanmerking komende kostenposten.
3.2.
[A] voert daartoe – samengevat – het volgende aan. Er is sprake van consumentenkoop. [B] heeft een non-conforme auto geleverd doordat de auto gebreken vertoont die [A] niet hoefde te verwachten. Ondanks herhaalde verzoeken van [A] is [B] er niet in geslaagd de geconstateerde gebreken te verhelpen, zodat [A] de koopovereenkomst wenst te ontbinden, met terugbetaling van de koopprijs, vermeerderd met rente en kosten.
3.3.
[E] voert verweer. Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil en de beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van consumentenkoop. [A] vordert ontbinding, stellende dat sprake is van een non-conforme zaak. De vraag die ter beantwoording voor ligt is derhalve of de auto aan de overeenkomst beantwoordde als bepaald in artikel 7:17 BW.
4.2.
Artikel 7:17 lid 2 BW bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag blijkens het tweede lid van dit artikel verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Bij de beoordeling van de vraag of een op grond van een consumentenkoop afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt moeten alle omstandigheden van het geval worden afgewogen.
4.3.
Artikel 7:18 lid 2 BW bepaalt voorts dat bij consumentenkoop een zaak wordt vermoed bij aflevering niet aan de overeenkomst te hebben beantwoord indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart.
4.4.
In het onderhavige geval vertoonde de auto in april 2012 - en daarmee zowel binnen de termijn van zes maanden na aflevering als binnen de overeengekomen garantietermijn van drie maanden na APK keuring - onder meer gebreken in die zin dat de boordcomputer problemen signaleerde met het ESP en BAS systeem. Deze door de boordcomputer gesignaleerde problemen zijn volgens [E] weliswaar opgelost in mei/juni 2012, maar uit het vervolgtraject blijkt dat die oplossing kennelijk niet afdoende was. Immers, nadat [A] de auto - nog binnen de garantietermijn van 3 maanden - in augustus 2012 terugbracht wegens lekkage aan het koelsysteem signaleerde de boordcomputer in de daarop volgende maanden dat de auto bij [B] stond voor herstel wederom problemen met ESP en BAS. [B] is er vervolgens, ondanks herhaalde pogingen en inschakeling van diverse specialisten, naar eigen zeggen tot op heden nog niet in geslaagd om de boordcomputer functionerend te krijgen.
4.5.
Alhoewel een niet functionerende boordcomputer niet valt te bestempelen als een gebrek dat een (direct) gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert, is een functionerende boordcomputer wel degelijk van belang voor het normale gebruik van een auto als de onderhavige, omdat een boordcomputer informatie verzamelt en weergeeft over belangrijke technische aspecten van de auto die het rijgedrag en daarmee (ook) de veiligheid (kunnen) beïnvloeden. De aanwezigheid van een functionerende boordcomputer is bovendien een eigenschap waarvan [A] de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen nu deze kennelijk standaard bij dit type auto, althans in deze uitvoering, wordt geleverd. Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een auto die ten tijde van de aflevering niet beantwoordde aan de overeenkomst. Voor dit oordeel bestaat reden te meer, nu het gebrek zich voor de eerste maal binnen de termijn van zes maanden van artikel 7:18 lid 2 BW heeft geopenbaard. Daaraan doet niet af dat, zoals door [E] tot haar verweer aangevoerd, sprake is van een tweedehands auto van - ten tijde van de verkoop - 10 jaar oud met een aanzienlijke kilometrage (zo'n 238.000 km), nu [B] zich, ondanks deze gevorderde leeftijd en kilometrage, zeker genoeg voelde over de kwaliteit van de auto om een volledige garantie gedurende drie maanden na APK keuring toe te zeggen.
4.6.
[E] heeft voorts nog tot haar verweer aangevoerd dat het probleem met de boordcomputer pas eind 2012 is ontstaan, en daarmee ná het verstrijken van de garantietermijn of de zes maanden termijn van art. 7:18 lid 2 BW, omdat het huidige probleem met de boordcomputer volgens [B] van andere aard is dan het in april 2012 gesignaleerde probleem. Dit verweer wordt verworpen. Uit het briefje van [A] van april 2012 blijkt dat de gebreken waar hij de aandacht op vestigde, op dat moment zichtbaar waren op de boordcomputer (het "dashboard") terwijl [B] niet heeft bestreden dat de reparatie die zij in mei/juni 2012 heeft uitgevoerd bestond uit het "resetten" van de boordcomputer, zoals door [A] ter comparitie aangevoerd. Daaruit volgt dat het betreffende gebrek reeds in april 2012 is gesignaleerd. Daarenboven geldt dat, zelfs als het eind 2012 gesignaleerde probleem met de boordcomputer van andere aard zou zijn dan het in april 2012 gesignaleerde probleem, dit niet af doet aan de non-conformiteit van de auto bij aflevering, nu de zes maanden termijn van art. 7:18 lid 2 BW slechts ziet op een vermoeden. Gezien de door [A] aangevoerde omstandigheden, waaronder het feit dat hij de auto slechts zo'n 8 weken heeft gebruikt - namelijk alleen van 20 juni tot 30 augustus 2012, met een tussenperiode van 2 weken wegens reparatie van de remschijven - en het feit dat het gebrek aan de boordcomputer zich heeft geopenbaard terwijl de auto maandenlang bij [B] stond voor reparatie, dient te worden geoordeeld dat óók in het geval het eind 2012 gesignaleerde probleem van andere aard zou zijn dan dat van april 2012, sprake is van een auto die bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde.
4.7.
Nu [B] er tot op heden niet in is geslaagd om de boordcomputer naar behoren te herstellen en zij ter comparitie evenmin kon aangeven wanneer dat wel zou lukken, heeft [B] niet voldaan aan haar in art. 7:21 lid 3 BW neergelegde verplichting om de afgeleverde zaak die niet aan de overeenkomst beantwoordt binnen een redelijke termijn te herstellen. Gezien deze tekortkoming is [A], ingevolge het in art. 7:22 leden 1 en 2 BW bepaalde, gerechtigd om de koopovereenkomst te ontbinden, temeer nu de auto inmiddels ruim 1,5 jaar voor reparatie bij [B] en/of door haar ingeschakelde derden staat. De vordering van [A] tot ontbinding van de koopovereenkomst zal worden toegewezen.
4.8.
Ook de vordering tot terugbetaling van de koopsom zal worden toegewezen. Uit de ontbinding van de koopovereenkomst ontstaat immers van rechtswege een verplichting tot ongedaanmaking van de ontvangen prestaties. De gevorderde wettelijke rente over de koopsom zal, anders dan [A] vordert, pas worden toegewezen vanaf het moment van ontbinding. De ontbinding waarmee de ongedaanmakingsverplichting ontstaat, wordt immers pas bij vonnis uitgesproken zodat [B] voordien ter zake van de terugbetaling van de koopsom nog niet in verzuim is.
4.9.
[A] heeft gesteld buitengerechtelijke kosten te hebben gemaakt en terzake daarvan een bedrag gevorderd. [A] heeft die kosten niet gespecificeerd terwijl evenmin is gebleken dat de gestelde verrichtingen meer hebben omvat dan een enkele (eventueel herhaalde) sommatie of het enkel doen van een niet aanvaard schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De daarop betrekking hebben kosten moeten, nu een geding is gevolgd, worden aangemerkt als betrekking hebbende op verrichtingen waarvoor de artikelen 237 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten. De kantonrechter zal de betreffende vordering dan ook afwijzen.
4.10.
[A] heeft veroordeling van [E] gevorderd. [E] heeft hiertegen tot haar verweer aangevoerd dat, omdat [C] en [D] vennoten zijn in de vennootschap onder firma [B], veroordeling van [C] en [D] pas kan plaatsvinden nadat verhaal op [B] onsuccesvol zou blijken. Dit verweer wordt gepasseerd. Ingevolge het in artikel 18 Wetboek van Koophandel bepaalde is ieder van de vennoten naast de vennootschap onder firma voor de verbintenissen van de vennootschap hoofdelijk voor het geheel verbonden.
4.11.
[E] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding aan de zijde van [A] worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [A] worden vastgesteld op:
- explootkosten € 92,82
- overige kosten € 11,20
- vast recht € 213,00
- salaris gemachtigde
€ 625,00(2,5 punt ad € 250,00)
totaal € 942,02.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de op of omstreeks 21 oktober 2011 door partijen gesloten koopovereenkomst betreffende de auto;
5.2.
veroordeelt [E] om aan [A] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de som van € 10.000,00 te verhogen met de wettelijke rente hierover berekend vanaf heden tot de dag der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt [E] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [A] vastgesteld op € 942,02;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. E.Th.M. Zwart-Sneek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 januari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
244