ECLI:NL:RBNNE:2014:2354
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- O.J. Bosker
- E. Läkamp
- M. van der Veen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksueel geweld tegen minderjarige
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van seksueel geweld tegen een minderjarige, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 9 mei 2014 uitspraak gedaan. De verdachte werd ten laste gelegd dat hij in de periode van maart 2011 tot en met augustus 2011, door middel van geweld en bedreiging, het kind [slachtoffer] heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 25 april 2014 gehouden, waarbij de verdachte aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.B. Pieters.
De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een schadevergoeding van €4000 aan de benadeelde partij, [slachtoffer]. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verklaringen van de aangeefster tegenstrijdig waren en dat er onvoldoende bewijs was om de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. De verklaringen van de moeder van de aangeefster, die als getuige was gehoord, waren niet consistent en boden geen steun aan de aangifte.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte van de tenlastegelegde feiten moest worden vrijgesproken, omdat er geen bewijs was dat de verdachte de feiten had gepleegd zoals ten laste gelegd. De benadeelde partij werd niet ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de rechtbank bepaalde dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kon indienen. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. O.J. Bosker als voorzitter, en de rechters mr. E. Läkamp en mr. M. van der Veen.