ECLI:NL:RBNNE:2014:2495

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 mei 2014
Publicatiedatum
16 mei 2014
Zaaknummer
C18/147944/PR RK 14-155
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek in een afgedane bestuursrechtelijke zaak

Op 16 mei 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoekster, die betrokken was in een bestuursrechtelijke procedure met zaaknummer ASS 13 / 842 WGA. Het verzoek tot wraking was ingediend op 27 april 2014 tegen mr. H.H. Kielman, rechter in de afdeling bestuursrecht. De wraking werd aangevraagd omdat verzoekster meende dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding zou kunnen komen. Echter, de rechtbank oordeelde dat het verzoek niet ontvankelijk was, omdat de procedure waartegen de wraking was gericht inmiddels was geëindigd. Verzoekster had haar beroep op de zitting van 17 april 2014 ingetrokken, waardoor er geen actieve behandeling van de zaak meer plaatsvond. De rechtbank stelde vast dat niet voldaan was aan het formele vereiste voor wraking, zoals vastgelegd in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat een rechter gewraakt kan worden zolang de zaak nog in behandeling is. Aangezien dit niet het geval was, werd het verzoek tot wraking afgewezen zonder dat er een mondelinge behandeling nodig was. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Locatie Groningen
MEERVOUDIGE KAMER
Zaaknummer / rolnummer: C18/147944/PR RK 14-155
Beslissing van 16 mei 2014
op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats],
verzoekster

1.Procesverloop

Bij brief van 27 april 2014 heeft verzoekster een verzoek ingediend tot wraking van
mr. H.H. Kielman, rechter in de afdeling bestuursrecht van deze rechtbank, in het geschil met zaaknummer ASS 13 / 842 WGA, waarbij verzoekster als partij is betrokken.

2.De beoordeling

Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoekster wraakt in de procedure met zaaknummer ASS 13 / 842 WGA. Deze zaak is geëindigd nu verzoekster haar beroep op de zitting van 17 april 2014 heeft ingetrokken.
Artikel 8:15 Awb luidt: Op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
De zaak, waarin het verzoek tot wraking is gedaan, is inmiddels geëindigd. Dat betekent dat er geen sprake meer van is dat een rechter de zaak nog behandelt in de zin van bovengenoemde bepaling. Nu niet aan dit formele vereiste voor wraking is voldaan is het verzoek niet-ontvankelijk. Tot een mondelinge behandeling behoeft derhalve niet te worden overgegaan.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
verklaart het wrakingsverzoek niet ontvankelijk,
3.2.
beveelt de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoekster en aan
mr.. H.H. Kielman.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.B.M. Keurentjes, voorzitter en mrs. M.W. de Jonge en W.P. Claus, leden, in tegenwoordigheid van K. Bootsman als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2014.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open