ECLI:NL:RBNNE:2014:2520

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2014
Publicatiedatum
20 mei 2014
Zaaknummer
Bewijsmotivering
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de rechtmatigheid van de doorzoeking van een schuilplaats in het bos en de bewijsvoering in een meervoudige strafzaak

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer over de rechtmatigheid van de doorzoeking van een schuilplaats in een bosperceel nabij Zuidlaren. De verdachten, die illegaal in Nederland verbleven, werden op 27 december 2013 door de politie aangetroffen in een met takken bedekte kuil, die niet als woning kon worden aangemerkt volgens de Algemene wet op het binnentreden (Awbi) en het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank oordeelde dat de politie gerechtigd was deze kuil te betreden en te doorzoeken, omdat er geen sprake was van een woning in de zin van de wet. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de inbeslaggenomen goederen uitgesloten moesten worden van het bewijs, omdat de politie onrechtmatig had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachten toestemming hadden gegeven voor de doorzoeking, wat de rechtmatigheid bevestigde.

De verdachten werden beschuldigd van meerdere inbraken in woningen in Annen en Zuidlaren, waarbij zij goederen hadden weggenomen zoals computers, telefoons, sieraden en geld. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachten bij deze inbraken wettig en overtuigend bewezen, op basis van verklaringen van de verdachten zelf, getuigen en de aangetroffen goederen in de kuil. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, met aftrek van voorarrest, en kende een schadevergoeding toe aan een benadeelde partij. De rechtbank oordeelde dat de gepleegde feiten ernstige gevolgen hadden voor de slachtoffers en dat de verdachten louter uit winstbejag hadden gehandeld, zonder rekening te houden met de impact van hun daden op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 18.930465-13
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 23 mei 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte 1],

geboren te [geboorteplaats] (Joegoslavië) op [geboortedatum],
thans gedetineerd in P.I. Veenhuizen, gevangenis Norgerhaven,
Oude Asserstraat 20 te Veenhuizen.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 9 mei 2014.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. H.J. Andel, advocaat te Rotterdam.

Tenlastelegging

De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting bij nadere omschrijving tenlastelegging, overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 25 december 2013 te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres], heeft weggenomen een computer/tablet en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 25 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze en/of te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een computer/tablet en/of een mobiele telefoon heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 25 of 26 december 2013 te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen sieraden, goud en/of 2 laptops, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 25 of 26 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze en/of te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, sieraden, goud en/of 2 laptops heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 25 of 26 december 2013 te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen sieraden, een gouden herinneringsmunt, een I-pad, een I-pad smart cover, een telefoon lader en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 25 of 26 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze en/of te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, sieraden, een gouden herinneringsmunt, een I-pad, een I-pad smart cover, een telefoon lader en/of geld heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij in of omstreeks de periode van 26 december 2013 tot en met 28 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen een geldkistje, geld, medailles, speldjes, een laptop, een laptoptas, een sieraad en/of een blik erwtensoep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 26,27 of 28 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze en/of te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een geldkistje, geld, medailles, speldjes, een laptop, een laptoptas, een sieraad en/of een blik erwtensoep heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5.
hij in of omstreeks de periode van 24 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 24 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze en/of te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, sieraden heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
6.
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2013 tot en met 23 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning[adres] heeft weggenomen een kluis (met inhoud), geld, een horloge en/of een filmcamera met tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een kluis (met inhoud), geld, een horloge en/of een filmcamera met tas heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
7.
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2013 tot en met 25 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen kleding, schoeisel, sporttassen, een rugzak, een spelcomputer + spellen, cosmetica, een computer, een horloge, wierook, film/foto apparatuur, telefoons, een babyfoon en/of sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, kleding, schoeisel, sporttassen, een rugzak, een spelcomputer + spellen, cosmetica, een computer, een horloge, wierook, film/foto apparatuur, telefoons, een babyfoon en/of sieraden heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
8.
hij op of omstreeks 26 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning Oude [adres] heeft weggenomen een computer, een kastje voor internetverbinding, een playstation, een koptelefoon, een bloeddrukmeter, een fotocamera, een I-pad, een laptop, munten, sieraden, zonnebrillen, geld, een sporttas, kleding en/of etenswaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 26 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een computer, een kastje voor internetverbinding, een playstation, een koptelefoon, een bloeddrukmeter, een fotocamera, een I-pad, een laptop, munten, sieraden, zonnebrillen, geld, een sporttas, kleding en/of etenswaren heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat “verdachte en/of zijn mededader(s)” lezen alsof daar staat “verdachte en/of zijn medeverdachte(n)”. De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie mr. A.M. Ariese acht hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3 primair, onder 4 primair, onder 5 primair, onder 6 primair, onder 7 primair en onder 8 primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend te bewijzen.
De officier van justitie vordert dat de rechtbank verdachte voor deze feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest.
Verder vordert de officier van justitie de hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 5] tot een bedrag van € 280,00 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie vordert tot niet ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij, [aangever 10], in haar vordering nu de ad informandum gevoegde feiten als niet door de verdachte erkend niet worden meegenomen.

Bewijsverweer

De raadsman van verdachte heeft primair aangevoerd dat de verdachte van het hem onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8, zowel primair, als subsidiair en als meer subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken omdat de inbeslaggenomen goederen dienen te worden uitgesloten van het bewijs. Naar de mening van de raadsman moet de plaats van inbeslagname worden aangemerkt als een woning in de zin van de Algemene wet op het binnentreden (Awbi), en dienen derhalve alle strafvorderlijke waarborgen die in het kader van het betreden van een woning gelden, in acht te worden genomen. Dat houdt in dat de politie de woning slechts had mogen binnentreden en doorzoeken op basis van een door de rechter-commissaris afgegeven machtiging, of op basis van een door verdachte ondubbelzinnig gegeven toestemming. Daarvan is geen sprake, aldus de raadsman. Verdachte en zijn medeverdachte hebben geen rechtsgeldige en toereikende toestemming voor het binnentreden en doorzoeken van de woning gegeven. Het onrechtmatig binnentreden en doorzoeken is een ernstig vormverzuim omdat daarmee het grondwettelijk gewaarborgde recht van verdachte, namelijk het ongestoorde gebruik van zijn woning, onherstelbaar is geschonden. Een dergelijk ernstig vormverzuim ex artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering dient te leiden tot bewijsuitsluiting van de op 27 december 2013 in de woning van verdachte en zijn medeverdachte in beslag genomen goederen.
De rechtbank volgt de raadsman niet in zijn betoog. Naar het oordeel van de rechtbank kan de plaats waar de aangetroffen goederen in beslag zijn genomen, niet worden aangemerkt als een woning in de zin van de Awbi en het Wetboek van Strafvordering. Onder een woning wordt verstaan: een ruimte die ingericht en bestemd is voor exclusief verblijf voor een persoon of voor een beperkt aantal in een gemeenschappelijke huishouding levende personen. De vraag of een ruimte als woning moet worden aangemerkt, wordt niet zonder meer bepaald door uiterlijke kenmerken zoals de bouw en de aanwezigheid van huisraad, maar vooral door de aan die ruimte gegeven bestemming. Een woning in de zin van de Awbi is dan ook elke plaats waar zich daadwerkelijk privé-huiselijk leven afspeelt.
In casu gaat het om een met takken bedekte kuil in een bosperceel nabij Zuidlaren, waar de politie op 27 december 2013 twee personen aantrof, verdachten [verdachte 2] en [verdachte 1], die geen identiteitsbewijs konden tonen en om die reden werden aangehouden. Deze kuil of dit hol was niet afgesloten en was door een opening voor een ieder toegankelijk. Naar het oordeel van de rechtbank werd dit hol door de verdachten - die illegaal in Nederland verbleven - gebruikt als schuilplaats om zich aan het oog van de autoriteiten te onttrekken en als opslagplaats voor gestolen goederen. Van enig privé-huiselijk leven van de verdachten in dit hol is geen sprake. Het enkele feit dat de verdachten in dit hol verbleven, dat zij daar ook aten en dronken en de kuil als slaapplaats gebruikten, maakt dat niet anders. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de politie zonder meer gerechtigd was het hol te betreden en te doorzoeken. Reeds om die reden is geen sprake van een vormverzuim ex artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering.
Daar komt bij dat verdachte en zijn medeverdachte op 27 december 2013 expliciet toestemming hebben gegeven om de spullen te doorzoeken die zijn aangetroffen op de locatie waar de verdachte werd aangehouden (de rechtbank verwijst hierbij naar pagina 40 van het eindproces-verbaal van Politie Noord Nederland, proces-verbaalnummer 03DRN13020, BVH: 2013095327, Onderzoek Warnant, d.d. 10 maart 2014). Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee ondubbelzinnig komen vast te staan dat de verdachten toestemming hebben gegeven de in de kuil aangetroffen goederen te doorzoeken, hoewel deze toestemming strikt genomen niet was vereist.
Subsidiair heeft de raadsman van verdachte aangevoerd dat de verdachte van het hem onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8, zowel primair, als subsidiair en als meer subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken omdat het op basis van het dossier niet mogelijk is om concreet, specifiek en individualiseerbaar vast te stellen bij welke inbraken verdachte betrokken is geweest. Evenmin kan worden vastgesteld ten aanzien van welke goederen sprake is van opzetheling of schuldheling. Niet uitgesloten kan worden, aldus de raadsman, dat andere personen inbraken hebben gepleegd en vervolgens de buit hebben ondergebracht in het hol, nu meerdere personen op de hoogte waren van de aanwezigheid van het hol in het bos nabij Zuidlaren.
De rechtbank volgt ook hier de raadsman niet in zijn betoog. Uit de hierna te vermelden bewijsmiddelen blijkt dat de rechtbank de feiten onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair en 8 primair wettig en overtuigend bewezen zal achten. Het door de raadsman geschetste scenario is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt.

Bewijsmotivering

Op grond van de navolgende verklaringen van [verdachte 1], [verdachte 2], en diverse aangevers, alsmede op de waarnemingen en bevindingen van verbalisanten, zoals opgenomen in het in de wettelijke vorm opgemaakte eindproces-verbaal van Politie Noord Nederland, proces-verbaalnummer 03DRN13020, BVH: 2013095327, Onderzoek Warnant, d.d. 10 maart 2014, met bijlagen (onder meer de betreffende processen-verbaal bewijs van ontvangst, en de kennisgeving van inbeslagneming van onder meer de in het hol aangetroffen goederen), gaat de rechtbank uit van de volgende feitelijke gang van zaken.
Ten aanzien van alle feiten
Verdachte [verdachte 1] en verdachte [verdachte 2] zijn samen met verdachte[verdachte 3] vanuit Brussel naar Nederland gegaan. Zij hebben enige tijd verbleven bij [verdachte 3] en zijn toen vertrokken naar het hol in het bosperceel in de buurt van Zuidlaren. Verdachte [verdachte 1] en[verdachte 2] hebben inbraken gepleegd in Annen en Zuidlaren. De gestolen spullen werden opgeslagen in het hol.
Verdachte [verdachte 2] verklaart ter terechtzitting dat hij samen met [verdachte 1] en [verdachte 3] vanuit Brussel naar Nederland is gegaan. [verdachte 1] en hij hebben een paar dagen bij [verdachte 3] verbleven en zijn toen naar het hol gegaan. Bij de politie (proces-verbaal verhoor, pagina 113) verklaart [verdachte 2] dat hij bij de inbraken betrokken is. [verdachte 1] heeft ingebroken in vier of vijf huizen. Verder verklaart [verdachte 2] (proces-verbaal verhoor, pagina’s 119 en 120) dat [verdachte 1] de spullen in tassen verzamelde en dat hij heeft geholpen met het dragen van die tassen. Hij moest ook wel naar binnen om een tas op te halen. [verdachte 2] verklaart (proces-verbaal verhoor, pagina’s 124 en 125) dat zij op pad gingen en huizen gingen kijken, 4 a 5 stuks. [verdachte 1] ging huizen openmaken en verdachte stond op de uitkijk en heeft tassen gesjouwd. Hij is twee keer in een huis geweest. Hij kan zich herinneren dat een laptop is meegenomen, dat zij op een dag kleding hebben meegenomen en dat hij zelf een keer een spijkerbroek heeft aan gehad die van diefstal afkomstig was. Zij hebben 4 of 5 inbraken gepleegd en gingen samen op pad. [verdachte 1] is in die periode niet samen met iemand anders geweest.
Verdachte [verdachte 1] verklaart bij de politie (proces-verbaal verhoor, pagina’s 169 en 170) dat hij zo’n 10 dagen geleden samen met [verdachte 2] van België naar Nederland is gereisd. Hij is gaan stelen omdat hij zijn hash en heroïne moest kopen en omdat hij moest eten en drinken. Hij heeft laptops, Sony playstations, telefoons en iPads gestolen. Hij heeft in 5 of 6 huizen ingebroken. In een van die gevallen lag iemand in dat huis te slapen. Uit die woning is een telefoon en een iPad weggenomen. Hij heeft met een ijzer in die woningen ingebroken. In het huis waar die persoon thuis was, stond een raam van de badkamer open en is hij daardoor naar binnen gekomen. Hij is door de hal verder via de trap naar boven gegaan. Die persoon lag daar te slapen. Hij deed het licht aan en zag toen die persoon. Die persoon heeft hem wel gezien. Bij deze woning stond het raam open en bij de andere woningen heeft hij ingebroken met dat stuk ijzer. Hij heeft dan wel een raam ingeslagen, maar ook wel het kozijn opengebroken. [verdachte 1] verklaart dat hij heeft ingebroken vanaf de dag dat hij in Zuidlaren is. Waar hij is binnen geweest, is [verdachte 2] ook binnen geweest. Hij heeft ingebroken en [verdachte 2] heeft ook ingebroken.
Ten aanzien van feit 1 primair
[aangever 1] doet aangifte van inbraak in zijn woning aan de[adres] te Annen (proces-verbaal aangifte, pagina’s 376 en 377). Het feit is gepleegd op woensdag 25 december 2013 tussen 23:15 uur en 23:30 uur. [aangever 1] verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen hem geheel in eigendom toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had zijn tablet en gsm weg te nemen, noch om dit te doen door middel van braak en/of inklimming. Op woensdag 25 december 2013, omstreeks 23:15 uur, zijn aangever, zijn vrouw, zijn zoon en dochter naar bed gegaan. Zijn vrouw en hij lagen net in bed toen zij gestommel op de trap hoorden. Zijn vrouw liep de overloop op waar de slaapkamers van hun zoon en dochter aan liggen. Zijn vrouw zag dat de slaapkamerdeur van hun dochter open stond en dat er modder in de slaapkamer lag. Zijn vrouw is vervolgens de trap naar beneden afgegaan en zag dat de douchedeur open stond en dat er op de vloer ook modder lag. Zij zijn toen als gezin allemaal naar beneden gegaan. Aangever ontdekte dat zijn donkergrijze tablet van het merk Galaxy en zijn grijze gsm van het merk HTC, in een zwart hoesje, verdwenen waren. Zijn zoon zag dat het uitzetraam in de badkamer opengebroken was en dat de hor omhoog gehangen was. Zijn dochter vertelde hen dat er iemand even daarvoor bij haar op de slaapkamer was met een zaklantaarn.
Verdachte[verdachte 1] verklaart bij de politie (proces-verbaal verhoor, pagina’s 179 en 180) over de inbraak waarbij iemand thuis was die lag te slapen. Als hij wist dat er iemand binnen was, was hij niet naar binnen gegaan. Hij zag dat ze heel erg bang was. Hij was alleen van plan om te kijken naar een laptop of geld of een telefoon. Ze lag in bed en toen hij de eerste stap binnen deed in die kamer zag hij haar liggen. Hij had een zaklantaarn in zijn hand en richtte deze op degene die daar lag. Hij zag heel goed dat die persoon met open ogen naar hem lag te kijken. Hij denkt dat het een vrouw was. Hij heeft toen de kamer verlaten en is dat huis uitgegaan. Uit dat huis is een iPad en een telefoon meegenomen. [verdachte 2] was op de begane grond binnen en heeft die goederen daar gevonden. Die vrouw heeft ook nog gebeld maar zij hebben haar weggedrukt. Als hij had geweten dat [verdachte 2] deze goederen had weggenomen, had hij hem tegengehouden, maar hij kwam er pas achter toen ze al weg waren. Zij zijn via het badkamerraam het huis binnen geklommen. [verdachte 2] heeft de begane grond bekeken en hij de eerste verdieping. Het raam van de badkamer was op de begane grond. De spullen die ze uit deze woning hebben weggenomen, hebben ze meegenomen naar de kuil en hebben ze daar laten liggen. Zij hebben die nacht in drie huizen ingebroken en dat was in die woning waar die vrouw in bed lag, en nog twee andere woningen (proces-verbaal verhoor, pagina’s 179 en 180).
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december 2013 van verbalisant Everts (pagina 381) houdt zakelijk weergegeven in dat verbalisant een onderzoek heeft ingesteld naar de inbeslaggenomen goederen aangetroffen in de kuil in Annen/Zuidlaren. Uit dat onderzoek bleek dat een zwarte HTC-telefoon met een zwart hoesje en een grijze Samsung tablet herleidbaar waren naar de aangifte van [aangever 1].
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina’s 379 en 380) blijkt dat [aangever 1]
op 9 januari 2014 uit handen van de politie terug heeft ontvangen een tablet
Samsung en een gsm HTC.
De rechtbank acht op grond van voormelde verklaringen en bevindingen dat het onder 1 primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van de feiten 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair en 8 primair
Aangeefster [aangever 2] (feit 2) doet aangifte van inbraak in haar woning aan de [adres] te Annen (proces-verbaal aangifte, pagina’s 385 en 386). Het feit is gepleegd tussen woensdag 25 december 2013 te 14:30 uur en donderdag 26 december 2013 te 09:40 uur.[aangever 2] verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen haar geheel in eigendom toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had dat weg te nemen noch om dit te doen door middel van braak. Zij zag dat een kozijn van een zijraam was vernield. Weggenomen zijn 3 witgouden ringen, 3 gouden broches, een gouden band, 3 gouden horloges, 2 gouden halskettingen, 2 gouden armbanden, een gouden ring, 3 gouden oorbellen, 3 gouden halsbanden, 6 gouden trouwringen, oorbellen, 1 zwart horloge, 2 laptops, waaronder volgens de bijlage weggenomen goederen (pagina 389) een zwarte Toshiba notebook.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina 399) blijkt dat [aangever 2]
handen van de politie terug heeft ontvangen 3 witgouden ringen, 2 gouden broches, 4
gouden trouwringen, 2 gouden horloges, 1 zwart horloge en een laptop Toshiba.
Aangever [aangever 3] (feit 3) doet, mede namens zijn dochter [aangever 4], aangifte van inbraak in zijn woning aan de [adres] te Annen (proces-verbaal aangifte, pagina’s 533 t/m 535). Het feit is gepleegd tussen woensdag 25 december 2013 te 12:30 uur en donderdag 26 december 2013 te 00:30 uur. [aangever 3] verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen hem en zijn dochter geheel in eigendom toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had die goederen weg te nemen noch om dit te doen door middel van braak. Een uitzetraam aan de zijkant van de woning was opengebroken. Weggenomen zijn een gouden choker met 2 diamantjes, een gouden horloge met gouden band, een gouden armband, een gouden ring met granaat, een gouden hangertje, een zilveren ketting met hanger, een mobiele telefoon HTC Wildfire, een zilveren ring met zirkona steentje, 2 stel gouden oorbellen, zilveren oorbellen, een gouden ketting, een horloge Ozoo, oorringen, euroketting met oorbellen, iPad2 WiFi, iPad Smart Cover, een gouden herinneringsmunt, een telefoonlader, en € 25,00.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina 537) blijkt dat aangever Fidder op 9 januari 2014 uit handen van de politie heeft terug ontvangen een horloge Ozoo, een herenhorloge, een dameshorloge, een gouden munt, zilveren oorknopjes, een zilveren halsketting, een zilverkleurige halsketting, een gouden halskettinkje, 3 zilveren armbandjes, lange zwarte halsketting met kralen en hangers, een metalen hanger met masker, een halsketting met siersteentjes, zilveren oorringetjes, zilveren oorringetjes met sirkonia, Turks tijgeroogjes, handtasje, zilveren ringetjes met puntjes en
€ 25,00.
Aangever [aangever 5] (feit 4) doet aangifte van inbraak in zijn woning aan de[adres]
87
[adres] Annen (proces-verbaal aangifte, pagina’s 543 en 544). Het feit is gepleegd tussen
donderdag 26 december 2013 te 11:00 uur en zaterdag 28 december 2013 te 14:00 uur.
[aangever 5] verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen hem
geheel in eigendom toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had die
goederen weg te nemen noch om dit te doen door middel van braak. Middels een
breekvoorwerp is een kozijn van een slaapkamerraam opengebroken. Weggenomen zijn een
doosje met € 75,00, medailles en speldjes, een laptop in een blauwe laptoptas, kluisdoosje
met kentekenbewijzen, een testament, bankpasjes, contant geld, een iPad met cover,
€ 100,--, een horloge, een filmcamera met tas.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina 551) blijkt dat [aangever 5] op 9 januari 2014 uit handen van de politie heeft terug ontvangen een set van 3 eremedailles ISAF, een speld, een zakmes, een zakje met siersteentjes.
[aangever 6] (feit 5) doet aangifte van inbraak in haar woning aan de [adres]te Annen (proces-verbaal aangifte, pagina’s 576 en 577). Het feit is gepleegd tussen dinsdag 24 december 2013 te 16:00 uur en maandag 30 december 2013 te 15:45 uur. [aangever 6] verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen haar geheel in eigendom toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had die goederen weg te nemen noch om dit te doen door middel van braak. De dader is via het uitzetraam van de slaapkamer de woning binnen gekomen en het uitzetraam is opengebroken. Weggenomen zijn een goudkleurig horloge, een collier, een armbandje, een goudkleurige klemarmband, een goudkleurige halsketting, een double herenhorloge, een gouden zegelring, een antiek zilveren zakhorloge, een gouden halsketting met gouden tientje, een gouden damesschakelarmband, een gouden broche met blaadjesmotief, een gouden halsketting met klokje, een zak met ongepoetst zilver.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina’s 579 en 580) blijkt dat[aangever 6]
op 8 januari 2014 uit handen van de politie terug heeft ontvangen een externe
harde schijf met kabel, een goudkleurig horloge, een armbandje, een goudkleurige
klemarmband, een goudkleurige halsketting, een double herenhorloge, een gouden
zegelring, een antiek zilveren zakhorloge, een gouden halsketting met gouden tientje, een
gouden broche met blaadjesmotief, twee dunne halskettingen in knoop.
[aangever 7] (feit 6) doet aangifte van inbraak in haar woning aan de[adres] te Zuidlaren (proces-verbaal aangifte, pagina’s 516 en 517). Het feit is gepleegd tussen vrijdag 20 december 2013 te 12:00 uur en maandag 23 december 2013 te 19:00 uur. [aangever 7] verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen haar geheel in eigendom toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had die goederen weg te nemen noch om dit te doen door middel van braak. Men heeft zich de toegang tot de woning verschaft door verbreking van een ruit van de terrasdeuren aan de achterzijde van de woning. Weggenomen zijn een kluisdoosje met kentekenbewijzen, een testament, bankpasjes, contant geld, een iPad met cover, € 100,--, een horloge, een filmcamera met tas.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina 524) blijkt dat[aangever 7] op
9 januari 2014 uit handen van de politie terug heeft ontvangen een roze etui met roze
Nintendo spelcomputer, een blauw-rode metalen koffer met beeltenis met een witte
Nintendo spelcomputer, een doos met euromunten (totaal 43 euro).
Aangever[aangever 8] (feit 7) doet aangifte van inbraak in zijn woning aan[adres] te
Zuidlaren (proces-verbaal aangifte, pagina’s 562 en 563. Het feit is gepleegd tussen zondag
22 december 2013 te 06:30 uur en woensdag 25 december 2013 te 10:00 uur. [aangever 8]
verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen hem geheel in
eigendom toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had die goederen weg te
nemen noch om dit te doen door middel van braak. Men is de woning binnengekomen door
verbreking van een raam aan de rechterzijde van de woning. Weggenomen zijn (opgave
vermiste goederen, pagina’s 569 t/m 571) 50 kledingstukken, 6 sporttassen, een rugzak, een
Nintendo computer, cosmetica, een Apple computer, horloges, zakje wierook, een
spiegelreflex camera, een zonnebril Ray Ban, een gouden bril met zonneglazen, 3 paar
handschoenen, 3 verrekijkers, 2 Samsung telefoons (een met lader), 3 Nokia telefoons, 2
HTC telefoons, een babyfoon, een zilveren hartje, een gouden trouwring, een dasspeld, 3
horloges, een paar manchetknopen, een riem, 10 paar sokken.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina 572) blijkt dat[aangever 8] op 4 februari 2014 uit handen van de politie heeft terug ontvangen een trouwring.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina’s 573 en 574) blijkt dat[aangever 8] op 9 januari 2014 uit handen van de politie heeft terug ontvangen 44 kledingstukken, 3 sporttassen, een rugzak, een Nintendo computer, een leren handtasje, een beker met dobbelstenen, een Ajax portemonnee, een knieband, een FC Groningen-sjaal, horloges, een spiegelreflex camera, een zonnebril Ray Ban, een gouden bril met zonneglazen, 1 paar handschoenen, 3 verrekijkers, 3 Samsung telefoons (2 met lader), 1 Nokia telefoon, 1 HTC telefoon, een babyfoon, een zilveren hartje, dasspelden, 5 horloges, manchetknopen, 2 zwarte hoesjes, Argan olie, Apple oortjes.
Aangever [aangever 9] (feit 8) doet aangifte van inbraak in zijn woning aan de [adres]
te Zuidlaren (proces-verbaal aangifte, pagina’s 538 en 539. Het feit is
gepleegd op donderdag 26 december 2013 tussen 10:30 uur en 22:55 uur. [aangever 9]
verklaart - zakelijk weergegeven - dat hetgeen is weggenomen hem geheel in eigendom
toebehoort en dat niemand het recht of de toestemming had die goederen weg te nemen
noch om dit te doen door middel van braak. Hij zag dat er in de woning was ingebroken.
Een raam van de woonkamer aan de achterzijde van de woning was geforceerd.
Weggenomen zijn een Apple I-Mac computer, een kastje voor internetverbinding, een
Playstation 3 met controllers en kabels, een koptelefoon, een bloeddrukmeter, een digitale
fotocamera, een Apple iPad, een laptop Asus, een 50 gulden munt, een halve gulden munt,
een guldenbriefje, een zilveren ketting met parel, zonnebrillen (Ray Ban, Voque), 2
herenhorloges, 2 dameshorloges, € 600,00, kleingeld, sporttas, herenkleding, etenswaren.
Uit het proces-verbaal bewijs van ontvangst (pagina 541) blijkt dat [aangever 9] op 9 januari 2014 uit handen van de politie heeft terug ontvangen een zilveren hanger met parel, 10 flesjes parfum, sporttas, bloeddrukmeter, een herenhorloge, Playstation 3, zonnebrillen (Ray Ban en Voque) koptelefoon, aansteker, fles whisky, Asus laptop, Apple muis en laptop, 1 gulden bankbiljet, 7 jubileummunten, 2 dameshorloges, een zilveren armband, een herenhorloge, 4 armbanden, Nokia-telefoon, blik met 5 eurocent munten, zaklamp, IMAC, kleding, een Diesel horloge.
De rechtbank bezigt tevens tot het bewijs de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 7 januari 2014, opgemaakt door J. Hielkema, brigadier van Politie Noord Nederland (pagina’s 54 t/m 63). In deze kennisgeving staan geregistreerd de goederen die in het hol zijn aangetroffen. De rechtbank constateert dat hieruit blijkt dat onder de goederen die in het hol zijn aangetroffen, zich goederen bevinden die zijn ontvreemd bij de inbraken zoals genoemd in de hiervoor vermelde aangiften.
Het gaat onder meer om de volgende goederen:
  • een laptop Toshiba, genoemd in de aangifte bij feit 2 (pagina 60);
  • een Ozoo horloge, genoemd in de aangifte bij feit 3 (pagina 62);
  • een set van 3 eremedailles ISAF, genoemd in de aangifte bij feit 4 (pagina 57);
  • een zakje met siersteentjes, genoemd in de aangifte bij feit 4 (pagina 58);
  • een zakmes, genoemd in de aangifte bij feit 4 (pagina 61);
  • een externe harde schijf met kabel, genoemd in de aangifte bij feit 5 (pagina 57);
  • een roze etui met roze Nintendo spelcomputer, genoemd in de aangifte bij feit 6 (pagina 56);
  • een HP babyfoon, genoemd in de aangifte bij feit 7 (pagina 55);
  • drie sporttassen, genoemd in de aangifte bij feit 7 (pagina 57);
  • zonnebrillen Rayban en Voque, genoemd in de aangifte bij feit 8 (pagina 60);
  • een bloeddrukmeter, genoemd in de aangifte bij feit 8 (pagina 60);
  • een computer Asus, genoemd in de aangifte bij feit 8 (pagina 60);
  • een computer I-Mac, genoemd in de aangifte bij feit 8 (pagina 60).
Nu de verdachten geen enkele plausibele verklaring hebben gegeven voor de omstandigheid dat bij de inbraken ontvreemde goederen bij hen in de kuil zijn aangetroffen, en het dossier ook voor het overige geen aanwijzingen bevat die tot een ander oordeel nopen, of op grond waarvan een ander scenario aannemelijk is geworden, is de rechtbank van oordeel dat hiermee de betrokkenheid van verdachten bij voornoemde inbraken in voldoende mate is komen vast te staan. Gelet op de hiervoor aangehaalde verklaring van [verdachte 1] is naar het oordeel van de rechtbank bij het plegen van de inbraken sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de beide verdachten.
De rechtbank acht op grond van voormelde verklaringen en bevindingen dat de onder 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair en 8 primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3 primair, onder 4 primair, onder 5 primair, onder 6 primair, onder 7 primair en 8 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 25 december 2013 te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres], heeft weggenomen een computer/tablet en een mobiele telefoon, toebehorende aan [aangever 1], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
2.
hij op 25 of 26 december 2013 te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning[adres] heeft weggenomen sieraden, goud en 2 laptops, toebehorende aan [aangever 2], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
3.
hij op 25 of 26 december 2013 te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres] heeft weggenomen sieraden, een gouden herinneringsmunt, een iPad, een iPad smart cover, een telefoon lader en geld, toebehorende aan [aangever 3], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
4.
hij in de periode van 26 december 2013 tot en met 28 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres] heeft weggenomen een geldkistje, geld, medailles, speldjes, een laptop, een laptoptas, een sieraad en een blik erwtensoep, toebehorende aan [aangever 5], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
5.
hij in de periode van 24 december 2013 tot en met 30 december 2013, te Annen, gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres] heeft weggenomen sieraden, toebehorende aan [aangever 6], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
6.
hij in de periode van 20 december 2013 tot en met 23 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres] heeft weggenomen een kluis (met inhoud), geld, een horloge en een filmcamera met tas, toebehorende aan [aangever 7], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
7.
hij in de periode van 22 december 2013 tot en met 25 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres] heeft weggenomen kleding, schoeisel, sporttassen, een rugzak, een spelcomputer + spellen, cosmetica, een computer, een horloge, wierook, film/foto apparatuur, telefoons, een babyfoon en sieraden, toebehorende aan[aangever 8], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
8.
hij op 26 december 2013, te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres] heeft weggenomen een computer, een kastje voor internetverbinding, een playstation, een koptelefoon, een bloeddrukmeter, een fotocamera, een iPad, een laptop, munten, sieraden, zonnebrillen, geld, een sporttas, kleding en etenswaren, toebehorende aan [aangever 9], waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3 primair, onder 4 primair, onder 5 primair, onder 6 primair, onder 7 primair en onder 8 primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Kwalificaties

Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
1.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
2.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
3.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
4.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
5.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
6.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
7.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
8.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;

Strafbaarheid

De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte, de oriëntatiepunten voor de straftoemeting en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 8 april 2014, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld ter zake van een soortgelijk feit.
De officier van justitie vordert dat de rechtbank verdachte voor deze feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt dat het bewezene ernstige feiten betreffen en dat verdachte en zijn medeverdachte bij het plegen van deze feiten louter en alleen uit winstbejag c.q. geldzucht hebben gehandeld en dat zij daarbij op geen enkele wijze rekening hebben gehouden met de gevolgen die hun handelingen voor de slachtoffers zouden hebben. In het algemeen hebben dergelijke feiten een grote impact op de betrokken slachtoffers en versterken dergelijke feiten het gevoel van onveiligheid in de maatschappij en voor de onderhavige feiten in het bijzonder in de dorpen Annen en Zuidlaren.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank verder rekening gehouden met de omstandigheden en achtergronden van de verdachte zoals omschreven in het voorlichtingsrapport van het Leger des Heils, Jeugdzorg & Reclassering te Groningen van 19 maart 2014.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat het opleggen van gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, zoals door de officier van justitie gevorderd, een passende bestraffing is voor deze verdachte.

Benadeelde partij [aangever 5] te Annen

De benadeelde partij heeft met betrekking tot het tenlastegelegde feit onder 4 een vordering tot vergoeding van geleden (immateriële) schade ingediend ten bedrage van € 280,00.
De rechtbank acht het causaal verband tussen dat bewezen verklaarde feit 4 en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot genoemd bedrag van € 280,00 voldoende aannemelijk gemaakt en niet onredelijk. De civiele vordering is dan ook gegrond en tot dit bedrag voor toewijzing vatbaar.

Schadevergoedingsmaatregel [aangever 5] te Annen

Met betrekking tot het bewezen verklaarde feit onder 4 acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht tot een bedrag van € 280,00 aansprakelijk voor de schade, die door dat strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.

Benadeelde partij [aangever 10] te Zuidlaren

De benadeelde partij heeft met betrekking tot het ad informandum tenlastegelegde feit onder 10 een vordering tot vergoeding van geleden (immateriële) schade ingediend.
De verdachte heeft de ad informandum gevoegde feiten niet erkend, zodat de rechtbank in dit stadium geen beslissing kan nemen op de vordering van de benadeelde partij.
De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3 primair, onder 4 primair, onder 5 primair, onder 6 primair, onder 7 primair en onder 8 primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3 primair, onder 4 primair, onder 5 primair, onder 6 primair, onder 7 primair en onder 8 primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tevens tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 5]te Annen, van de som van
€ 280,00en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 5]te Annen van een bedrag van
€ 280,00, bij gebreke van betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voor-meld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij, [aangever 10] te Zuidlaren, niet ontvankelijk is in haar vordering en dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.M. Oostdam, voorzitter en mr. P.J. van Steen en mr.
S. Zwerwer, rechters, in tegenwoordigheid van J. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 23 mei 2014, zijnde mr. P.J. van Steen en mr. S. Zwerwer buiten staat dit vonnis binnen de daartoe door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.