Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 26 februari 2014 waarbij een comparitie is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 april 2014.
2.De feiten
3.De vordering
d.d. 5 januari 2011 te ontbinden.
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
50.000 m3 x € 2,00 = € 100.000,00. Geologistiek betwist dat [A 1] schade heeft geleden, omdat de situatie van het perceel ongewijzigd is gebleven en [A 1] het perceel onder normale omstandigheden heeft kunnen exploiteren. De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Anders dan [A 1] kennelijk betoogt, is zijn schade niet zonder meer gelijk te stellen aan de vergoeding die hij bij een onberispelijke nakoming door Geologistiek zou hebben ontvangen. De omvang van de schadevergoeding dient te worden vastgesteld door met elkaar in vergelijking te brengen, enerzijds, de hypothetische situatie waarin [A 1] zou hebben verkeerd bij een in alle opzichten onberispelijke wederzijdse nakoming en, anderzijds, de feitelijke situatie waarin hij na de ontbinding van de overeenkomst verkeert. Zoals [A 1] zelf in de dagvaarding stelt, zouden de percelen gedurende ten minste één jaar na het aanbrengen van de baggerspecie niets voor hem opleveren. Daarnaast heeft Geologistiek onbetwist gesteld dat [A 1] ook kosten bespaard zijn gebleven doordat hij de percelen niet heeft hoeven egaliseren, wat na het aanbrengen van de baggerspecie wel nodig zou zijn geweest. De overeenkomst bracht dus niet, zoals [A 1] kennelijk betoogt, alleen maar voordelen mee. Gelet op het gemotiveerde verweer van Geologistiek had het op de weg van [A 1] gelegen om zijn schade nader te onderbouwen. Dit heeft hij evenwel nagelaten, zodat aan bewijslevering ter zake van het bestaan en de omvang van schade niet wordt toegekomen. Zijn vordering zal - voor zover hij bedoeld heeft gederfde inkomsten te vorderen - daarom worden afgewezen. Dat [A 1] naar eigen zeggen de percelen al die tijd beschikbaar heeft gehouden - hetgeen Geologistiek ontkent - doet naar het oordeel van de rechtbank aan het voorgaande niet aan af. Op grond van de overeenkomst was [A 1] niet verplicht om de landbouwgrond ongebruikt te laten zolang Geologistiek nog niet tot verwerking van de baggerspecie was overgegaan. In de aanvullende voorwaarden staat met zoveel woorden dat er over de periode van uitvoering overleg met [A 1] zou zijn en Geologistiek heeft onbetwist gesteld dat [A 1] steeds op de hoogte is gehouden over de uitvoering van het werk en de problemen die daarbij werden ondervonden. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat [A 1] er zelf voor gekozen heeft om, zoals hij stelt, de percelen niet te gebruiken. In zoverre kan het (eventueel) niet gebruiken van de landbouwgrond naar het oordeel van de rechtbank ook niet worden aangemerkt als schade die als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst is ontstaan.
M. v.d. Kraan BV heeft overgelegd. Geologistiek betwist deze stellingen van [A 1]. Volgens Geologistiek willen de gemeente en de eigenaar de percelen inrichten als "plas dras gebied" wat betekent dat de landbouwgrond niet opgehoogd maar juist verlaagd moet worden. De rechtbank constateert allereerst dat de vordering van [A 1] uitgaat van de overeengekomen vergoeding, en niet van kosten voor grondaanvoer. Wat daar ook van zij, dat de landbouwgrond ter verbetering opgehoogd moet worden is door [A 1] wel gesteld maar niet onderbouwd. Dit had wel op zijn weg gelegen te doen, gelet op het verweer van Geologistiek op dit punt. Zo blijkt bijvoorbeeld nergens uit dat [A 1] daadwerkelijk al het plan had opgevat om de landbouwgrond ter verbetering op te hogen voordat hij de overeenkomst met Geologistiek aanging. Evenmin is gebleken dat de noodzaak hiertoe nog steeds bestaat. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [A 1] zijn schadevergoedingsvordering ook in zoverre onvoldoende onderbouwd. Het voorgaande brengt mee dat de door [A 1] gevorderde schadevergoeding afgewezen zal worden. De nevenvorderingen ter zake van de buitengerechtelijke kosten en de rente delen hetzelfde lot.
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)