In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over een verzoek van [D], de wettelijk vertegenwoordiger van de 17-jarige [C], om dispensatie te verlenen zodat [C] kan deelnemen aan afdelingswedstrijden voor de Koninklijke Nederlandse Kaatsbond (KNKB) in de afdeling Winsum. De zaak is ontstaan omdat [C] woont in Baaium, waar geen kaatsvereniging is, en de KNKB eerder dispensatie had verleend voor deelname aan wedstrijden voor de afdeling Winsum. Echter, deze dispensatie werd later ingetrokken door de KNKB, wat leidde tot het verzoek aan de kantonrechter.
De procedure begon met een verzoekschrift van [D] en een verweerschrift van de KNKB, gevolgd door een zitting op 29 juli 2014. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [C] lid is van de KNKB en dat hij in de leeftijdscategorie 'jongens' speelt. De KNKB heeft in het verleden dispensatie verleend aan [C] om voor de afdeling Winsum te kaatsen, maar trok deze dispensatie terug op basis van hun reglementen, die bepalen dat spelers uit Baaium voor de afdeling Wjelsryp moeten uitkomen.
De kantonrechter oordeelde dat de eerdere dispensatie op juiste wijze was verleend en dat de KNKB niet kon terugkomen op deze toezegging. De rechter benadrukte dat de interne gang van zaken binnen de KNKB niet aan [D] kon worden tegengeworpen en dat de belangen van [C] om deel te nemen aan belangrijke wedstrijden, zoals de Freulepartij, zwaar wogen. Uiteindelijk besloot de kantonrechter dat de KNKB de dispensatie moest honoreren, waardoor [C] gerechtigd was om voor de afdeling Winsum te kaatsen gedurende het seizoen 2014. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.