3.1.[A] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. [B] veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag ad € 18.150,00 inclusief btw, dan wel enig ander bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente + 3%, dan wel subsidiair de wettelijke (handels)rente, gerekend vanaf de vervaldag der factuur d.d. 30 mei 2013 (13 juni 2013) tot aan de dag der algehele voldoening;
II. [B] veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag ad € 10.714,85 inclusief btw, dan wel enig ander bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente + 3%, dan wel subsidiair de wettelijke (handels)rente, gerekend vanaf 13 juni 2013, dan wel subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
III. [B] veroordeelt in de kosten van de procedure, onder de bepaling dat [B] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zijn betaald;
subsidiair, namelijk voor zover de rechtbank onverhoopt van mening mocht zijn dat er geen meerwerkopdrachten namens [B] zijn verstrekt:
IV. [B] veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag ad € 18.150,00 inclusief btw, dan wel enig ander bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, gerekend vanaf de vervaldag der factuur d.d. 30 mei 2013 (13 juni 2013) tot aan de dag der algehele voldoening;
V. [B] veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag ad € 10.714,85 inclusief btw, dan wel enig ander bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, gerekend vanaf 13 juni 2013, dan wel subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. [B] veroordeelt in de kosten van de procedure, onder de bepaling dat [B] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zijn betaald;
VII. bepaalt dat voor zover [C] eveneens wordt veroordeeld enig bedrag aan [A] te betalen, er sprake zal zijn van een hoofdelijke veroordeling van gedaagden waarbij geldt dat indien de één betaalt, de ander zal zijn gekweten;
voor zover de rechtbank van mening mocht zijn dat [C] niet beschikte over een toereikende volmacht om meerwerkopdrachten namens [B] aan [A] te verstrekken:
VIII. [C] veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag ad € 18.150,00 inclusief btw, dan wel enig ander bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, gerekend vanaf de vervaldag der factuur d.d. 30 mei 2013 (13 juni 2013) tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. [C] veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag ad € 10.714,85 inclusief btw, dan wel enig ander bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, gerekend vanaf 13 juni 2013, dan wel subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
X. [C] veroordeelt in de kosten van de procedure, onder de bepaling dat [C] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zijn betaald;
XI. bepaalt dat voor zover [B] eveneens wordt veroordeeld enig bedrag aan [A] te betalen, er sprake zal zijn van een hoofdelijke veroordeling van gedaagden waarbij geldt dat indien de één betaalt, de ander zal zijn gekweten.