In deze zaak vorderde eiser [A], een melkveehouder, schadevergoeding van de besloten vennootschap Heeres Mix- en Pomptechniek B.V. (hierna: Heeres) wegens schade aan zijn mestbassin, die volgens hem was veroorzaakt door mixwerkzaamheden uitgevoerd door Heeres. De mixwerkzaamheden vonden plaats op verschillende data in 2012, waarbij Heeres gebruik maakte van een mobiele mestmixer. Eiser stelde dat de schade aan de onderste folielaag van het mestbassin was ontstaan door deze werkzaamheden en dat Heeres aansprakelijk was voor de geleden schade. Heeres betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat de schade niet door haar was veroorzaakt, maar door andere factoren.
De rechtbank beoordeelde de vordering van [A] en de verweren van Heeres. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de schade was veroorzaakt door de mixwerkzaamheden van Heeres, onderbouwd door een rapport van PAS Mestopslagsystemen B.V. dat de schade aan de folie als gevolg van de mobiele mestmixer bevestigde. De rechtbank verwierp het verweer van Heeres dat de aansprakelijkheid beperkt was tot de factuurwaarde op basis van haar algemene voorwaarden, omdat deze voorwaarden niet van toepassing waren op de overeenkomst tussen partijen.
De rechtbank oordeelde dat Heeres toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dat zij gehouden was de schade te vergoeden. De gevorderde schadevergoeding van € 35.147,03 werd toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. Daarnaast werd Heeres veroordeeld in de proceskosten van [A]. Het vonnis werd uitgesproken op 10 september 2014.