In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Scheltinga, een kort geding aangespannen tegen Enexis B.V., vertegenwoordigd door mr. M.O. de Bont, met als doel vast te stellen dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaat tussen hem en Enexis. Eiser heeft van 4 januari 2010 tot 1 augustus 2013 gewerkt via Tempo Team B.V. bij Enexis op basis van een uitzendovereenkomst. Na de invoering van het Nieuwe Marktmodel op 1 augustus 2013 is eiser via een payrollconstructie bij Enexis blijven werken, waarbij hij zijn werkzaamheden op dezelfde wijze heeft voortgezet. Eiser vorderde onder andere dat Enexis hem per direct in staat zou stellen zijn werkzaamheden te hervatten en dat het salaris vanaf 1 augustus 2014 zou worden doorbetaald.
De mondelinge behandeling vond plaats op 16 september 2014, waarna partijen verzocht hebben om vonnis te wijzen. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen de feiten en omstandigheden van de zaak uiteengezet, waaronder de rol van de verschillende betrokken partijen en de juridische context van de payrollconstructie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen arbeidsovereenkomst tussen eiser en Enexis tot stand is gekomen, omdat de partijbedoeling en de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden niet duiden op een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft daarbij verwezen naar relevante jurisprudentie en de specifieke omstandigheden van de zaak.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van eiser afgewezen, maar de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 7 oktober 2014 door mr. A. Fokkema, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.