ECLI:NL:RBNNE:2014:5460

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 november 2014
Publicatiedatum
6 november 2014
Zaaknummer
18.930429-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van procesorde door het Openbaar Ministerie in strafzaak met meerdere tenlasteleggingen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 4 november 2014, stond de verdachte terecht op meerdere tenlasteleggingen, waaronder diefstal met braak. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie ernstige inbreuk had gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde. Dit kwam voort uit het feit dat er geen proces-verbaal van het Werktuigsporenonderzoek was opgemaakt voordat de zaak ter zitting kwam, waardoor de verdediging en de rechtbank niet over deze cruciale informatie beschikten. De verdachte was op verschillende zittingen verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.B. Pieters. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had gevorderd tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank verklaarde de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolging voor de meest ernstige tenlastelegging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de overige tenlasteleggingen, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De benadeelde partijen werden niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, die alleen bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend. De rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke veroordeling af, omdat de verdachte was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank Noord-Nederland

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummers: 18/930429-13
18/930093-14
19/700335-12 (vordering na voorwaardelijke veroordeling)
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 4 november 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 26 augustus 2014, 30 september 2014, 9 oktober 2014 en 21 oktober 2014.
Verdachte/veroordeelde is verschenen ter terechtzittingen van 26 augustus 2014, 30 september 2014 en 9 oktober 2014 en werd op die terechtzittingen bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.

Tenlasteleggingen

De verdachte is bij dagvaardingen tenlastegelegd, dat
parketnummer 18/930429-13
verdachte op of omstreeks 26 november 2013, te [pleegplaats 1] (althans) in de gemeente De Wolden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen, aldaar, aan de [pleegplaats 2], weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die woning, in elk geval de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, hebbende verdachte en/of één meer van verdachtes mededaders met een breekijzer, althans een breekvoorwerp, in elk geval een hard en/of stevig voorwerp, een deur (die toegang gaf tot de hal van die woning) opengebroken en
zich aldus de toegang tot die woning verschaft, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op of omstreeks 26 november 2013, te [pleegplaats 1] (althans) in de gemeente De Wolden, ter uitvoering van het door die daders voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen, aldaar, aan de [pleegplaats 2] weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) van zijn hun gading, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan die dader(s) en/of zijn/hun mededader(s) en/of aan verdachte, waarbij die dader(s) en/of zijn/hun mededader(s) zich de toegang tot die woning, althans de plaats des misdrijfs, heeft/hebben verschaft en/of het/de weg te nemen geld en/of goed(eren) van hun/zijn gading onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, hebbende één of meer van die daders en/of één of meer van zijn/hun mededaders met een breekijzer, althans een breekvoorwerp, in elk geval een hard en/of stevig voorwerp, een deur (die toegang gaf tot de hal van die woning)
opengebroken en zich aldus de toegang tot die woning verschaft, bij/tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte toen daar door die daders met een door verdachte bestuurde auto naar of in de onmiddellijke nabijheid van, die woning, althans de plaats van het misdrijf, te brengen of te vervoeren en/of (vervolgens) in de onmiddellijke nabijheid van die woning op de uitkijk te gaan staan, teneinde die dader(s) bij eventueel onraad te waarschuwen, althans op enigerlei (andere) wijze, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
parketnummer 18/930093-14
1.
verdachte op of omstreeks 23 november 2013, te [pleegplaats 1] (althans) in de gemeente De Wolden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen, aldaar, aan de [pleegplaats 3] heeft weggenomen (onder meer) een geldkist(je), inhoudende (ongeveer) 2308,05 euro, in elk geval een hoeveelhe(i)d(en) geld, en/of een protemonnee met daarin (ongeveer) 75 euro en/of een portemonnee met daarin (ongeveer) 460 euro en/of een portemonnee met daarin (ongeveeer) 400 euro en/of een ring en/of een ketting en/of een armband, in elk geval een of meer siera(a)d(en) en/of een computer/notebook
(van het merk Asus) en/of een computer/notebook (van het merk Toshiba) en/of één of meer fotocamera's en/of één of meer mediaspeler(s) (Ipod's) en/of een telefoon (van het merk Samsung (type Galaxy Fame) en/of een telefoon (van het merk Nokia en/of (een) sleutel(bo)s, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan (respectievelijk) [slachtoffer 2] en/of de [gymnastiekvereniging] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat [medeverdachte 2] op of omstreeks 23 november 2013, te [pleegplaats 1] (althans) in de gemeente De Wolden, al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen,
aldaar, aan de [pleegplaats 3] heeft weggenomen (onder meer) een geldkist(je), inhoudende (ongeveer) 2308,05 euro, in elk geval een hoeveelhe(i)d(en) geld, en/of een protemonnee met daarin (ongeveer) 75 euro en/of een portemonnee met daarin (ongeveer) 460 euro en/of een portemonnee met daarin (ongeveeer) 400 euro en/of een ring en/of een ketting en/of een armband, in elk geval een of meer siera(a)d(en) en/of een computer/notebook (van het merk Asus) en/of een computer/notebook (van het merk Toshiba) en/of één of meer fotocamera's en/of één of meer mediaspeler(s) (Ipod's) en/of
een telefoon (van het merk Samsung (type Galaxy Fame) en/of een telefoon (van het merk Nokia en/of (een) sleutel(bo)s, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan (respectievelijk) [slachtoffer 2] en/of de [gymnastiekvereniging] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die dader(s) en/of diens/hun mededader(s) en/of aan verdachte, waarbij die dader(s) en/of diens/hun mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of (een) gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of
(een) inlichting(en) heeft verschaft, door in de onmiddelijke nabijheid van die woning, althans de plaats des misdrijfs, op de uitkijk te gaan staan, teneinde die dader(s) en/of diens/hun mededader(s) bij eventueel onraad te waarschuwen;
2.
verdachte op of omstreeks 25 november 2013 en/of 26 november 2013, te [pleegplaats 4], (althans) in de gemeente De Wolden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit woning gelegen, aldaar, aan de [pleegplaats 4] heeft weggenomen een (grote) stofzuiger (van het merk Vesto) en/of een verfstripper (van het merk Metabo) en/of een slagmoersleutel
en/of een set met moersleutels (van het merk Metabo) en/of een schroefboormachine (van het merk Makita), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
verdachte op of omstreeks 24 november 2013, te [pleegplaats 5], (althans) in de gemeente Assen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen, aldaar, aan de [pleegplaats 5] heeft weggenomen een draagmedaille/onderscheiding en/of een (grote) hoeveelheid/hoeveelheden tafelzilver, althans een groot aantal huishoudelijke artikelen/huishoudelijke gebruiksvoorwerpen en/of een groot aantal, in elk geval een
hoeveelheid/hoeveelheden, sieraden en/of een (zogenaamd) bidprentje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank zal, waar in de tenlasteleggingen staat “verdachte en/of zijn mededader(s)” lezen alsof daar staat “verdachte en/of zijn medeverdachte(n)”. De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie, mr. C. Coster, acht hetgeen onder parketnummer 18/930429-13 primair aan verdachte is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: vier maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, integrale en hoofdelijke toewijzing van de civiele vordering van [slachtoffer 1], tevens in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, afwijzing van de civiele vorderingen van [slachtoffer 2], [gymnastiekvereniging] en [slachtoffer 6], en tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter in het arrondissement Assen van 19 december 2012 opgelegde voorwaardelijke taakstraf van vijftig uren subsidiair 25 dagen jeugddetentie.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie met betrekking tot het feit onder parketnummer 18/930429-13
Aan verdachte is onder dit feit tenlastegelegd dat hij samen met anderen uit de woning aan de [pleegplaats 2] geld en/of goederen van hun gading heeft willen wegnemen. Daartoe zouden zij (onder meer) met een breekijzer de keukendeur hebben trachten open te breken.
Uit forensisch onderzoek [1] bleek dat diverse indruksporen van twee verschillende afmetingen in de deur zichtbaar waren. Deze sporen werden onder SIN AAFS4871NL en SIN AAFS3872NL afgevormd, gewaarmerkt en veilig gesteld.
In de in beslag genomen auto van de verdachten werd een breekijzer aangetroffen. [verbalisant 1] relateert in het proces-verbaal dat een vergelijkend onderzoek met de beide indruksporen en het breekijzer zal worden uitgevoerd. Qua maat passen de indruksporen bij het in de auto van de verdachten aangetroffen breekijzer, aldus de [verbalisant 1] in het zich in het dossier bevindende proces-verbaal. Dit laatste is door de officier van justitie beaamd tijdens haar requisitoir op de terechtzitting van 26 augustus 2014 tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak.
De raadkamer van deze rechtbank heeft op 6 februari 2014 de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de voorlopige hechtenis in de zaak tegen de [medeverdachte 2] d.d. 29 januari 2014 behandeld. Blijkens de aantekeningen van de griffier heeft de officier van justitie toen in raadkamer gezegd dat uit technisch onderzoek geen overeenkomst is aangetoond tussen de indruksporen die in de deur zichtbaar waren en het in beslag genomen breekijzer. Een rapport of een beschrijving in een proces-verbaal van dit - voor verdachte ontlastend - vergelijkend onderzoek heeft de rechtbank ten tijde van de inhoudelijke behandeling van de zaak op 26 augustus 2014 echter niet in het strafdossier aangetroffen. Door de raadsvrouw van de medeverdachte Bolingoli is de rechtbank daarop tijdens haar pleidooi ter terechtzitting van 26 augustus 2014 geattendeerd.
Pas na heropening van het onderzoek ter terechtzitting en vervolgens schorsing van het onderzoek ter terechtzitting door de rechtbank om, naar aanleiding van de verklaring van de raadsvrouw van de [medeverdachte 2] en de raadkameraantekeningen van de griffier, nadere informatie te verkrijgen, heeft de officier van justitie ter terechtzitting van 9 oktober 2014 verklaard dat forensisch [verbalisant 2], die als werktuigspoordeskundige bij deze zaak betrokken is geweest, een vergelijkend onderzoek heeft verricht waarbij hij tot de conclusie is gekomen dat niet kan worden vastgesteld dat het in de auto van de verdachten aangetroffen breekijzer de indruksporen in de keukendeur heeft veroorzaakt. De officier van justitie heeft zijn bevindingen in een proces-verbaal neergelegd en dit aan de rechtbank overgelegd. Aan dit proces-verbaal is het proces-verbaal Werktuigsporenonderzoek van [verbalisant 2] d.d. 1 oktober 2014 gehecht [2] .
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de officier van justitie door niet eerder een proces-verbaal Werktuigsporenonderzoek te laten opmaken zodat dit aan het strafdossier kon worden toegevoegd, en de verdediging en de rechtbank daarvan kennis hadden kunnen nemen, ernstig inbreuk gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor - weliswaar niet doelbewust - maar wel met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan [3] .
De conclusie kan dan ook geen andere zijn dan dat de officier van justitie niet kan worden ontvangen in de vervolging van de verdachte met betrekking tot het onder parketnummer 18/930428-13 onder 1. primair en subsidiair tenlastegelegde feit.

De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging van verdachte met betrekking tot de onder parketnummer 18/930093-14 tenlastegelegde feiten en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak

De verdachte dient van het onder parketnummer 18/930093-14 onder 1. primair en subsidiair en onder 2. en 3. tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank deze feiten, evenals de officier van justitie en de raadsvrouw van verdachte, niet wettig en overtuigend bewezen acht. In het dossier bevindt zich weliswaar een aantal aanwijzingen en aanknopingspunten dat verdachte betrokken is geweest bij de hem tenlastegelegde feiten, maar dat is onvoldoende om wettig en overtuigend bewezen te kunnen achten dat verdachte één of meer van die feiten heeft gepleegd.

Benadeelde partij [slachtoffer 1] (parketnummer 18/930429-13)

De rechtbank zal, zoals hiervoor is overwogen, de officier van justitie niet ontvankelijk verklaren in de vervolging van de verdachte met betrekking tot dit feit. De benadeelde partij kan daarom niet worden ontvangen in de civiele vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Benadeelde partijen [slachtoffer 2], [gymnastiekvereniging] en [slachtoffer 6] (parketnummer 18/930093-14)
De rechtbank acht de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partijen zullen niet ontvankelijk worden verklaard in hun civiele vorderingen. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19/700335-12
De rechtbank zal de vordering afwijzen omdat de rechtbank de officier van justitie niet ontvankelijk zal verklaren in de vervolging van verdachte onder parketnummer 18/930429-13 en zij de verdachte zal vrijspreken van de onder parketnummer 18/930093-14 onder 1. primair en subsidiair en 2. en 3. tenlastegelegde feiten.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolging van de verdachte met betrekking tot het onder parketnummer 18/930429-13 primair en subsidiair tenlastegelegde.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder parketnummer 18/930093-14 onder 1. primair en subsidiair en 2. en 3. is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [gymnastiekvereniging] en [slachtoffer 6] niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen en dat de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht. De benadeelde partijen en de verdachte dragen de eigen kosten.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19/700335-12
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter, en mr. J.G. de Bock en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 4 november 2014. Mr. De Bock is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.dossierpagina 85 van het proces-verbaalnr. PL033V-2013087260-81, opgemaakt op 14 januari 2014
2.proces-verbaal Werktuigsporenonderzoek d.d. 1 oktober 2014, PL0300-2013087260-89
3.HR 19 december 1995, NJ 1996/249