ECLI:NL:RBNNE:2014:5488

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 november 2014
Publicatiedatum
6 november 2014
Zaaknummer
18.830600-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man wegens het bezit en de verspreiding van kinderporno en dierenporno

Op 6 november 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 57-jarige man, die werd beschuldigd van het bezit en de verspreiding van kinderporno en dierenporno. De verdachte was aanwezig op de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.J. de Mare, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 19 maart 2013 tot en met 14 augustus 2013, in de gemeente Pekela, een groot aantal afbeeldingen heeft verspreid en in bezit heeft gehad die seksuele gedragingen vertoonden van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, alsook afbeeldingen met ontuchtige handelingen tussen mensen en dieren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan deze feiten, waarbij hij een gewoonte had gemaakt van het bezit en de verspreiding van deze afbeeldingen.

De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en verschillende proces-verbaal van de politie. De rechtbank achtte de verklaringen van de verdachte en de verzamelde bewijsmiddelen voldoende om tot een veroordeling te komen. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 181 dagen, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en ambulante behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de impact van kinderporno op de slachtoffers en de samenleving. De uitspraak is gedaan met inachtneming van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Locatie Groningen
Parketnummer: 18/830600-13
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
6 november 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te 9663 RN [pleegplaats], [woonadres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 oktober 2014.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.J. de Mare, advocaat te Groningen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 19 maart 2013 tot en met 14 augustus 2013,
te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Pekela, in elk geval in Nederland,
één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten (5697)
fotoafbeeldingen en/of (677) filmafbeeldingen en/of (een) gegevensdrager(s)
bevattende (een) afbeelding(en) heeft
verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal met de penis en/of met (een) vinger(s)/hand en/of met een voorwerp
en/of met de mond/tong
en/of vaginaal met de penis en/of met (een) vinger(s)/hand en/of met een
voorwerp en/of met de mond/tong
en/of anaal met de penis en/of met (een) vinger(s)/hand en/of met een voorwerp
penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal met de penis en/of met de mond/tong en/of vaginaal met de penis
en/of met de mond/tong en/of anaal met (een) vinger(s)/hand penetreren van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de mond/tong en/of de billen met de
penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de mond/tong
en/of de borsten met de penis en/of (een) vinger(s)/hand van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of met de mond/tong en/of de billen met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of de borsten met (een) vinger(s)/hand van een (ander)
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt
en/of
het door een dier oraal en/of vaginaal met de mond/tong penetreren van het
lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een dier likken en/of betasten en/of aanraken van een ander deel van
het lichaam dan van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een
persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in
een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een) (erotisch getinte)
houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of door de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze
perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de
(ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van (een)
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van (een)
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
2.
hij in of omstreeks de periode van 19 maart 2013 tot en met 14 augustus 2013,
te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Pekela, in elk geval in Nederland,
één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten
meerdere fotoafbeeldingen en/of meerdere filmafbeeldingen en/of (een)
gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) heeft
verspreid en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
in bezit gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar
is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier waren betrokken of schijnbaar
waren betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handelingen bestonden uit penetraties tussen
volwassen vrouwen en paarden en/of honden,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

Bewijsvraag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 1 ten laste gelegde, te weten - kort gezegd - het bezit en het verspreiden van kinderporno en het onder 2 ten laste gelegde, te weten het bezit en het verspreiden van dierenporno wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat verdachte de beschikkingsmacht heeft gehad over de bestanden met kinderporno en dierenporno doordat hij deze heeft opgeslagen op de harde schijf. Verdachte heeft bewust naar de beelden gekeken en is daarvan opgewonden geraakt.
Verdachte heeft daarnaast de bestanden verspreid doordat hij contact heeft gehad met personen via het [netwerk]. Verdachte heeft zich bij het gebruik maken van [netwerk] niet verdiept in de daar bestaande opties om andere personen toegang tot zijn bestanden te ontzeggen. Daarmee heeft verdachte voorwaardelijk opzet gehad op het verspreiden van kinderporno. Verdachte heeft daarmee de aanmerkelijke kans aanvaard dat andere personen toegang hebben tot zijn bestanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde voor wat betreft het bezit van kinderporno en dierenporno wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van het verspreiden van de kinderporno en de dierenporno heeft de raadsman primair aangevoerd dat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. Verdachte heeft zich bij het maken van een account op [netwerk], waarbij hij toegang had tot de bestanden, niet gerealiseerd dat hij daarbij ook andere personen toegang heeft verschaft tot zijn bestanden.
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank past met betrekking tot de ten laste gelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting afgelegd
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juni 2013, opgenomen in het dossier met nummer 2013072998, d.d. 11 oktober 2013, van Politie Eenheid Noord-Nederland, district Groningen
Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 9 oktober 2013, opgenomen op p. 87 e.v. van voornoemd dossier
Ik heb gebruik gemaakt van het P2P programma [netwerk] bijvoorbeeld voor het downloaden van pornografisch materiaal.
Een proces-verbaal beeldmateriaal d.d. 19 april 2013, opgenomen op p. 38 e.v. van voornoemd dossier
Een proces-verbaal bevindingen kinderporno-onderzoek d.d. 14 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting afgelegd
Een proces-verbaal bevindingen onderzoek porno tussen mens en dier d.d. 7 oktober 2013, met bijlage, opgenomen op p. 74 e.v. van voornoemd dossier
Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 9 oktober 2013, opgenomen op p. 87 e.v. van voornoemd dossier
Ik heb gebruik gemaakt van het P2P programma [netwerk] bijvoorbeeld voor het downloaden van pornografisch materiaal.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zowel het bezit als het verspreiden van kinderporno en dierenporno. Daartoe overweegt de rechtbank dat verdachte een account heeft aangemaakt op [netwerk], een computerprogramma dat toegang biedt tot een gesloten peer to peer (P2P) filesharing-netwerk. Het doel van [netwerk] is om bestanden uit te wisselen met door de gebruiker zelf gekozen contactpersonen. Dit contactpersoon-principe houdt in dat de gebruiker eerst andere mensen moet toevoegen aan zijn contactpersonen, waarna met de contactpersonen bestanden uitgewisseld kunnen worden.
De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte van het voorgaande op de hoogte was, nu hij een account heeft aangemaakt op [netwerk] en via dit computerprogramma bestanden heeft gedownload. Verdachte moet derhalve op zijn minst de kans op de koop hebben toegenomen dat hij bestanden heeft gedeeld met de contactpersonen, die hij zelf heeft toegevoegd.
Gezien de periode waarin en de structurele wijze waarop verdachte de afbeeldingen heeft gedownload en verspreid is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een gewoonte.
Bewezenverklaring
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 19 maart 2013 tot en met 14 augustus 2013,
te [pleegplaats], meermalen telkens een groot aantal afbeeldingen, te weten 5697
fotoafbeeldingen en 677 filmafbeeldingen en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen heeft
verspreid en/of in bezit gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal met de penis en met een vinger/hand en met een voorwerp en met de mond/tong
en vaginaal met de penis en met een vinger/hand en met een voorwerp en met de mond/tong en anaal met de penis en met een vinger/hand en met een voorwerp penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen met de penis en een vinger/hand en een voorwerp en de mond/tong en de billen met de penis en een vinger/hand en een voorwerp en de mond/tong en de borsten met de penis en een vinger/hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen met de penis en een vinger/hand en met de mond/tong en de billen met de penis en een vinger/hand en de borsten met een vinger/hand van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt
en
het door een dier oraal en vaginaal en met de mond/tong penetreren van het
lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het door een dier likken van een ander deel van het lichaam dan van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van personen die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed zijn en opgemaakt zijn en poseren in een omgeving en met voorwerpen en in een erotisch getinte
houding op een wijze die niet bij hun leeftijd passen en en/of waarbij deze personen zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van hun kleding ontdoen
en/of door de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze personen en/of de uitsnede van de afbeeldingen/films nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen bij en ejaculeren op het lichaam van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt en het houden van een (stijve) penis bij het gezicht/lichaam van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt
waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
2.
hij in de periode van 19 maart 2013 tot en met 14 augustus 2013,
te [pleegplaats], meermalen telkens een groot aantal afbeeldingen, te weten
meerdere fotoafbeeldingen en meerdere filmafbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen heeft
verspreid en/of in bezit gehad,
terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een mens en een dier waren betrokken of schijnbaar waren betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handelingen bestonden uit penetraties tussen
volwassen vrouwen en paarden en/of honden,
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De verdachte zal van het meer of anders onder 1 en 2 ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

Strafbaarheid van de feiten

Het bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafoplegging

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, met daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van 181 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, waarbij als bijzondere voorwaarden worden opgelegd een meldplicht een een ambulante behandeling bij de AFPN.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich voor wat betreft de strafoplegging aangesloten bij de vordering van de officier van justitie.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ten laste van verdachte is bewezen verklaard dat hij kinderporno en dierenporno in bezit heeft gehad en heeft verspreid. Het bezit en de verspreiding van kinderporno dient met kracht te worden bestreden, nu bij de vervaardiging daarvan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot gesteld worden psychische schade op die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Verdachte heeft het vervaardigen van kinderporno indirect bevorderd omdat hij, door kinderporno te downloaden en te verspreiden, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen. Daarnaast is dierenporno in strijd met de goede zeden.
Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan het plegen van ernstige feiten. Verdachte heeft van deze feiten een gewoonte gemaakt, hetgeen een strafverzwaringsgrond is.
Voor enig vergelijk in de strafoplegging heeft de rechtbank gekeken naar de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. Als uitgangspunt voor een gewoonte maken van het bezit en de verspreiding van kinderporno wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee jaar gehanteerd.
De rechtbank heeft ten aanzien van de strafoplegging aan verdachte in aanmerking genomen dat hij, blijkens het hem betreffend uittreksel justitiële documentatie, niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Daarnaast heeft de rechtbank laten meewegen dat verdachte na zijn aanhouding meteen contact heeft gezocht met een psycholoog en open staat voor hulpverlening. Voorts neemt de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat in aanmerking dat verdachte er blijk van heeft gegeven de ernst van de situatie in te zien. Verdachte geeft aan dat hij zich erg schaamt voor zijn gedrag en met behulp van een psycholoog andere manieren heeft geleerd om met spanningen om te gaan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van de reclassering van 21 februari 2014. In het rapport wordt geadviseerd een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen, waarbij de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd worden:
• Meldplicht
• Behandelverplichting - Ambulante behandeling
De reclassering geeft aan dat het mogelijk is verdachte een werkstraf op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank een werkstraf van na te noemen duur met daarnaast een forse voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij de bijzondere voorwaarden worden opgelegd zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport, passend en geboden teneinde de ernst van de feiten te benadrukken en verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 22c, 22d, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders onder 1 en 2 is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 240 uren, met bevel dat vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast als veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht.
De werkstraf moet zijn voltooid binnen een jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis. De veroordeelde zal zich met betrekking tot de werkstraf gedragen naar de aanwijzingen te geven door of namens de Reclassering Nederland
een gevangenisstraf voor de duur van 181 dagen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich na uitnodiging meldt bij Reclassering Nederland, Leonard Springerlaan 21 te Groningen. Hierna moet hij zich gedurende door de reclassering te
Groningen bepaalde periode blijven melden zo frequent als de reclassering te
Groningen gedurende deze periode nodig acht. Gedurende deze periode moet de
veroordeelde zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor
zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Dit
betekent dat de toezichthouder de veroordeelde opdrachten geeft die betrekking
hebben op zijn handel en wandel;
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder ambulante (dag-)behandeling zal stellen bij de AFPN of vergelijkbare instelling in het forensisch circuit, gericht op mogelijke delict scenario's en zijn eigen handelen.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door P.H.M. Smeets, voorzitter, H.L. Stuiver en J.V. Nolta, rechters, bijgestaan door mr. T.J. de Wind, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 november 2014.