ECLI:NL:RBNNE:2014:5623

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 november 2014
Publicatiedatum
13 november 2014
Zaaknummer
090524-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en belediging door het onrechtmatig openen van post en het vervalsen van facturen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 11 november 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van oplichting en belediging. De verdachte heeft in een periode van vijf maanden twee personen opgelicht door hun post te openen en facturen te vervalsen. Hij heeft de facturen voorzien van zijn eigen rekeningnummer, waardoor de slachtoffers geldbedragen aan hem hebben overgemaakt in plaats van aan de rechtmatige ontvangers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de tenlasteleggingen niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een van de slachtoffers, en sprak hem daarom vrij van deze beschuldiging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, gezien zijn verstandelijke beperking en antisociale persoonlijkheidsstoornis, en hield rekening met deze omstandigheden bij de strafoplegging. De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een taakstraf op van 120 uren, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de schade niet aan de verdachte was tenlastegelegd. De rechtbank benadrukte het belang van reclasseringstoezicht en begeleiding voor de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Noord-Nederland

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummers: 18-090524-14
18-008358-14 en
96-017933-14
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 november 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [appellant].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 21 juli 2014, ter terechtzitting van de politierechter in deze rechtbank, en op 28 oktober 2014.
Verdachte is telkens verschenen en werd telkens bijgestaan door mr. H.A. Koning, advocaat te Meppel.

Tenlasteleggingen

De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting van 28 oktober 2014 gewijzigde tenlastelegging onder parketnummer 18-090524-14 bij dagvaardingen tenlastegelegd, dat
parketnummer 18-090524-14
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2013 tot en met 18 februari 2014 te [pleegplaats 1], althans in de gemeente Hoogeveen en/of te [pleegplaats 2], althans in de gemeente Meppel, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen (verdachte wilde geld van [slachtoffer 1] voor de verzorging van zijn dieren) immers heeft verdachte in voormelde periode 200, althans
meerdere mailtjes aan [slachtoffer 1] voornoemd gestuurd;
2.
hij meermalen, althans éénmaal, in of omstreeks de periode van 1 mei 2013 tot en met 18 februari 2014 te [pleegplaats 1], althans in de gemeente Hoogeveen en/of te [pleegplaats 2], althans in de gemeente Meppel, (telkens) opzettelijk beledigend [slachtoffer 1], in diens/dier tegenwoordigheid schriftelijk (via de mail) heeft toegevoegd de woorden "mierenneuker" en/of "dierenbeul" en/of "beul" en/of "klootzak"", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
parketnummer 18-008358-14
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2012 tot en met 20 december 2012 te [pleegplaats 2] (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen ( te weten 2 x 830,85 ) , in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid – een brief en/of een factuur (vanwege huur en/of faciliteiten van een camping) uit de brievenbus van die [slachtoffer 2] gevist/gehaald en/of die brief/factuur
voorzien van het [rekeningnummer], althans een op verdachtes naam gesteld rekeningnummer en/of (vervolgens) die brief/factuur bij die [slachtoffer 2] heeft bezorgd of laten bezorgen, waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of
- [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag ( te weten 150,- ) , in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - een brief en/of een factuur (vanwege tuinonderhoud) uit de brievenbus van die [slachtoffer 3] gevist/gehaald en/of die brief/factuur voorzien van het [rekeningnummer], althans een op verdachtes naam gesteld rekeningnummer en/of (vervolgens) die brief/factuur bij die [slachtoffer 3] heeft bezorgd of laten bezorgen, waardoor die [slachtoffer 3] werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2012 tot en met 12 oktober 2012 te [pleegplaats 2], althans in Nederland, een of meer facturen , - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk heeft voorzien van het [rekeningnummer], zulks met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
parketnummer 96-017933-14
1.
hij op of omstreeks 27 juni 2013 te [pleegplaats 2], in elk geval in Nederland, gebruik heeft gemaakt van het openbaar vervoer, te weten een trein van de Naamloze Vennootschap Nederlandse Spoorwegen, zonder een hiervoor geldig vervoerbewijs;
2.
hij op of omstreeks 22 juni 2013 te [pleegplaats 2], in elk geval in Nederland, gebruik
heeft gemaakt van het openbaar vervoer, te weten een trein van de Naamloze
Vennootschap Nederlandse Spoorwegen, zonder een hiervoor geldig vervoerbewijs.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlasteleggingen worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie, mr. M. Groenewegen, acht hetgeen aan verdachte is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank voor de belaging, de belediging en de oplichtingen zal opleggen: twee maanden gevangenisstraf, maar geheel voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, met niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in zijn civiele vordering, en toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van de overtredingen van artikel 70, eerste lid van de Wet Personenvervoer 2000.

De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak

De verdachte dient van het onder parketnummer 18-090524-14 onder 1. tenlastegelegde te worden vrijgesproken omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht met name niet wettig bewezen dat verdachte stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de heer [slachtoffer 1] omdat zij niet heeft kunnen vaststellen hoeveel mailtjes verdachte aan de heer [slachtoffer 1] heeft gestuurd. [slachtoffer 1] verklaart dat hij meer dan 200 mailtjes van verdachte heeft ontvangen [1] maar verdachte heeft ter terechtzitting van 28 oktober 2014 verklaard dat het er niet meer dan twintig zijn geweest. Daar komt bij dat verdachte blijkens zijn verklaring op 16 april 2014 [2] [slachtoffer 1] mailtjes mocht sturen - die [slachtoffer 1] moest beantwoorden - en alleen ’s vrijdags met hem mocht bellen.
De verdachte dient voorts van het onder parketnummer 18-090524-14 onder 2. tenlastegelegde te worden vrijgesproken omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht met name niet bewezen dat [slachtoffer 1] zich door de in de tenlastelegging vermelde woorden beledigd heeft gevoeld nu hij op 19 februari 2014 [3] uitsluitend aangifte heeft gedaan van smaad/smaadschrift omdat zijn eer en goede naam zijn aangetast door de negatieve berichtgeving die verdachte over aangever en de organisatie waarvoor hij werkzaam is op internet heeft geplaatst.

Bewijsmiddelen

Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en noch hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen
ten aanzien van het onder parketnummer 18-008358-14 primair tenlastegelegde
- de aangifte van [slachtoffer 2] [4] ;
- de aangifte van [slachtoffer 3] [5]
- de verklaring van de verdachte op 18 april 2013 [6]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 oktober 2014, zakelijk onder meer inhoudende:
ik had honger en ik had gehoord hoe je het moest doen. Ik heb de post met een stok uit de brievenbus gehaald en maakte de post open om te kijken wat er in zat.
ten aanzien van het onder parketnummer 96-017933-14 onder 1. tenlastegelegde
- een in de wettelijke vorm door [verbalisant 1], hoofdconducteur bij NS Reizigers B.V., standplaats Lelystad, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van NS, UvB-nummer D232977 van 19 augustus 2013;
ten aanzien van het onder parketnummer 96-017933-14 onder 2. tenlastegelegde
- een in de wettelijke vorm door [verbalisant 2], hoofdconducteur bij NS Reizigers B.V., standplaats Zwolle, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van NS, UvB-nummer D282947 van 3 september 2013;
ten aanzien van beide feiten onder parketnummer 96-017933-14
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 oktober 2014 dat hij, zakelijk weergegeven, verschillende keren met de trein heeft gereisd zonder een kaartje te kopen en dat hij natuurlijk wel een kaartje had moeten kopen.

Hetgeen de rechtbank bewezen acht

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder parketnummer 18-008358-14 primair en parketnummer 96-017933-14 onder 1. en 2. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat
parketnummer 18/008358-14 primair
hij in de periode van 01 augustus 2012 tot en met 20 december 2012 te [pleegplaats 2] telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door een listige kunstgreep,
- [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (te weten 2 x 830,85) , hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en in strijd met de waarheid - een factuur vanwege huur en faciliteiten van een camping uit de brievenbus van die [slachtoffer 2] gehaald en die factuur voorzien van het [rekeningnummer] en vervolgens die factuur bij die [slachtoffer 2] heeft bezorgd, waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en
- [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (te weten 150,-), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en in strijd met de waarheid - een factuur vanwege tuinonderhoud uit de brievenbus van die [slachtoffer 3] gehaald en die factuur voorzien van het [rekeningnummer] en vervolgens die factuur bij die [slachtoffer 3] heeft bezorgd, waardoor die [slachtoffer 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
parketnummer 96.017933-14
1.
hij op 27 juni 2013 te [pleegplaats 2] gebruik heeft gemaakt van het openbaar vervoer, te weten een trein van de Naamloze Vennootschap Nederlandse Spoorwegen, zonder een hiervoor geldig vervoerbewijs;
2.
hij op 22 juni 2013 te [pleegplaats 2] gebruik heeft gemaakt van het openbaar vervoer, te weten een trein van de Naamloze Vennootschap Nederlandse Spoorwegen, zonder een hiervoor geldig vervoerbewijs.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor hetgeen de rechtbank bewezen acht. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Kwalificaties

Het onder parketnummer 18-008358-14 onder primair en parketnummer 96-017933-14 onder 1. en 2. bewezen geachte levert respectievelijk op:
oplichting, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht;
en
niet naleving van artikel 70, eerste lid van de Wet personenvervoer 2000, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 101 van de Wet personenvervoer 2000.

Strafbaarheid

De rechtbank heeft kennis genomen van een psychiatrisch rapport d.d. 23 september 2014, opgemaakt door dr. T.W.D.P. van Os, psychiater/psychoanalyticus te Groningen.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven -:
er is bij verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens te weten een verstandelijke beperking en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze persoonlijkheids-stoornis komt tot uiting in een langdurig patroon van onverantwoordelijk, impulsief en van jongs af aan antisociaal gedrag.
Vanwege de continuïteit van deze gebrekkige ontwikkeling is het zeer aannemelijk dat deze ook aanwezig was ten tijde van hetgeen verdachte wordt tenlastegelegd.
Vanwege de beperkingen op het terrein van organisatie en planning van zijn leven, zijn gebrek aan inzicht in zijn problematiek, zijn beperkingen betreffende zijn anticipatie-vermogen en probleemoplossend vermogen en zijn impulsiviteit acht onderzoeker verdachte voor de hem tenlastegelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen geachte aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de omstandigheden waaronder de strafbare feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte, alsmede de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 29 september 2014, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van misdrijf is veroordeeld.
Verdachte heeft in een periode van vijf maanden [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] opgelicht door voor hen bestemde facturen uit hun brievenbussen te halen, de brieven te openen en de facturen te voorzien van zijn, verdachtes, rekeningnummer, waardoor [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] werden bewogen tot de afgifte van geldbedragen aan hem, verdachte, in plaats van aan degenen van wie de facturen afkomstig waren.
Daarnaast heeft verdachte getracht [bedrijf] op gelijke wijze op te lichten. Deze oplichting is niet gelukt omdat een klant van [bedrijf] contact opnam met mevrouw [naam] van [bedrijf] en vroeg of het rekeningnummer gewijzigd was. Verdachte heeft ter terechtzitting erkend zich ook aan deze poging tot oplichting, die ad informandum is gevoegd, te hebben schuldig gemaakt, welk feit hiermee is afgedaan.
De rechtbank rekent de verdachte deze vorm van bedrog zeker aan maar houdt er ook rekening mee dat de feiten de verdachte door zijn persoonlijkheidsstoornis, die tot uiting komt in onverantwoordelijk en impulsief gedrag hem slechts verminderd kunnen worden toegerekend.
De officier van justitie, die de tenlastegelegde belaging, belediging en oplichting bewezen acht, heeft het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van drie jaren gevorderd.
De raadsman van verdachte acht een geldboete in termijnen en een geheel voorwaardelijke taakstraf aangewezen.
De rechtbank acht, zoals hierboven reeds is gemotiveerd, de tenlastegelegde belaging en belediging niet bewezen en acht voor de bewezen geachte oplichtingen, gelet op de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de verminderde toerekenbaarheid van de verdachte een geheel voorwaardelijke taakstraf van na te melden aantal uren passend en geboden. De rechtbank houdt hierbij vooral ook rekening met het feit dat verdachte thans wordt begeleid door Humanitas.
Ten aanzien van de overtredingen van de Wet personenvervoer 2000 acht de rechtbank het raadzaam in verband met de persoonlijkheid van verdachte te bepalen dat ten aanzien van deze feiten geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij stelt dat hij schade heeft geleden doordat zijn eer en goede naam zijn aangetast. Verdachte heeft namelijk smadelijke berichten over [slachtoffer 1] en de organisatie waarvoor hij werkzaam is op internet geplaatst.
Dit feit, smaad of smaadschrift, is echter niet aan verdachte tenlastegelegd.
De benadeelde partij kan daarom niet worden ontvangen in zijn vordering en hij kan zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 9a, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder parketnummer 18-090524-14 onder 1. en 2. is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder parketnummer 18-008358-14 primair en parketnummer 96-017933-14 onder 1. en 2. tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan en stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder parketnummer 18-008358-14 primair en parketnummer 96-017933-14 onder 1. en 2. meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte
ten aanzien van de misdrijven onder parketnummer 18-008358-14 primairtot een taakstraf, bestaande uit
120 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren zal verrichten,
vervangende hechtenis voor de duur van zestig dagenzal worden toegepast, maar
geheel voorwaardelijkmet een
proeftijd van drie jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde taakstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond van niet naleving binnen de gestelde proeftijd van na te melden algemene en bijzondere voorwaarden.
De rechtbank stelt als algemene voorwaarden, dat de verdachte
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De rechtbank stelt daarnaast als bijzondere voorwaarde dat de verdachte
  • zich binnen twee weken na het onherroepelijk worden van het vonnis zal melden bij Reclassering Nederland op het telefoonnummer 050-3188188 en zich daarna moet blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering.
De rechtbank geeft opdracht aan de reclassering toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden, ingevolge artikel 14d lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet ontvankelijk is in de vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt
ten aanzien van de overtredingen onder parketnummer 96-017933-14 onder 1. en 2.aan verdachte telkens geen straf of maatregel op.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, en mr. B.I. Klaassens en mr. C. Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 11 november 2014.

Voetnoten

1.proces-verbaal aangifte op dossierpagina 4
2.proces-verbaal verhoor verdachte dossierpagina 13 e.v.
3.proces-verbaal aangifte op dossierpagina 4
4.proces-verbaal aangifte op dossierpagina 74 e.v.
5.proces-verbaal aangifte op dossierpagina 80 e.v.
6.proces-verbaal verhoor verdachte op dossierpagina 39 e.v.