Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vordering
4.De standpunten van partijen en de beoordeling
,zoals overgelegd door werknemers van [A], als uitgangspunt genomen ter beoordeling van haar zekerheidspositie. Deze werknemers waren niet bevoegd om de vennootschappen te vertegenwoordigen, dat was [A] en in zijn afwezigheid de heer [F]. De debiteurenportefeuille had volgens [A] een veel hogere waarde dan aangegeven op de debiteurenlijst. Betwist wordt dat de debiteurenpositie zodanig verslechterd was dat deze verslechtering als grondslag mocht dienen voor de kredietopzegging. Betwist wordt eveneens dat de liquiditeitspositie zodanig slecht was dat de salarissen van de werknemers niet langer betaald konden worden. Volgens [A] is het liquiditeitstekort pas ontstaan na opzegging van het krediet en het aanschrijven van de debiteuren door de Rabobank. De Rabobank heeft zich ten onrechte gebaseerd op de door werknemers opgestelde liquiditeitsprognose over 2004. De werknemers waren niet bevoegd om de prognose op te stellen en te verstrekken aan de Rabobank. De prognose is bovendien ten onrechte gebaseerd op de debiteurenlijst van 19 april 2004. Voorts waren er weliswaar continuïteitsproblemen, echter de onderneming had voldoende vooruitzichten en er waren bovendien maatregelen getroffen om de continuïteitsproblemen het hoofd te bieden (waaronder een derde waarmee overleg gaande was om te investeren, een koopovereenkomst met betrekking tot het bedrijfsgebouw en plannen om kosten te besparen), aldus nog steeds [A]. [A] erkent dat sprake was van een overschrijding van de kredietlimiet, maar stelt zich op het standpunt dat in de daaraan voorgaande perioden ook steeds sprake was van overschrijding van de limiet waarmee de Rabobank steeds akkoord is gegaan. Tot slot heeft de wijze waarop de Rabobank haar pandrecht openbaar heeft gemaakt en de wijze waarop vervolgens de debiteuren zijn geïnd door de bank, er volgens [A] toe geleid dat de opbrengst uiteindelijk veel lager is geworden. [A] betwist dat hij na openbaarmaking van het pandrecht van de Rabobank zelf vorderingen zou hebben geïnd, maar erkent dat werknemers van [Y] dat getracht hebben.