In deze strafzaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 2 december 2014 uitspraak gedaan in een zaak tegen de verdachte, die zijn zwager [slachtoffer 1] met een kapmes op het hoofd heeft geslagen. Dit gebeurde op 28 maart 2014 in een winkelcentrum in Assen, nadat [slachtoffer 1] de vrouw van de verdachte had uitgescholden. De verdachte was woedend en sloeg met het kapmes, waarbij hij ook een reclamevlag vernielde die [slachtoffer 1] ter verdediging had gepakt. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij deze daad op klaarlichte dag in een openbare ruimte heeft gepleegd.
Tijdens de zitting op 18 november 2014 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat mr. H.A. Jonker-van Dijk. De officier van justitie, mr. B.D. van der Burg, vorderde een taakstraf van vijftig uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, en integrale toewijzing van de civiele vordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Wel achtte de rechtbank de subsidiaire tenlastelegging van mishandeling en de vernieling van de reclamevlag bewezen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren en een schadevergoeding van € 200,-- aan [slachtoffer 1]. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij de verdachte verplicht is dit bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.