Op 10 februari 2014 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden. Dit verkeersbesluit houdt in dat voor een deel van het centrum van Coevorden een parkeerschijfzone is aangewezen, met een parkeerduurbeperking van maximaal twee uur. Verzoekers, die vrezen voor een verslechtering van de concurrentiepositie van Coevorden, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen dit besluit.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat het verkeersbesluit reeds negatieve effecten heeft veroorzaakt die om een directe oplossing vragen. De voorzieningenrechter heeft daarbij gewezen op het ontbreken van spoedeisend belang, wat een belangrijke voorwaarde is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De rechter heeft geconcludeerd dat verzoekers de behandeling van hun beroep door de rechtbank kunnen afwachten, en heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De zaak is behandeld op de zitting van 3 februari 2014, waarbij de gemachtigde van verzoekers, mr. A. Kamphuis, aanwezig was, evenals de gemachtigden van verweerder.