ECLI:NL:RBNNE:2014:6582
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Brandstichting met gemeen gevaar voor goederen in de woning van een buurman
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 november 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 mei 2014 brand heeft gesticht in de woning van een buurman in de gemeente De Friese Meren. De verdachte, die op het moment van het delict 19 jaar oud was, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.A. Buijs. Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht door een brandende aansteker in aanraking te brengen met een kozijn en een vloer die waren overgoten met benzine, waardoor gemeen gevaar voor de woning en de inboedel ontstond. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het ten laste gelegde feit en heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, die onder andere een taakstraf en een gevangenisstraf had geëist. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 191 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om het jeugdstrafrecht toe te passen, ondanks de leeftijd van de verdachte, en heeft geoordeeld dat de omstandigheden van het delict en de persoon van de verdachte geen reden gaven om van het volwassenenstrafrecht af te wijken. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet voldeed aan de vereisten voor schadevergoeding in het strafproces. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter, mr. A.H.M. Dölle, en de rechters, mr. M. Jansen en mr. L.G. Wijma, aanwezig waren.