ECLI:NL:RBNNE:2014:670

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2014
Publicatiedatum
11 februari 2014
Zaaknummer
19.910768-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende verwerving van geldbedrag uit misdrijf

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, geboren te Maanteeamet (Estland), heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 januari 2014 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van het verwerven, voorhanden hebben, overdragen of omzetten van een geldbedrag van 23.990 euro, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit bedrag afkomstig was uit een misdrijf. De officier van justitie, mr. J. Brontsema, vorderde een gevangenisstraf van een maand en de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag.

Tijdens de zitting heeft de rechtbank de inhoud van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting zorgvuldig gewogen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het geldbedrag had verworven of gebruikt, terwijl hij wist of moest vermoeden dat het uit een misdrijf afkomstig was. De rechtbank achtte het niet aannemelijk dat het inbeslaggenomen geldbedrag uit een illegale bron afkomstig was.

Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde en gelast de teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag aan de verdachte. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige strafkamer van de rechtbank, waarbij mr. S. Zwerwer buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 19.910768-12
vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 28 januari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

Geboren te Maanteeamet (Estland) op [geboortedatum],
wonende te Tallinn (Estland) [adres],
niet ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 28 januari 2014.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. Y. Taghi, advocaat te Rotterdam.

Tenlastelegging

De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op of omstreeks 3 juli 2012, te Zwartemeer, in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van 23.990 euro, althans enig geldbedrag, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd geldbedrag, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Brontsema acht hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen.
Zij vordert dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van een maand met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
Verder vordert de officier van justitie de verbeurdverklaring van het onder de verdachte inbeslaggenomen geldbedrag.

Vrijspraak

De verdachte zal van het hem tenlastegelegde worden vrijgesproken omdat de rechtbank dat, evenals de raadsman van verdachte en anders dan de officier van justitie, niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte al dan niet in vereniging een geldbedrag heeft verworven, heeft voorhanden gehad, heeft overgedragen of omgezet, of van dat geldbedrag gebruik heeft gemaakt, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dat geldbedrag middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht het, gelet op de inhoud van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, niet aannemelijk dat het inbeslaggenomen geldbedrag uit illegale bron afkomstig is.

Beslag

Nu de rechtbank verdachte en zijn medeverdachten zal vrijspreken van het tenlastegelegde zal de rechtbank het inbeslaggenomen geldbedrag van € 23.990,00 teruggeven aan de beslagene, te weten de verdachte.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank gelast de teruggave aan de rechthebbende(n) van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 23.990,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, mr. O.J. Bosker en mr. S. Zwerwer, rechters in tegenwoordigheid van J. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 28 januari 2014, zijnde mr. S. Zwerwer buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.