ECLI:NL:RBNNE:2014:6842

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2014
Publicatiedatum
25 maart 2015
Zaaknummer
19.810243-10
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade in Tynaarlo

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 september 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 6 mei 2010 in Tynaarlo, waar de verdachte samen met medeverdachten een persoon, het latere slachtoffer, zwaar lichamelijk letsel zou hebben toegebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de planning van de mishandeling, maar zich op het laatste moment terugtrok van de feitelijke uitvoering. De medeverdachten hebben de mishandeling wel gepleegd, waarbij het slachtoffer ernstig gewond raakte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, hoewel hij niet zelf heeft geslagen, wel een belangrijke rol speelde in de voorbereiding en uitvoering van het misdrijf. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twaalf maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een zwaardere straf op van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank overwoog dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een ernstig geweldsmisdrijf en dat de omstandigheden van de zaak dit rechtvaardigden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten, maar achtte het meer subsidiair bewezen.

Uitspraak

Rechtbank Noord-Nederland

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 19/810243-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 september 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonadres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 23 april en 17 september 2013 en op 1 april, 9 mei en 19 augustus 2014.
Verdachte is verschenen ter terechtzitting van 23 april 2013 en werd bijgestaan door mr. J.G. Kabalt, advocaat te Breukelen.
Ter terechtzitting van 19 augustus 2014 is verdachte niet verschenen. Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. S. Schuurman, advocaat te Breukelen.
Deze is door de verdachte uitdrukkelijk gemachtigd om namens laatstgenoemde de verdediging te voeren.

Tenlastelegging

De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat hij op of omstreeks 6 mei 2010,
te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel, heeft toegebracht, door deze opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk (meermalen) (met kracht) in/tegen/op het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) te stompen en/of te slaan en/of te trappen en/of te schoppen (terwijl die [slachtoffer] weerloos op de grond lag);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 6
mei 2010, te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel, heeft toegebracht, door deze opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk (meermalen) (met kracht) in/tegen/op het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) te stompen en/of te slaan en/of te trappen en/of te schoppen (terwijl [slachtoffer] weerloos op de grond lag), tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 6 mei 2010 te [pleegplaats] en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- samen met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] vooraf (een gedeelte van de)
besprekingen te voeren en/of aanwijzingen te geven over dat te plegen misdrijf en/of
- aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] informatie over die [slachtoffer] en/het adres van die woning van die [slachtoffer] te verstrekken en/of (de omgeving van) die woning te verkennen/laten zien;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 6 mei 2010, te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, ter uitvoering van het door hem en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, deze opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk (meermalen) (met kracht) in/tegen/op het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt (terwijl die [slachtoffer]weerloos op de grond lag), terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht volgen, terzake dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 6 mei 2010, te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, ter uitvoering van het door hem en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, deze opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk (meermalen) (met kracht) in/tegen/op het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt (terwijl [slachtoffer] weerloos op de grond lag), terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 6 mei 2010 te [pleegplaats] en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- samen met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] vooraf (een gedeelte van de)
besprekingen te voeren en/of aanwijzingen te geven over dat te plegen misdrijf en/of
- aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] informatie over die [slachtoffer] en/het adres van die woning van die [slachtoffer] te verstrekken en/of (de omgeving van) die woning te verkennen/laten zien;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 6 mei 2010, te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (meermalen) (met kracht) in/tegen/op het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of
geschopt (terwijl [slachtoffer] weerloos op de grond lag), waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht volgen, terzake dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 6 mei 2010, te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]),
(meermalen) (met kracht) in/tegen/op het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt (terwijl die [slachtoffer] weerloos op de grond lag), waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht volgen, terzake dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 6 mei 2010, te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]),
(meermalen) (met kracht) in/tegen/op het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt (terwijl [slachtoffer] weerloos op de grond lag), waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 6 mei 2010 te [pleegplaats] en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- samen met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] vooraf (een gedeelte van de besprekingen te voeren en/of aanwijzingen te geven over dat te plegen misdrijf en/of
- aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] informatie over die [slachtoffer] en/het adres van die woning van die [slachtoffer] te verstrekken en/of (de omgeving van) die woning te verkennen/laten zien.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat “verdachte en/of zijn mededader(s)” lezen alsof daar staat “verdachte en/of zijn medeverdachte(n)”. De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie, mr. M. Ariese, acht hetgeen aan verdachte nog meer subsidiair (medeplichtigheid aan poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade) is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: een gevangenisstraf van twaalf maanden met aftrek van voorarrest, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.

De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak

De verdachte dient van het primair en subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit, evenals de officier van justitie en de raadsman van verdachte, niet wettig en overtuigend bewezen acht.

Bewijsmiddelen

Een proces-verbaal van aangifte d.d. 7 mei 2010, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [slachtoffer] [1] .
Op donderdag 6 mei 2010 rond 23:15 uur heb ik het licht uit gedaan. In de woonkamer blijft altijd een lamp branden, evenals in de hal waar ook een klein lampje blijft branden.
Ik lag net goed en wel in bed toen er werd aangebeld aan de voordeur. Even er na werd er weer aangebeld. Ik ben toen uit bed gestapt en ben naar de deur gelopen. Ik heb het buitenlampje aangedaan. Ik vroeg door het glas in de deur heen: “Wie is daar?” Ik hoorde een mannenstem aan de andere kant van de deur zeggen: “De buren!” Ik kon niet door het glas in de deur kijken; dit is namelijk matglas.
Nadat ik hoorde dat de man zei dat het de buren waren heb ik de deur geopend. De deur werd hierna gelijk met geweld verder open gegooid. Ik werd direct naar de grond gewerkt. Er werd verder totaal niks gezegd. Ik zag dat er drie mannen de woning binnen kwamen. Ik hoorde later tater van mijn vrouw dat zij door een persoon werd tegengehouden op ons bed. Ik voelde dat ik werd geschopt en geslagen. Dit deden ze met hun handen en vuisten. Ze bleven doorgaan met slaan en schoppen terwijl ik al op de grond lag. Ik werd over mijn hele lichaam geraakt. Ik probeerde mij te verweren. Ik zag dat de mannen donkere kleding droegen en iets over hun hoofd hadden. Dit moet een muts of een bivakmuts zijn geweest. Het waren grote mannen.
Nadat ze mij in elkaar hadden geslagen en geschopt gingen de mannen zonder iets te zeggen weer weg.
Hierna heb ik gelijk de deur dicht gedaan.
Ik heb het vermoeden dat [medeverdachte 1] hier achter zit. Hij woont in [woonplaats]. Het contact met [medeverdachte 1] is slecht. Vorige week woensdag 28 april 2010 omstreeks 11:00 uur is [medeverdachte 1] door [getuige], gezien in [plaats] bij de Blokker.
Hiervoor is [medeverdachte 1] 2,5 jaar geleden voor het laatst in [plaats] dan wel bij ons in [pleegplaats] geweest.
Tijdens de mishandeling ben ik geslagen en geschopt op en in mijn gezicht, op mijn armen, borstkas, rug en buik. Ik ondervind hevige pijn aan mijn rechterbovenarm en linkerschouder Ook heb ik last en pijn aan mijn linkerhand en pols. Ook heb ik een dikke bult en een bloeduitstorting op mijn slaap aan de linkerzijde van mijn gezicht. Verder heb ik een wondje onder aan mijn kin en een bloeduitstorting met verdikking op mijn linker sleutelbeen.
Een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 19 mei 2010. inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [slachtoffer] [2] .
Toen de deur open werd geduwd voelde ik ineens een vuistslag op mijn linker oog. Tegelijkertijd werd ik geduwd en daardoor viel ik op de grond. Ik werd dus door twee mannen tegelijkertijd aangevallen.
Ik viel op de onderste traptree, met mijn hoofd in de verhuisdoos die links naast de trap stond.
Ik heb heel duidelijk schoenen in mijn lichaam gevoeld en ik heb ook in flitsen zwarte schoenen gezien die tegen mijn lijf aankwamen. Ik voelde ook vuisten. Ook zag ik flitsen van vuisten. Om deze vuisten zaten zwarte handschoenen. Ze hielden nooit op met trappen. ik werd overal getrapt. Ik werd voornamelijk boven mijn middel getrapt. Ook ben ik in mijn gezicht getrapt.
Dit gebeurde echt keihard. Dit voelde ik door de impact die de klappen en schoppen maakten op mijn lijf.
Het was echt willens en wetens mij in elkaar slaan. Ik denk echt dat dit van te voren bedacht en gepland is omdat [medeverdachte 1] een week van te voren in [plaats] gezien is door [getuige]. [medeverdachte 1] heeft helemaal niets te zoeken hier. Verder liep er één van de drie mannen rechtstreeks naar mijn vrouw en hield haar vast op bed. Die persoon moet dus
geweten hebben waar de slaapkamer is. Er komt ook nog bij dat we een Dobermann in huis hebben.
Deze doet niets en is doof. Men moet toch ook hiervan op de hoogte zijn geweest, anders ga je niet zo maar een huis in waar een Dobermann rondloopt.
Ik heb mij met mijn rechterarm verweerd. Deze is dan ook helemaal blauw. Ik heb de klappen en schoppen proberen op te vangen. Ik heb nu nog veel last van mijn rug. Vooral met opstaan heb ik last van mijn rug. Mijn ribben doen nog erg veel pijn en ik ben daardoor nog erg kortademig. Er zit verder een scheurtje in mijn oogkas en daar heb ik ook nog last van.
De letselrapportage waarbij slachtoffer op 7 mei 2010 is onderzocht [3] .
Er zijn 26 letsels waargenomen en beschreven.
Bij het letselonderzoek van [slachtoffer] zijn een groot aantal letsels geconstateerd. Verspreid over het lichaam, die het gevolg zijn van van buitenaf inwerkend mechanisch geweld.
De letsels betreffen bloeduitstortingen en ontvellingen, een enkele keer gecombineerd.
Een proces-verbaal van getuige d.d. 7 mei 2010, inhoudende -zakelijk weergegeven- de
verklaring van [getuige 2] [4] .
Om omstreeks 23.30 uur schrok ik van de deurbel. Er werd eenmaal kort op de bel gedrukt.
Ik zag toen dat mijn man het bed uitstapte en de hal in liep.
Ik hoorde dat er iets geroepen werd aan de deur maar wat er precies gezegd werd kon ik niet verstaan.
Ik hoorde later, toen de mannen al weg waren, van mijn man dat toen hij de deur nog niet geopend had, er tegen hem gezegd was dat het de buren waren.
Tegelijkertijd dat mijn man de deur opende zag ik dat de deur naar binnen openvloog. Ik zag toen dat er meerdere mannen in zwarte kleding via de voordeur de hal binnen kwamen. Ik zag dat er een man regelrecht de slaapkamer in liep. Ik lag toen nog steeds aan de rechterzijde van het bed en ik zat half overeind, om te kijken wat er gebeurde. De persoon die de slaapkamer in kwam gelopen legde vervolgens zijn hand op mijn hoofd en hield mijn hoofd naar beneden gedrukt.
Ik heb geen andere stemmen gehoord. Ik hoorde alleen de stem van mijn man.
Omdat de man mijn hoofd op het kussen hield kon ik niet uit bed stappen.
Op een gegeven moment merkte ik dat de hand van mijn hoofd weggehaald werd. Ik zag toen dat er een persoon, die geheel in het zwart gekleed was, bij mij vandaan de slaapkamer uitliep de hal in. Ik zag dat hij een zwarte bivakmuts droeg waarvan gaten voor de ogen waren aangebracht. Ik heb de ogen zelf niet kunnen zien. Ik zag toen dat de personen via de voordeur de woning verlieten.
Vorige week woensdag 28 april 2010 werd ik er door [getuige] op geattendeerd dat zij die woensdagochtend rond 11.00 uur [medeverdachte 1] in [plaats]. in de buurt van de
Blokker had gezien.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2012, inhoudende -zakelijk weergegeven - de verklaring van verdachte [5] .
Ik ken [medeverdachte 1] al vanaf 2009. Ik ben die avond met [medeverdachte 1] naar [pleegplaats] gereden.
Onderweg vertelde hij mij dat hij wilde controleren of het was gebeurd.
Een paar dagen of een dag voor die bewuste avond, had [medeverdachte 1] mij en [medeverdachte 2] benaderd om zijn vader te mishandelen. Het was Koninginnenacht. [medeverdachte 1] verzocht ons zijn vader te mishandelen, omdat hij geld tegoed had van hem. Wij zouden voor de mishandeling 2000 euro ontvangen, dat wil zeggen 1000 euro per persoon. Ik ben toen die avond samen met [medeverdachte 2] naar [pleegplaats] gereden. [medeverdachte 1] reed voor ons aan in zijn BMW.
Ik ben samen met [medeverdachte 2] naar [pleegplaats] gereden in mijn Volkswagen Golf 4, kleur: donkerblauw/zwart. We zijn in de avonduren naar [pleegplaats] gereden en ‘s nachts terug. Toen we voor de woning van [medeverdachte 1] zijn ouders langsreden, zag ik zijn vader
bij een caravan/camper bezig. Toen ik die man zag. zei ik tegen [medeverdachte 2] dat ik het niet meer wilde doen. [medeverdachte 1] was alweer naar huis gereden. Wij zijn dus ook terug gereden, zonder iets gedaan te hebben.
De tweede keer werd ik opgehaald door [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] vertelde eerst dat hij naar de BMW garage wilde.
Onderweg vertelde hij mij, dat hij wilde controleren of zijn vader nu wel mishandeld zou worden.
[medeverdachte 1] vertelde mij dat [medeverdachte 2] al in [pleegplaats] was. Na de mishandeling was [medeverdachte 2] al weer teruggereden. Ik weet niet met wie [medeverdachte 2] de mishandeling heeft gepleegd, maar er moeten meerdere zijn geweest.
[medeverdachte 1] controleerde of de mishandeling had plaatsgevonden door er langs te rijden.
Wij zagen een witte politiebus. een ambulance en de auto van zijn broer. Toen [medeverdachte 1] dat had gezien wist [medeverdachte 1] dat de mishandeling gelukt was.
Onderweg heb ik gebeld met [medeverdachte 2] en het toestel toen aan [medeverdachte 1] gegeven. [medeverdachte 1] vertelde dat [medeverdachte 2] naar [persoon] moest gaan. Er is toen niet over de mishandeling gesproken. Vervolgens zijn wij opgepakt door de politie tussen Assen en Hoogeveen.
Ik heb [medeverdachte 2] na die tijd nog weer gesproken maar niet over het gebeuren.
[medeverdachte 1] is de opdrachtgever geweest voor het laten mishandelen van zijn vader.
We moesten zijn vader wel mishandelen, maar niet doden. Ik zou sowieso niet naar binnen zijn gegaan.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2012. inhoudende -zakelijk weergegeven - de verklaring van verdachte [6] .
Ik was bij [medeverdachte 1] thuis en ik hoorde [medeverdachte 1] zeggen dat die mensen uit [pleegplaats] zijn leven kapot hadden gemaakt. [medeverdachte 1] zou nog veel geld krijgen van een man. [medeverdachte 1] vroeg mij of ik hem mee wilde helpen. Die man moest een paar tikken hebben om geld te kunnen halen. Ik weet niet waarom [medeverdachte 1] bij mij terecht kwam.
[medeverdachte 1] deed dat zelf niet omdat hij een verbod op straat had of zo. Dat vertelde [medeverdachte 1] mij. [medeverdachte 1] vroeg mij dus.
Ik vertelde [medeverdachte 1] dat ik het wel wilde doen maar niet alleen. [medeverdachte 1] zou er goed voor betalen. Wij moesten hem alleen mishandelen. Hij moest bang gemaakt worden. [medeverdachte 1] zou later dan regelen dat die man ging betalen. [medeverdachte 1] vertelde dat het niet zover mocht komen dat die man dood zou gaan. Later hoorde ik van [persoon] dat met die man [slachtoffer] werd bedoeld.
Wij hebben dit besproken een paar maand voordat wij er heen gingen.
Op het moment dat ik daadwerkelijk ja heb gezegd werd er wel over een bedrag gesproken.
[medeverdachte 1] vroeg mij of ik nog iemand wist. [medeverdachte 2] en ik waren rappers. [medeverdachte 1] had mij gevraagd of ik iemand wist die er schijt aan had om het doen. Ik zat in mijn hoofd na te denken wie ik mee zou nemen. Ik heb [medeverdachte 2] gevraagd om naar mijn huis te komen. Bij mij thuis heeft [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] gevraagd om mee te doen. [medeverdachte 2] had ook geld nodig en zei: ”Is Goed”. Toen werd ook het bedrag afgesproken: 2000 euro. [medeverdachte 1] stelde dit voor, 1000 euro per persoon. Ik en [medeverdachte 2] gingen met dit voorstel akkoord.
We kregen het adres. Het moest snel gebeuren. Wij besloten toen om te gaan. Dat was met Koninginnenacht. De feestnacht van 29 op 30 april 2010.
Wij zijn om 00:30 uur vertrokken met mijn Volkswagen Golf IV. [medeverdachte 1] reed voor ons aan in zijn BMW. [medeverdachte 2] zat bij mij in de auto.
We zouden aanbellen en als hij open deed moesten wij hem in elkaar slaan. Ik wilde het niet bij hem thuis doen. [medeverdachte 1] kwam met het voorstel dat als hij de deur opendeed wij hem direct zouden slaan. Wij stopten in de buurt ergens. Wij hebben gepraat. [medeverdachte 1] liet ons het huis zien. Wij zijn een bospad ingereden. En daar moesten wij wachten. Er waren veel woningen daar. [medeverdachte 1] reed direct weer terug.
[medeverdachte 1] had verteld dat die man in de ochtend vroeg wakker werd. Hij was makelaar. En om 06:00 uur zou hij wel wakker zijn.
Ik ben terug gereden. Ik vertelde aan [medeverdachte 1] dat er veel politie was. Maar dat was helemaal niet waar. Ik wilde er gewoon vanaf zijn. [medeverdachte 2] werd ineens de beste vriend van [medeverdachte 1]. Ik kwam nog wel bij [medeverdachte 1] maar niet zoveel meer. [medeverdachte 1] besprak het verder met [medeverdachte 2]. [medeverdachte 1] vroeg aan [medeverdachte 2] om het verder te regelen. Ik denk dat [medeverdachte 2] iemand heeft geregeld.
Ik weet niet wie [medeverdachte 2] heeft benaderd. [medeverdachte 1] kende die mensen ook niet. Dat heb ik van [medeverdachte 1] gehoord. Ik wist dat [medeverdachte 2] zou gaan. Maar ik moest met [medeverdachte 1] mee gaan. [medeverdachte 1] vroeg mij die avond of ik mee wilde om te tanken. [medeverdachte 1] moest auto-onderdelen halen in [plaats 2]. Onderweg na het tanken vertelde [medeverdachte 1] dat hij wilde kijken of het was gelukt. n. We reden langs de woning van [medeverdachte 1] ouders. Ik zag een ambulance staan. Ik zag
een witte politiebus. [medeverdachte 1] vertelde mij ook dat de auto van zijn broer er stond. Het licht in de woning brandde. Toen [medeverdachte 1] dat zag begon hij te lachen en was hij blij. [medeverdachte 1] was blij dat het gelukt was.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 februari 2012, inhoudende - zakelijk weergegeven - de verklaring van [medeverdachte 2] [7] .
Ik ga vertellen wat er is gebeurd. De zaak is begonnen toen ik bij [Bijnaam] kwam. [Bijnaam] is [verdachte]. Ik kwam dus bij [verdachte] en ik had geld nodig. [verdachte] zou gaan kijken of er wat voor mij te doen was. Een paar dagen later kwam ik [verdachte] tegen en [verdachte] vertelde mij dat hij wel iets wist voor mij. Ik moest iemand te grazen nemen.
[Bijnaam] vertelde dat we het dan samen gingen doen en wij dan allebei 1000 euro zouden krijgen. Ik ben met hem meegegaan om te kijken waar het was. Dat was dus in [pleegplaats]. Toen hebben we even gewacht en reden langs de woning. We kwamen beiden tot de conclusie dat het geen goed idee was. Toen zijn wij teruggegaan.
De volgende dag belde hij mij op. Het moest echt gedaan worden. [Bijnaam] vertelde mij dat ik het alleen moest doen. Ik paste daar in eerste instantie voor. Ik vertelde aan [Bijnaam] dat ik wel iemand anders zou zoeken. Die heb ik gevonden en die zou ook een vriend meenemen. Die Ik zou de jongens naar [pleegplaats] brengen. Een paar dagen later zijn wij gegaan. Wij zijn gaan lopen naar het huis. Ik heb aangebeld, Ik hoorde in de verte iemand roepen:” Wie is
daar?” Ik vertelde dat het de buurman was. Toen deed hij open en ik gaf hem een douw en hij viel al op de grond. Ik ben dadelijk naar de slaapkamer gerend en daar lag de moeder. Ik heb mijn hand op haar ogen gehouden zodat ze niets kon zien. Tot ze klaar waren en toen zijn wij ervandoor gegaan. Het was net voor middernacht of er net na zoiets.
[medeverdachte 3] stond naast mij. Toen ik aanbelde ging hij weer voor het raam staan om te kijken of er iemand wakker werd. [medeverdachte 4] stond achter mij.
De man lag op de grond en ving alleen maar klappen op.
Ik heb eigenlijk geen contact met [medeverdachte 1] gehad. Ik heb alles via [Bijnaam] gedaan. [Bijnaam] was mijn
opdrachtgever.
Ik heb wel geld gekregen van [Bijnaam], dat was de volgende dag. Ik heb 1000 of 1500 gekregen van [Bijnaam].
Diezelfde avond nog belde [Bijnaam] mij. Ik vertelde dat het gebeurd was. Ik hoorde onderweg dat [medeverdachte 1] en [Bijnaam] onderweg waren naar [pleegplaats]. Omdat ze wilden kijken of het ook wel gebeurd was.
De verklaring van [medeverdachte 2], afgelegd ter terechtzitting van 1 april 2014, zakelijk onder meer inhoudende:
Ik heb het geld gekregen van [verdachte]. Ik heb de afspraken gemaakt met [verdachte]. Tussen 29 april en 6 mei heb ik één keer met [medeverdachte 1] gesproken. Dat was in de woning van [verdachte]. We hebben de actie toen besproken. [medeverdachte 1] wist toen al dat ik vrienden zou regelen omdat ik niet alleen wilde gaan.

Hetgeen de rechtbank bewezen acht

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij op 6 mei 2010, te [pleegplaats], in de gemeente Tynaarlo, ter uitvoering van het door hem en zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met anderen aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, deze opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, meermalen met kracht in/tegen/op het gezicht/hoofd en andere lichaamsdelen heeft gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt terwijl [slachtoffer] weerloos op de grond lag, terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid.

Nadere bewijsoverweging

Verdachte is bij de planning om [slachtoffer] zwaar te mishandelen, betrokken geweest. Hij was met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op Koninginnenacht in [pleegplaats]. De plannen om de vader van [medeverdachte 1] zwaar te mishandelen zijn toen niet ten uitvoer gebracht. Daarna is verdachte opnieuw betrokken geweest bij het plannen van een nieuwe actie om de zware mishandeling te realiseren. Verdachte was met [medeverdachte 1] op 6 mei in [pleegplaats] terwijl hij wist dat de zware mishandeling plaats zou vinden om te kijken of de plannen ditmaal waren uitgevoerd. Na afloop heeft hij telefonisch contact gehad met [medeverdachte 2]. Bovendien heeft hij aan de medeverdachten geld betaald. Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking met anderen met de bedoeling om [slachtoffer] zwaar te mishandelen.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor hetgeen de rechtbank bewezen acht.
De verdachte zal van het meer subsidiair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Kwalificatie

Het meer subsidiair bewezen geachte levert op:
Poging tot medeplegen van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade,
strafbaar gesteld bij artikel 303 in verbinding met de artikelen 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht.

Strafbaarheid

De rechtbank acht de feiten en de verdachte strafbaar, omdat geen straf- en/of schulduitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking: de aard
en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, hetgeen
de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de
verdachte, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte,
alsmede de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen
documentatieregister d.d. 16 juli 2014, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter
zake van een misdrijf is veroordeeld.
De rechtbank overweegt het volgende. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een
poging tot medeplegen van zware mishandeling met voorbedachte rade, een ernstig geweldsmisdrijf.
[medeverdachte 1] wilde dat zijn vader, het latere slachtoffer, zwaar zou worden mishandeld. Hij vroeg verdachte om dat voor hem te regelen. Verdachte benaderde [medeverdachte 2] en met hun drieën besloten zij dat verdachte en [medeverdachte 2] tegen betaling de vader van [medeverdachte 1] ernstig zouden mishandelen. [medeverdachte 1] gaf verdachte en [medeverdachte 2] aanwijzingen over het adres van het latere slachtoffer. Verdachte en [medeverdachte 2] zijn naar het adres gereden maar verdachte trok zich op het laatste moment terug van de feitelijke uitvoering van de beoogde mishandeling. Op aandringen van verdachte dat het echt moest gebeuren heeft [medeverdachte 2] samen met twee anderen de mishandeling gepleegd.
De medeverdachten zijn daarbij laat in de avond van 6 mei 2010 de woning van het slachtoffer en zijn echtgenote binnengegaan. Uit de stukken blijkt dat het slachtoffer, een oudere man, door meerdere personen in elkaar is geschopt en geslagen, ook terwijl hij op de grond lag.
Het hoeft geen nader betoog dat de rechtbank verdachte het medeplegen van deze laffe, lage daad ernstig aanrekent.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de
hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval, in afwijking van de eis van de officier van justitie die medeplichtigheid aan poging tot zware mishandeling bewezen acht, een gevangenisstraf van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk passend en geboden is.

Is er sprake van overschrijding van de redelijke termijn?

De raadsman van verdachte heeft de rechtbank verzocht bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met de ruime overschrijding van de redelijke termijn. Die is gestart op 7 mei 2010 toen verdachte is aangehouden.
De rechtbank overweegt het volgende: de redelijkheid van de duur van een zaak is afhankelijk van onder meer de ingewikkeldheid van de zaak en de omvang van het verrichte onderzoek, de invloed van de verdediging op het procesverloop en de mate van voortvarendheid die in het opsporingsonderzoek is betracht.
De rechtbank constateert en stelt vast dat de overschrijding van de redelijke termijn onwenselijk lang maar niet onredelijk lang is geweest en zal daarom aan die overschrijding geen rechtsgevolg verbinden in de vorm van strafvermindering. De rechtbank heeft zich bij die afweging onder meer laten leiden door de ernst van het feit.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d en 27 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat het meer subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan en stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer subsidiair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van
achttien maanden, waarvan
zes maanden voorwaardelijkmet een
proeftijdvan
drie jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond van niet naleving binnen de gestelde proeftijd van na te melden algemene voorwaarde.
De rechtbank stelt als algemene voorwaarde, dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De rechtbank beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, en mr. P.J. van Steen en mr. S. Zwerwer, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 2 september 2014. Mrs. Van Steen en Zwerwer zijn buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.dossierpagina 13 en volgende van het proces-verbaal van Politie Drenthe, nr. PL037A 2010027646-1
2.dossierpagina 27 en volgende van het proces-verbaal van Politie Drenthe, nr. PL031T 2010027646-16
3.letselrapportage van het GGc te Assen, dossierpagina 75 en volgende
4.dossierpagina 99 en volgende van het proces-verbaal van Politie Drenthe, nr. PL031T 2010027646-2
5.dossierpagina 251 en volgende van het proces-verbaal van Politie Drenthe, nr. PL03N3 2010027646-40
6.dossierpagina 236 en volgende van het proces-verbaal van Politie Drenthe, nr. PL031W 2010027646-41
7.dossierpagina 288 en volgende van het proces-verbaal van Politie Drenthe, nr. PL031W 2010027646-53