Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis in kort geding van 12 februari 2014
Het procesverloop
De vaststaande feiten
Verzoek aan u als leverancier
Het standpunt van Montad
“Beheerder kan ineens alle gegevens van alle OVL-partijen benaderen. Voor alle andere gebruikers zijn delen van de database af te schermen, zodat zij alleen hun eigen gegevens kunnen zien.”wordt door SOVF op onjuiste wijze uitgelegd. Montad mocht deze eis als inschrijver aldus begrijpen, dat de beheerder de mogelijkheid heeft om de gegevens van alle OVL-partijen te benaderen en daarin selecties te maken en dat deze mogelijkheid voor de (afzonderlijke) gebruikers kan worden afgeschermd. SOVF stelt echter dat genoemde eis impliceert dat de selecties moeten kunnen worden gemaakt vanuit één bestand met alle gegevens van alle OVL-partijen bij elkaar. Dat staat echter niet op die wijze in het bestek verwoord. Overigens is in de aanbestedingsstukken ook niet duidelijk vermeld dat er bij deze eis sprake was van een uitsluitingsgrond. Montad wijst er voorts nog op dat het gunningvoornemen alle relevante redenen voor de beslissing dient te bevatten en dat latere aanvulling van die redenen in beginsel niet mogelijk is. Om die reden dient de door SOVF in een later stadium – want pas in de brief van haar advocaat van 1 november 2013 - aangevoerde ongeldigheid van de inschrijving van Montad buiten beschouwing te worden gelaten.
Het standpunt van SOVF
De beoordeling van het geschil
relevante redenendie aan de beslissing ten grondslag liggen om zich geïnformeerd te kunnen beraden op eventueel daartegen – in of buiten rechte – te nemen stappen. Een latere aanvulling van voornoemde relevante redenen is in beginsel niet mogelijk, behoudens door de aanbestedende dienst aannemelijk te maken bijzondere redenen of omstandigheden.
benaderen(lees: inzien) en selecteren en anderzijds dat gebruikers delen van de database kunnen afschermen, zodat zij alleen hun eigen data kunnen zien. Vast staat dat de door Montad aangeboden beheersoftware
dezemogelijkheden biedt. Het is mogelijk om alle datasets tegelijk in te zien en om per dataset (per OVL-partij) overzichten en selecties te maken van de beheergegevens. De interpretatie die SOVF aan het bestek geeft, is dat de beheersoftware het ook mogelijk moet maken voor de beheerder om overzichten, selecties en dergelijke als gebruiker over alle datasets (van alle OVL-partijen) in één keer en tegelijk te
maken. Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter een verdergaande eis dan die welke in het door SOVF opgestelde bestek is vermeld. Het bestek verplicht er niet toe dat de beheersoftware de mogelijkheid dient te bieden om dergelijke overzichten – hoe wenselijk SOVF dat wellicht ook acht – van de overall gegevens van de datasets in één keer en tegelijk te (kunnen) maken. Voor zover SOVF zich in verband met haar stelling dat zij de inschrijving van Montad als ongeldig mocht aanmerken heeft beroepen op haar uitnodigingsbrief met bijlage, kan ook dat betoog niet slagen. In de bijlage staat (overigens in duidelijker bewoordingen dan in het bestek) vermeld dat inschrijving geen zin heeft als aan de vermelde eisen niet wordt voldaan. Ook de in de bijlage gebruikte bewoordingen kunnen echter niet aldus worden begrepen dat de inschrijving ongeldig is als de datasets niet overall zijn te bewerken.