ECLI:NL:RBNNE:2015:1416
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot herstelwerkzaamheden in huurovereenkomst wegens gebreken
In deze zaak heeft eiser [A] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [B] met het verzoek om herstelwerkzaamheden aan de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] te laten uitvoeren. [A] stelt dat er ernstige schimmel- en vochtproblemen zijn die de woning onbewoonbaar maken. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 maart 2015, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. [A] heeft betoogd dat de gebreken aan de woning niet zijn verholpen en dat hij niet kan verhuizen vanwege de financiële gevolgen van de schimmel. [B] daarentegen betwist de ernst van de gebreken en stelt dat [A] de woning verkeerd bewoont, wat de schimmel zou veroorzaken.
De kantonrechter heeft overwogen dat [A] een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, maar dat de vordering niet kan worden toegewezen zonder nader feitelijk onderzoek. De rechter heeft vastgesteld dat de door [A] overgelegde stukken niet voldoende bewijs leveren voor de stelling dat de gebreken aan de woning de oorzaak zijn van de schimmel. Bovendien is eerder in een vonnis van 2 oktober 2014 al geoordeeld dat de vordering van [A] om herstelwerkzaamheden te laten uitvoeren, was afgewezen. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter de vordering van [A] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis is uitgesproken door mr. M.A.B. Faber-Siermann op 23 maart 2015, waarbij de rechter de vordering van [A] afwees en hem in de kosten van de procedure heeft veroordeeld.