ECLI:NL:RBNNE:2015:1489

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 januari 2015
Publicatiedatum
26 maart 2015
Zaaknummer
3683293 \ VV EXPL 14-136
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wedertewerkstelling en ontbinding arbeidsovereenkomst in zorgsector na alcoholgebruik tijdens vakantie-uitje

In deze zaak vorderde [eiseres] een voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling bij Promens Care, waar zij als begeleider B werkzaam was. De aanleiding voor de vordering was een incident tijdens een vakantie-uitje naar Giethoorn, waarbij [eiseres] en haar collega's alcohol hadden genuttigd in aanwezigheid van cliënten. Promens Care had [eiseres] op non-actief gesteld en een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, primair op grond van dringende redenen en subsidiair op grond van gewijzigde omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat er geen dringende redenen waren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat Promens Care niet voldoende had aangetoond dat [eiseres] onprofessioneel had gehandeld. De kantonrechter stelde vast dat de Gedragscode van Promens Care niet duidelijk genoeg was over het gebruik van alcohol tijdens werktijd en dat er in het verleden geen sancties waren opgelegd voor vergelijkbaar gedrag. De voorzieningenrechter oordeelde dat [eiseres] recht had op wedertewerkstelling en dat Promens Care haar de toegang tot de bedrijfsgebouwen en cliënten moest verlenen. Promens Care werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 3683293 \ VV EXPL 14-136
vonnis van de kantonrechter van 8 januari 2015
in de zaak van
[eiseres],
hierna te noemen: [eiseres] ,
wonende te [postcode eiseres] [woonplaats eiseres] , [adres eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. L.A.A. Ongenae,
tegen
De stichting Promens Care,
hierna te noemen: Promens Care,
gevestigd te Assen,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr.drs. A. Elgersma.

1.De procedure

1.1.
[eiseres] vordert dat voorzieningenrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Promens Care zal gebieden om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis [eiseres] in de gelegenheid te stellen de gebruikelijke werkzaamheden als begeleider B wederom feitelijk te laten verrichten binnen de locatie de Biester aan de Verlengde Asserstraat 85 te Gieten en haar de feitelijke toegang tot de bedrijfsgebouwen en de feitelijke omgang en begeleiding met cliënten te verlenen, alles onder verbeurte van een dwangsom ad € 500,00 per werknemer, voor elke dag dat Promens Care nalatig zal blijken aan een zodanige veroordeling te voldoen;
II. Promens Care zal veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, een bedrag aan salaris voor de gemachtigde daaronder begrepen.
1.2.
De zaak is ter terechtzitting van 16 december 2014 behandeld, van welke behandeling aantekeningen zijn gemaakt. Het kort geding is gelijktijdig behandeld met het door Promens Care ingediende verzoekschrift ex artikel 7:685 BW (zaaknummer 3599172 EJ VERZ 14-130). Daarnaast zijn het kort geding en het verzoekschrift van [eiseres] gelijktijdig behandeld met de kort gedingen en verzoekschriften van haar collega's, [collega 1] , [collega 2] , [collega 3] en [collega 4] .
Hierna te noemen: [collega 1] , [collega 2] , [collega 3] en [collega 4] .
1.3.
Het vonnis is vervolgens op heden bepaald.
1.4.
De inhoud van alle stukken geldt als hier herhaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.2.
Promens Care is een zorginstelling voor cliënten met een verstandelijke handicap en/of psychische problemen. Vanuit Promens Care worden de cliënten begeleid bij het wonen en werken.
2.3.
[eiseres] , geboren op [geboortedatum eiseres] 1979, is op 1 januari 2011 in dienst getreden bij Promens Care. Zij is thans werkzaam de functie van begeleider B.
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO GGZ van toepassing.
2.4.
[eiseres] verricht haar werkzaamheden op de locatie de Biester aan de Verlengde Asserstraat 85 te Gieten. Op deze locatie wonen 26 cliënten in de leeftijd tussen de 15 en de 21 jaar. Deze cliënten hebben een vast team aan begeleiders. De begeleiding van de cliënten is individueel gericht, waarbij gewerkt wordt aan in de individuele begeleidingsplannen beschreven doelen. De begeleiders hebben naast de begeleiding ook een opvoedende rol.
2.5.
Binnen Promens Care geldt een Gedragscode (hierna te noemen: de Gedragscode). In deze beleidsnotitie, zo vermeldt de samenvatting, staan de regels en richtlijnen voor het gedrag van de medewerkers en dat bij overtreding verschillende sancties mogelijk zijn.
2.6.
Onder punt 9 is het beleid ten aanzien van roken, alcohol en drugs als volgt verwoord:
"(…) Medewerkers gebruiken onder werktijd geen alcohol en drugs. Op recepties onder werktijd wordt dus geen alcohol geschonken. Uitzonderingen worden alleen gemaakt na goedkeuring door de leidinggevende. Van medewerkers wordt verder verwacht dat zij niet onder invloed van alcohol en/of drugs verkeren onder werktijd. Als het vermoeden bestaat of als is waargenomen dat een medewerker (herhaaldelijk) onder invloed is van alcohol en/of drugs, volgt een gesprek daarover. De richtlijnen daaromtrent staan in de Werkinstructie (vermoeden van) alcohol- en drugsproblematiek medewerkers. (…)
Onder punt 12 is met betrekking tot de meldingsplicht vermeld, dat medewerkers verplicht zijn elk (potentieel) belangenconflict dan wel het waarnemen van grensoverschrijdend gedrag te melden aan hun direct leidinggevende dan wel aan RvB.
2.7.
De Werkinstructie (vermoeden van) alcohol- en drugsproblematiek is een uitwerking van de sectie alcohol- en drugsgebruik in de algemene gedragscode. In deze werkinstructie zijn onder meer de twee beleidsregels met betrekking tot alcohol- en drugsgebruik vermeld:
  • Alcohol en drugsgebruik zijn niet toegestaan tijdens het werken bij Promens Care; in alle werksituaties moet professioneel handelen gegarandeerd zijn.
  • Iedere medewerker van Promens Care is persoonlijk aanspreekbaar waar het gaat om gebruik van alcohol of drugs.
2.8.
In deze Werkinstructie is naast de Inleiding en visie, uitwerking, benoeming van de risicofactoren, aandacht besteed aan de rol van de leidinggevende bij een vermoeden van een drugs- of alcoholprobleem.
Daarbij is aandacht besteed aan de verschillende handvaten die van belang zijn bij het (tijdig) aangaan van een gesprek van de leidinggevende met een medewerker van wie het vermoeden van alcohol- of drugsgebruik bestaat.
Als handvaten zijn in ieder geval vermeld:
"(…)
- Maak in ieder geval afspraken over welk concreet functioneel gedrag binnen welke termijn concreet verbeterd moet zijn.
- Benoem de gevolgen bij onveranderd functioneel gedrag: berisping, werkverbod, schorsing, inhouding van loon en in het uiterste geval ontslag.
- Leg het gesprek, of in ieder geval de aanleiding en de afspraken, schriftelijk vast en zorg dat deze in het personeelsdossier worden gevoegd "
2.9.
Binnen de locatie aan de Verlengde Asserstraat 85 te Gietengelden huisregels, waaronder de regel dat gebruik van alcohol alleen mag na overleg met de begeleider.
2.10.
Van 11 tot en met 13 augustus 2014 hebben zes cliënten in de leeftijd van 15, 16, 17, 18, 20 en 20 jaar, met vier begeleiders ( [collega 1] , [collega 3] , [collega 2] en [eiseres] ) en een vakantiekracht ( [vakantiekracht] ) een camping in Giethoorn bezocht voor een vakantie. Deze vakantie is door de begeleiders voorbereid. De cliënten en hun begeleiders hebben overnacht in een drietal gehuurde blokhutten.
2.11.
Eén van de cliënten, die mee was op deze korte vakantie, is een toen net vijftienjarig meisje, dat in haar jeugd te maken heeft gehad met excessief alcoholgebruik in haar omgeving. Haar begeleiders zijn bekend met de (in haar begeleidingsplan vastgelegde) problematiek van dit meisje.
2.12.
Tijdens deze korte vakantie hebben meerdere collega's deze cliënten en hun begeleiders op de camping in Giethoorn bezocht, te weten:
  • [collega 5] , begeleider D, die de nacht van dinsdag 12 augustus 2014 op woensdag 13 augustus 2014 is blijven slapen;
  • [collega 6] (hierna te noemen: [collega 6] ), begeleider D, die dinsdag 12 augustus 2014 vanaf 17:00 uur tot ongeveer 24:00 uur aanwezig is geweest;
  • [collega 7] (hierna te noemen: [collega 7] ), begeleider B, die dinsdag 12 augustus 2014 vanaf 17:00 uur tot ongeveer 24:00 uur aanwezig is geweest;
  • [collega 8] , begeleider D, die zowel op maandag 11 augustus 2014, als op dinsdag 12 augustus 2014 de groep heeft bezocht;
  • [collega 9] , begeleider B, die de nacht van dinsdag 12 augustus 2014 op woensdag 13 augustus 2014 is blijven slapen. [collega 9] is inmiddels uit dienst.
2.13.
[collega 7] en [collega 6] hebben na de vakantie ieder afzonderlijk gesproken met hun collega en coach methodisch scoren, [collega 10] , die hen heeft gewezen op de in de Gedragscode opgenomen meldingsplicht als sprake is van grensoverschrijdend gedrag van collega's.
2.14.
In de tweede week van september 2014 heeft [collega 6] - het locatiehoofd [locatiehoofd] (hierna te noemen: [locatiehoofd] ) was wegens vakantie afwezig - gesproken met de teamcoördinator, [teamcoördinator] , over haar ervaringen tijdens genoemde vakantie en de op Facebook geplaatste foto "van een blokhut met daarin een fust bier."
2.15.
De vakantie is op 25 september 2014 tijdens het kernteamoverleg van huis 18/20 geëvalueerd. In het daarvan opgemaakte verslag is onder meer opgenomen dat het uitje positief is ervaren, dat het positief was te zien dat de jeugd zelf de regie nam met de verdeling van de blokhutten en dat weinig sturing nodig was vanuit de begeleiding.
De GZ psycholoog van Promens Care, [psycholoog] (hierna te noemen: [psycholoog] ) was bij deze teamvergadering aanwezig, [locatiehoofd] was wegens vakantie afwezig.
2.16.
[locatiehoofd] is op 6 oktober 2014 door [teamcoördinator] geïnformeerd over het met [collega 6] gevoerde gesprek en de foto op Facebook. [locatiehoofd] heeft verder op 17 oktober 2014 gesproken met [collega 10] over de gesprekken die hij heeft gevoerd met [collega 7] en [collega 6] . [locatiehoofd] heeft daarop de sectormanager, [sectormanager] en [p&o adviseur] , de P&O adviseur, (hierna te noemen: [p&o adviseur] ) geïnformeerd.
2.17.
[eiseres] en haar collega's zijn met ingang van 21 oktober 2014 vrijgesteld van hun werkzaamheden in verband met het onderzoek naar de begeleiding tijdens het vakantie-uitje.
2.18.
Op 21 oktober en 30 oktober 2014 hebben [locatiehoofd] en [p&o adviseur] een gesprek gehad met [eiseres] gehad over de vakantie in Giethoorn naar aanleiding van de signalen die [locatiehoofd] heeft ontvangen over de vakantie. Van deze gesprekken zijn verslagen gemaakt. [eiseres] is in de gelegenheid gesteld om op deze gespreksverslagen te reageren. Er zijn ook gesprekken gevoerd met de andere begeleiders die bij de vakantie aanwezig waren. Ook van die gesprekken zijn verslagen gemaakt.
2.19.
Op 24 oktober en 29 oktober 2014 heeft [psycholoog] gesprekken gevoerd met de zes cliënten over de korte vakantie in Giethoorn. Zij heeft hiervan op 3 november 2014 een notitie opgemaakt, waarin zij haar visie geeft op de mogelijke effecten van het door de begeleiders vertoonde gedrag op de jongeren.
2.20.
Bij brief van 14 november 2014 heeft Promens Care het gesprek bevestigd dat op 14 november 2014 heeft plaatsgevonden tussen [eiseres] , [sectormanager] (sectormanager) en [p&o adviseur] . Tijdens dit gesprek is aangegeven dat Promens Care heeft besloten een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de rechtbank Noord Nederland in te dienen, primair op grond van dringende reden, subsidiair op grond van gewijzigde omstandigheden. In dat verband is aangegeven dat [eiseres] zich tijdens het uitje van 11 tot en met 13 augustus 2014 onprofessioneel en grensoverschrijdend heeft gedragen. Promens Care heeft [eiseres] een voorstel - kort gezegd - tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst gedaan per 1 januari 2015 met betaling van een vergoeding ad € 1.139,00 bruto.
2.21.
Collega [collega 11] heeft op verzoek van de raadsman van [eiseres] en haar collega's een schriftelijk reactie gegeven op de vraag of het ongewoon is dat er tijdens kampeeruitjes met cliënten door cliënten en begeleiding alcohol gedronken wordt. Hij schrijft onder meer:
" (…) Nee, dit is niet ongewoon, het is eerder regel dan uitzondering.
Het uitgangspunt is echter wel dat wel de veiligheid van cliënten in het oog gehouden dient te worden, dus vaak zijn er een paar begeleiders die de Bob zijn en overal het algemeen geldt zowel voor cliënten als voor het personeel dat mem zich niet te buiten gaat en daar door de taak niet meer naar behoren kan uitvoeren.
(…)
Na dertig jaar in het vak kan niet anders dan tot de conclusie komen dat het doen van een drankje tijdens deze uitjes er gewoon bij hoort. (….)"
2.22.
In een gesprek met [sectormanager] , [locatiehoofd] en [p&o adviseur] , dat op 25 november 2014 heeft plaatsgevonden heeft [collega 11] zijn uitspraken genuanceerd. Van dit gesprek is een verslag gemaakt.

3.De grondslag van de vordering en het verweer

3.1.
[eiseres] stelt dat zij is vrijgesteld van haar werkzaamheden in verband met een onderzoek naar de begeleiding van de cliënten tijdens een vakantie-uitje in Giethoorn. [eiseres] heeft haar volledige medewerking gegeven aan dit onderzoek; zij het dat zij verbaasd was dat dit eerst twee maanden na het uitje heeft plaatsgevonden. Het is [eiseres] gebleken dat haar is verweten dat zij in werktijd alcohol heeft gedronken, zij onvoldoende zorg en begeleiding heeft geboden onder meer tijdens een boottocht op het water en aan een vijftienjarige cliënte, die in een blokhut heeft geslapen met een mannelijke cliënt, die ook alcohol heeft gedronken. Daarenboven is haar verweten dat zij samen met een collega de door Promens Care ter beschikking gestelde financiële middelen heeft gebruikt om alcohol te kopen voor de begeleiding.
[eiseres] heeft in het kader van het onderzoek erkend dat zij alcohol heeft gedronken, maar zij heeft daar gegeven de situatie geen kwaad in gezien. Daarnaast stelt [eiseres] dat ook geen sprake is van strikte werktijd, zoals de begeleiding op de locatie, nu zij privétijd hebben opgeofferd om bij het vakantie-uitje aanwezig te kunnen zijn. [eiseres] heeft betwist dat er geen toezicht heeft plaatsgevonden en heeft gesteld dat met de cliënten duidelijke afspraken zijn gemaakt. Ook stelt [eiseres] dat haar geen signalen van cliënten hebben bereikt dat zij onveilig hebben gevoeld of in de steek gelaten of dat sprake is geweest van een onveilige situatie op het water. Daarnaast betwist [eiseres] gemotiveerd dat zij de door Promens Care ter beschikking gestelde financiële middelen heeft misbruikt.
In de visie van [eiseres] is Promens Care in deze kwestie te hard van stapel gelopen door aan te sturen op het beëindigen van het dienstverband en worden de belangen van de betrokken werknemers niet zorgvuldig gewogen. Indien de gemaakte verwijten al juist zouden zijn, had het gelet op het feit dat uit functioneringsgesprekken is gebleken dat [eiseres] prima functioneert, op de weg van Promens Care gelegen om haar bezwaren middels een functioneringsgesprek aan de orde te stellen. In dit verband wordt gewezen op de werkinstructie alcohol- en drugsgebruik voor medewerkers, waaruit kan worden afgeleid dat er ruimte bestaat voor verbetertrajecten, indien Promens Care van oordeel zou zijn dat er onoorbare overtredingen van het verbod van gebruik van alcohol op de werkvloer hebben plaatsgevonden. [eiseres] is van mening dat duidelijk is dat zij recht en belang heeft bij een spoedige terugkeer op de wedertewerkstelling op de werklocatie.
3.2.
Promens Care betwist dat [eiseres] weder tewerk kan worden gesteld op haar werklocatie. Promens Care voert aan dat [eiseres] haar verplichtingen ten opzichte van de aan toevertrouwde cliënten heeft ernstig heeft veronachtzaamd. Daarmee heeft zij het vertrouwen dat Promens Care, alsook de ouders en familieleden van deze cliënten in haar stelde, beschaamd.
Uit een onderzoek dat Promens Care heeft ingesteld is namelijk gebleken dat [eiseres] tijdens dit uitje alcohol heeft genuttigd in aanwezigheid van de cliënten, dan wel waarneembaar voor de cliënten. Ook is aan twee volwassen cliënten alcohol aangeboden en één van hen mocht de door hemzelf meegebrachte whisky drinken.
Met dit gedrag is een onveilige situatie gecreëerd voor de cliënten, van wie in ieder geval één in haar privésituatie met alcoholmisbruik was geconfronteerd.
Daarnaast heeft [eiseres] ook het risico gecreëerd dat er geen adequate zorg meer aan de cliënten zou kunnen worden gegeven, in geval van nood. Promens Care voert verder aan dat is gebleken, dat [eiseres] met haar collega's onvoldoende zorg heeft geboden aan en toezicht heeft gehouden op de cliënten en licht dit nader toe. Daarnaast is er op gewezen dat [eiseres] samen met haar collega de door Promens Care ter beschikking gestelde financiële middelen heft gebruikt om alcohol te kopen voor de begeleiding en dat het door [eiseres] gestelde ter zake de kilometervergoeding niet aannemelijk is.
Voorts is opgemerkt dat [eiseres] na het betreffende uitje niet haar leidinggevende op de hoogte heeft gebracht van de ontoelaatbare gebeurtenissen, als hiervoor geschetst en zijn rol daarbij. Promens Care geeft aan dat zij ook erg geschrokken is van het gemak waarmee het gedrag, als hiervoor is omschreven, wordt goed gepraat.
Promens Care is van mening dat, gelet op het vertoonde gedrag, zij niet kan worden verplicht [eiseres] te herplaatsten in haar organisatie en dat, los daarvan, zij ook geen mogelijkheden daartoe heeft. In dit verband wordt er op gewezen dat vanwege krimp meerdere werknemers buiten hun schuld boventallig zijn geraakt en dat mogelijke vacatures moeten worden gebruikt om hen te herplaatsen.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang wordt gelet op het aard van deze vordering voldoende aanwezig geacht.
4.2.
De voorzieningenrechter overweegt dat voor toewijzing van de door [eiseres] gevorderde voorziening het in hoge mate waarschijnlijk moet zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen. Er dient derhalve beoordeeld te worden of het al dan niet aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat [eiseres] terecht weder te werkstelling vordert.
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt in dit verband dat gelijktijdig met het onderhavige kort geding door Promens Care een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is ingediend primair wegens dringende redenen en subsidiair op grond van gewijzigde omstandigheden.
4.4.
In het kader van het verzoek tot ontbinding heeft de kantonrechter geoordeeld dat van dringende redenen geen sprake is en dat ook het ontbindingsverzoek wegens gewijzigde omstandigheden dient te worden afgewezen. De kantonrechter heeft in dat verband het navolgende overwogen.
4.5.
De kantonrechter heeft zich ervan gewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod. Dat is de kantonrechter niet gebleken.
4.6.
Gelet op het karakter van de onderhavige procedure past geen uitgebreid onderzoek naar de feiten en is er geen plaats voor nadere bewijsvoering. De kantonrechter baseert zich daarom op feiten die erkend zij of onweersproken zijn of die voorshands aannemelijk zijn.
4.7.
Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is besproken is aannemelijk geworden dat er tijdens een vakantie-uitje naar Giethoorn met een zestal cliënten dagelijks alcohol is gedronken door de aanwezige begeleiders, waaronder [eiseres] , alsmede door collega’s die de begeleiders en de cliënten tijdens het vakantie-uitje naar Giethoorn hebben bezocht. Ter onderbouwing heeft Promens Care een aantal gespreksverslagen met de begeleiders, cliënten en de bezoekende collega’s overgelegd. Uit deze verslagen blijkt dat er alcohol is genuttigd en dat dit ook door de verschillende begeleiders is erkend. Niet, althans onvoldoende is gebleken dat cliënten en/of hun ouders/ familie klachten hebben geuit over de begeleiding tijdens het bewonersuitje.
4.8.
De kantonrechter overweegt dat de Gedragscode over het niet gebruiken van alcohol en drugs tijdens werktijd helder is.
De gemachtigde van [eiseres] heeft in dit verband opgemerkt dat het de vraag is of in dit geval sprake is van werktijd, nu de begeleiders van de cliënten 24 uur per dag gedurende in ieder geval twee dagen verantwoordelijk waren. Daarnaast is aangegeven dat in het verleden ook tijdens bewonersvakanties alcohol werd genuttigd zonder dat daar verdere consequenties aan zijn verbonden. Ook is gewezen op de werkinstructie alcohol- en drugsgebruik voor medewerkers, en meer in het bijzonder op de verschillende sanctiemogelijkheden die deze instructie de werkgever biedt.
4.9.
Genoegzaam staat vast dat door de leidinggevenden van Promens Care met de begeleiders aan de hand van de Gedragscode niet expliciet is gesproken over het nuttigen van alcohol tijdens de bewonersvakanties of dat naar aanleiding van eerdere vakanties, waarbij door begeleiders alcohol is gedronken, is gesproken over eventuele sancties wanneer er alcohol wordt gedronken door begeleiders.
4.10.
Met Promens Care is de kantonrechter van oordeel dat bewonersvakanties, hoewel de werknemers daar niet 24 uur per etmaal voor krijgen betaald, als werktijd hebben te gelden. De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever van haar werknemers op goede grond mag en kan vragen dat er geen alcohol wordt gedronken tijdens de bewonersvakanties. Echter, van een goed werkgever die, zoals Promens Care, als sanctie op dit verbod van alcoholgebruik beëindiging van de arbeidsovereenkomst wil hanteren, mag verwacht worden, dat zij dienaangaande vooraf kraakhelder is. Zoals reeds overwogen, heeft Promens Care nagelaten dit te zijn en lijken de Gedragscode en Werkinstructie ook tot mildere uitkomsten te leiden, terwijl van een stringent en consequent toezicht op het verbod van alcoholgebruik niet is gebleken. Het heeft er veeleer alle schijn van dit oogluikend werd toegestaan in het verleden. Voldoende is immers komen vast te staan, dat het uitgangspunt, dat tijdens werktijd geen alcohol gebruikt wordt, in het verleden - ook waar de kwetsbare cliënten bij aanwezig waren- is voorgevallen. De door Promens Care gewenste rauwelijkse beëindiging van de arbeidsovereenkomst komt dan ook als uitermate onverwacht. Andere sancties liggen dan ook meer in de rede (mede gelet op de gebezigde bewoordingen in de Werkinstructie en de Gedragscode). De kantonrechter wil er evenwel geen misverstand over laten bestaan dat met de kwetsbare cliënten zorgvuldig moet worden omgegaan en dat de modus operandi van [eiseres] in dit geval bepaald niet aan deze maatstaf voldoet.
4.11.
Ten aanzien van de verwijten van Promens Care met betrekking tot het bieden van onvoldoende zorg en het onvoldoende toezicht houden op de cliënten tijdens de boottocht en de indeling van de bewoners in de blokhutten overweegt de kantonrechter dat niet, althans onvoldoende is gebleken van onprofessioneel, onverantwoord en grensoverschrijdend handelen van [eiseres] in dat verband.
Voor wat betreft het verwijt dat [eiseres] samen met collega [collega 3] de voor de cliënten ter beschikking gestelde financiële middelen heeft gebruikt om alcohol voor de begeleiding aan te schaffen, wordt het volgende overwogen. Als uitgangspunt geldt dat genoemde financiële middelen niet dienen te worden gebruikt voor eigen doeleinden. De kantonrechter overweegt dat niet, althans onvoldoende gesteld of gebleken is dat [eiseres] de voor de cliënten ter beschikking gestelde financiële middelen heeft misbruikt, nu zij dat gemotiveerd heeft betwist. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [eiseres] onweersproken heeft gesteld dat de aankoop niet stiekem is gebeurd en dat er is afgezien van een kilometervergoeding. Zij het dat het niet aan [eiseres] is om deze afweging te maken. De kantonrechter passeert derhalve deze stelling.
4.12.
De kantonrechter is, kortom, van oordeel dat van een goed werkgeefster in dit geval mag worden verwacht, dat zij [eiseres] alvorens beëindiging van de arbeidsovereenkomst na te streven eerst een ondubbelzinnige waarschuwing had behoren gegeven. Dit strookt ook met de wet. In het geval Promens Care in de toekomst onverkort naar de sanctie van ontslag wenst te grijpen in verband met alcoholgebruik tijdens uitjes, zal zij als goed werkgever, op zijn minst vooraf klip en klaar jegens haar medewerkers hierover moeten zijn. De omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang wegend, is de kantonrechter van oordeel dat de aard en de ernst van de feiten een beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens dringende redenen niet rechtvaardigen. Hierbij neemt de kantonrechter ook in ogenschouw dat de consequenties voor [eiseres] die in het verleden een goed functionerend medewerker is gebleken, verstrekkend zijn.
In dit verband is verder van belang dat eerst geruime tijd na het incident [eiseres] eerst op 21 oktober 2014 op non-actief is gesteld en vervolgens pas op 14 november 2014 het ontslag is aangezegd.
4.13.
De kantonrechter komt gelet op het bovenstaande tot het oordeel dat Promens Care het bestaan van een dringende reden niet aannemelijk heeft gemaakt. Mocht er al toe geconcludeerd moeten worden dat er sprake is van een verandering van omstandigheden, gelegen in het thans ontberen van vertrouwen in [eiseres] (ter zitting werd aangegeven door de werkgever dat dit met name ziet op de reactie naar aanleiding van het voorgevallene waarin [eiseres] weinig blijk gaf van een juist en professioneel inzicht volgens Promens Care), dan is de kantonrechter van oordeel dat ook dit niet tot de slotsom moet leiden dat dit een dadelijk of na korte tijd beëindigen van de arbeidsovereenkomst billijkt.
Dit blijk geven van een niet professioneel inzicht, waarvan afgevraagd kan worden of dit ook intrinsiek zo is want voorstelbaar is ook dat [eiseres] zich verdedigt tegen de aantijgingen hoewel ze zich wel bewust zou kunnen zijn van haar onjuiste handelswijze, zodat er wel erg veel gewicht wordt gegeven aan zo een reactie, weegt niet voldoende op tegen haar voorafgaand aan dit incident goede functioneren om tot zo een beëindiging te concluderen.
Hetgeen hiervoor is overwogen omtrent een andere sanctie en het waarschuwen vooraf doet ook hier weer opgeld.
Verder neemt de kantonrechter ook de van algemene bekendheid zijnde penibele arbeidsmarkt -met name in de zorg waar velen op straat zullen komen- in ogenschouw, zodat de gevolgen van een ontbinding verstrekkend zullen zijn.
4.14.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek van Promens Care om de arbeidsovereenkomst met [eiseres] te ontbinden worden afgewezen.
4.15.
Gezien de vorenstaande overwegingen van de kantonrechter komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat de gevorderde wedertewerkstelling voor toewijzing vatbaar is. De voorzieningenrechter passeert daarmee het verweer van Promens Care dat zij niet gehouden kan worden om [eiseres] weder te werk te stellen en dat zij los daarvan geen mogelijkheden heeft om [eiseres] te herplaatsen binnen de organisatie.
De voortvarendheid van het doorvoeren van de wijzigingen zonder hierbij eerst de uitkomst van de voorliggende kwestie af te wachten komt voor rekening en risico van Promens Care.
4.16.
De voorzieningenrechter zal de gevorderde wedertewerkstelling toewijzen, met dien verstande dat hij aanleiding ziet om de gevorderde dwangsom af te wijzen en de termijn waarbinnen Promens Care [eiseres] in de gelegenheid te stellen haar gebruikelijke werkzaamheden als begeleider B wederom te verrichten te wijzigen, in die zin dat deze termijn wordt bepaald op een week.
4.17.
Promens Care zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding, waarbij rekening zal worden gehouden met het feit dat er een gelijktijdige behandeling van meerdere kort gedingen en ontbindingsverzoeken heeft plaatsgevonden.

5.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende als voorzieningenrechter:
1. gebiedt Promens Care om binnen een week na betekening van dit vonnis [eiseres] in de gelegenheid te stellen de gebruikelijke werkzaamheden als begeleider B wederom feitelijk te laten verrichten binnen de locatie de Biester aan de Verlengde Asserstraat 85 te Gieten en haar de feitelijke toegang tot de bedrijfsgebouwen en de feitelijke omgang en begeleiding met cliënten te verlenen;
2. veroordeelt Promens Care tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 77,00 aan vast recht en € 200,00 aan salaris gemachtigde;
3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. C.J.R. de Locht en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2015.
typ: 608/kw
coll: