ECLI:NL:RBNNE:2015:1652

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 april 2015
Publicatiedatum
2 april 2015
Zaaknummer
C-17-120163 - HA ZA 12-162
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.Th.M. Zwart-Sneek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schade door lekkage dak en deskundigenoordeel over onrechtmatig handelen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, hebben eisers [A] c.s. en gedaagden [C] c.s. een geschil over schade door lekkage van een dak. De rechtbank heeft op 1 april 2015 vonnis gewezen na een uitgebreide procedure waarin deskundigen zijn ingeschakeld. De deskundige, ing. J.C. Kok, heeft in zijn rapportage vastgesteld dat de schoorsteen van [A] c.s. niet volledig vervangen hoeft te worden, maar dat herstel volstaat. De rechtbank heeft de vordering van [A] c.s. tot vervanging van de schoorsteen afgewezen, omdat de deskundige concludeerde dat de algehele toestand van de schoorsteen geen aanleiding geeft voor vervanging. De rechtbank heeft ook de vordering van [A] c.s. tot schadevergoeding afgewezen, omdat de deskundige heeft vastgesteld dat de lekkages niet het gevolg zijn van verschoven dakpannen, maar van ondeugdelijke aansluitingen en andere bouwkundige tekortkomingen. In reconventie heeft de rechtbank de vordering van [C] c.s. tot herstel van de schoorsteen toegewezen, waarbij de kosten door beide partijen gedeeld dienen te worden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat [A] c.s. onrechtmatig heeft gehandeld jegens [C] c.s. door bouwkundige wijzigingen aan te brengen die hebben geleid tot schade aan de woning van [C] c.s. De rechtbank heeft de kosten van het geding aan [C] c.s. toegewezen, evenals de kosten van de deskundige.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/120163 / HA ZA 12-162
Vonnis van 1 april 2015
in de zaak van

1.[A],

wonende te[plaats],
2.
[B],
wonende te[plaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. B.P. van der Togt, kantoorhoudende te Drachten,
tegen

1.[C],

wonende te[plaats],
2.
[D],
wonende te[plaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. M.S. Dunant Maurits, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna [A] c.s. en [C] c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 december 2013
  • het deskundigenbericht van 3 september 2014 van ing. J.C. Kok
  • de conclusie na deskundigenbericht in conventie en in reconventie van 17 december 2014 van de zijde van [A] c.s.
  • de conclusie na deskundigenbericht van 17 december 2014 van de zijde van [C] c.s.
  • de antwoordconclusie na deskundigenbericht van 4 februari 2015 van de zijde van [A] c.s.
  • de antwoordconclusie na deskundigenbericht van 4 februari 2015 van [C] c.s.
1.2.
Ten slotte is wederom vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling van het geschil

in conventie en in reconventie

2.1.
De rechtbank handhaaft hetgeen in de tussenvonnissen van 2 oktober 2013 en
18 december 2014 is overwogen en beslist.
2.2.
De deskundige heeft de door de rechtbank gestelde vragen als volgt beantwoord:
[…]
3. BEANTWOORDING VAN DE VRAGEN
Met betrekking tot de schoorsteen:
1. Is vervanging van de schoorsteen noodzakelijk of kan volstaan worden met minder ingrijpende (goedkopere) herstelwerkzaamheden om de schoorsteen op de oorspronkelijke wijze te herstellen en zo ja, welke herstelwerkzaamheden?
Met de schoorsteen wordt bedoeld het bovendakse gemetselde kanaal op de grens van beide woningen.
Deze schoorsteen vertoont een wisselend beeld. Aan de zijde van [C] verkeert de schoorsteen in een redelijke conditie en zijn alleen op een hoekpunt enkele losse stenen geconstateerd (foto 4 en 5 in paragraaf 2.4). Aan de zijde van [A] vertoont de schoorsteen diverse scheuren en is de samenhang van het voegwerk minder (foto 6 en 7).
De algehele toestand van de schoorsteen geeft geen aanleiding tot volledige vervanging van de schoorsteen. Voor herstel kan volstaan worden met reparatie van de scheuren, vervanging van het lood, herstel van het voegwerk en herstel van de afsmeerlaag aan de bovenzijde.
2. Wat zijn de kosten van vervanging van de schoorsteen en de eventuele minder ingrijpende (goedkopere) herstelwerkzaamheden om de schoorsteen op de oorspronkelijke wijze te herstellen?
De kosten voor vervanging van de schoorsteen worden geraamd op € 2.500,00 inclusief btw. De kosten voor reparatie van de schade aan de schoorsteen worden geraamd op € 800,00 inclusief btw.
3. Kunt u aangeven of de in opdracht van [C] c.s. uitgevoerde herstelwerkzaamheden met betrekking tot de kop van de schoorsteen destijds noodzakelijk waren gelet op de toestand van de schoorsteen?
Op basis van de foto's van september 2011 zoals opgenomen in de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, bestond er zeker aanleiding en noodzaak tot het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden zoals uitgevoerd. De bovenzijde van de schoorsteen bevatte namelijk een groot aantal scheuren. Dit leidt tot het risico op lekkages en verdere schade aan de schoorsteen.
Met betrekking tot de lekkage:
4. Acht u de gefabriceerde aansluiting van de hellende daken tussen de woningen van partijen bouwkundig deugdelijk, mede in aanmerking nemende de plaats van de hemelwaterafvoer van het platte dak en de noodvoorziening weggedacht?
Met de gefabriceerde aansluiting wordt bedoeld de in hoogte verspringende aansluiting tussen de pannen en de daarbij aangebrachte loodaansluiting, zoals weergegeven in productie 23 bij de conclusie van repliek in conventie van 21 november 2012 (zie ook foto 16 en 22). Met de noodvoorziening wordt de omleiding van de hemelwaterafvoer bedoeld, zie ook foto 14, 15 en 22.
De gefabriceerde aansluiting is niet deugdelijk uitgevoerd. De belangrijkste tekortkoming is de ontoereikende waterdichtheid van de aansluiting. Doordat de pannen van de beide woningen niet meer in één vlak liggen sluiten de pannen tussen de beide woningen niet meer op elkaar aan en dient dit hoogteverschil overbrugd te worden. Dit is gerealiseerd door het aanbrengen van loodslabben en afdekking met nokvorsten. Deze loodaansluiting dient als waterdichting. De toegepaste loodstrook is relatief smal (zie onder andere foto 16 en 17), zeker voor de situatie waarbij geen verholen goot is toegepast (waarmee een tweede waterkering ontbreekt).
Daarbij komt dat juist op deze locatie een afvoer vanaf het hoge dak loost langs deze loodaansluiting (foto 16). Daarbij speelt tevens mee dat aan de zijde van nummer [nummer] de tweede afvoer van het hoge dak tijdelijk is afgeplakt (foto 9) zodat al het water van het hoge platte dak van nummer [nummer] en circa de helft van het water van het platte dak van nummer [nummer] via deze middelste afvoer geloosd wordt. Dit alles zorgt voor een hoge waterbelasting op een relatief kwetsbare aansluiting. Bij een grote aanvoer van water bestaat het risico dat het water tussen het lood en de pannen door naar binnen wordt gestuwd. Er is geen verholen goot of andere afwaterende voorzieningen onder deze aansluiting aangebracht. Bij de door de aannemer gemaakte schets in productie 23 bij de conclusie van repliek in conventie staat de volgende opmerking:
"Voor deze manier is gekozen, omdat een verholen goot niet toe te passen is vanwege de pannen welke niet haaks liggen bij de buren ([straat] [nummer]) ± 15 cm uit het lood."
Deze toelichting is feitelijk onjuist. Het is zeker mogelijk een (vorm van) verholen goot (en daarmee een tweede waterkering) aan te brengen onder de pannen.
De betreffende aansluiting ter plaatse van de verspringing van de dakvlakken is typisch een aansluiting waarvoor het van belang is om vooraf een goed bouwkundig detail uit te werken. Het hiervoor genoemde detail (productie 23 bij de conclusie van repliek in conventie) is pas gemaakt na uitvoering van het werk. Verder is achteraf door Houvast een detail gemaakt dat overigens niet de feitelijke uitvoering weergeeft maar een verbetering daarvan met toepassing van verholen goten (Rapport Houvast in opdracht van [A], gedateerd 10.09.2012, productie 15 bij akte van 22.10.12).
5. Kunt u aangeven of met betrekking tot de aansluiting van de daken meerdere mogelijkheden aanwezig waren, daarbij rekening houdende met de omstandigheid dat partijen geen overeenstemming hadden over het aanbrengen van een verholen goot?
Ja er zijn meerdere mogelijkheden, hoewel mij niet precies bekend is binnen welke grenzen dit bedoeld is. Enkele van de mogelijkheden zijn:
* Bij beide woningen het dak isoleren, waarmee het dak bij beide woningen hoger komt te liggen en het pannendak weer doorloopt zodat geen specifieke constructie nodig is om een niveauverschil op te vangen.
* Indien slechts één woning isolatie wil aanbrengen, de isolatie tussen de bestaande gordingen aanbrengen, zodat het dakvlak niet hoger komt te liggen en er geen specifieke constructie nodig is om een niveauverschil op te vangen.
* Indien één woning isolatie aanbrengt op de bestaande gordingen waarmee één van de dak helften hoger komt te liggen: het aanbrengen van een verholen goot, zoals weergegeven in het hiervoor genoemde detail (productie 15 bij akte van 22.10.12). De afmetingen (breedte en diepte) kunnen afgestemd worden op de specifieke situatie ter plaatse.
* Indien één woning isolatie aanbrengt op de bestaande gordingen waarmee één van de dakhelften hoger komt te liggen: een afdekking met vorsten, waarbij voor het geval geen verholen goot wordt aangebracht, de loodaansluiting voldoende overlappend aangebracht dienen te worden, beduidend ruimer dan nu het geval is. Dit lood dient zorgvuldig aangeklopt te worden. Nadeel is dat brede loodstroken die aan beide zijden ruim buiten de vorsten uitsteken, het aanzicht verstoren, waardoor dit minder wenselijk is.
6. Kunt u in zijn algemeenheid aangeven of het aanbrengen van isolatieplaten zoals thans is toegepast als deugdelijk werk gekwalificeerd kan worden? Zo ja, is het werk deugdelijk uitgevoerd?
Op zich is het aanbrengen van isolatieplaten op het bestaande dakbeschot op een deugdelijke wijze uit te voeren. Daarbij zijn twee aspecten te onderscheiden namelijk een technisch aspect en een esthetisch aspect. Vanuit esthetisch oogpunt geniet het de sterke voorkeur om een dergelijke aanpassing bij woningen met een aaneengesloten dakvlak uit te voeren bij de beide woningen. Daarmee wordt enerzijds een storende verspringing in het dakvlak en anderzijds een complexe bouwkundige aansluiting voorkomen. Die verspringing in het dakvlak heeft niet alleen betrekking op het pannenvlak, maar ook op de daklijsten en op de goten. In zijn algemeenheid is het aanbrengen van de dakplaten op zichzelf deugdelijk uitgevoerd. De aandachtspunten zijn echter vooral de aansluitingen met de bestaande constructie. Dat betreft de bovenste daklijst, de aansluitingen in het pannenvlak en vervolgens de aansluiting van de goot. Op deze punten laat het werk te wensen over.
* De daklijst is niet goed aangesloten en de afvoer van het hoge dak is inmiddels provisorisch omgelegd.
* De aansluiting van de pannen lijkt op dit moment redelijk te functioneren, maar is niet bestand tegen grotere hoeveelheden water zoals voorheen vanaf het hoge dak langs deze aansluitingen werd gevoerd. In de huidige toestand doet zich volgens mededeling geen lekkages voor.
* Tenslotte is een verbreding van de goot op een ondeugdelijke wijze uitgevoerd aangezien bij de huidige uitvoering van de verspringing in de goot de vrije doorstroming ernstig wordt belemmerd.
7. Acht u de in rechtsoverweging 2.3. van het tussenvonnis van 2 oktober 2013 bedoelde verbouwing door [A] c.s. in bouwkundig opzicht verantwoord?
Ik verwijs naar de beantwoording van vraag 6.
8. Heeft de in rechtsoverweging 2.3. van het tussenvonnis van 2 oktober 2013 bedoelde verbouwing door [A] c.s. gevolgen gehad voor de waterloop en zo ja, welke?
De verbouwing heeft gevolgen gehad voor het waterverloop. Aanvankelijk stroomde het water van het hoge dak op dezelfde locatie langs het pannendak als voorheen. Echter inmiddels bevond zich op deze locatie de aansluiting van het oude dak van [C] met het nieuwe verhoogde dak van [A]. Deze aansluiting bleek onvoldoende bestand tegen de waterhoeveelheid die op dit punt over het dakvlak werd afgevoerd. het rapport van Houvast van 10 september 2012 (productie 15 bij akte van 22.10.12) geeft op blad 2 onder de kop "conclusie" de volgende beschrijving van de lekkages zoals die zich toen nog voor deed:
"Het water komt via de ruimte tussen dakpannen en lood onder de pannen, waar het via het dakbeschot van woning nr. [nummer] langs de tussenmuur en achter de goot over de achtergevel loopt en lekkage en schade veroorzaakt."
Een tweede aspect ten aanzien van de gevolgen voor de waterloop betreft de aanpassing van de goot aan de achterzijde van de woning. [A] heeft de goot langs zijn deel van de gevel verder naar buiten gebracht (foto 16 tot en met 20). De goot maakt hier nu twee keer een haakse bocht waarbij de vrije doorgang aanzienlijk is beperkt. Deze bochten verstoren de doorstroming. Dit wordt versterkt doordat de goot op dit punt een smallere doorgang heeft dan voorheen. Dit is weergegeven in de onderste tekening op pagina 5 van het rapport van Acro van 20 september 2012, productie 12 bij akte overlegging producties zijde [C], van 5 oktober 2012. Net naast deze vernauwing bevond zich de plaats waar het water van het hoge dak in de goot stroomde. Naast de hiervoor genoemde lekkage kan tevens lekkage ontstaan doordat het water in de goot onvoldoende snel naar de afvoer kan stromen, hierdoor kan opstuwing van water ontstaan waardoor de goot over kan lopen. Wegens de afwezigheid van toereikend klimmateriaal tijdens de inspectie was dit deel van de goot niet van dichtbij bereikbaar. Overigens hebben inmiddels aanpassingen plaatsgevonden waardoor deze lekkage zich volgens partijen niet meer voordoet. In ieder geval is de waterafvoer vanaf het hoge tijd inmiddels provisorisch omgelegd. Ook zijn er aanpassingen gedaan aan het lood boven deze goot ter plaatse van de aansluiting oud op nieuw.
9. Acht u de gefabriceerde aansluiting van de dakgoten tussen de woningen van partijen bouwkundig deugdelijk en is er voldoende "ondersteuning van de dakgoot"? Zo ja, is de afwatering hiervan voldoende?
Zoals genoemd was dit deel van de dakgoot wegens de afwezigheid van toereikend klimmateriaal tijdens de inspectie niet van dichtbij bereikbaar.
Op basis van de beschikbare gegevens acht ik de aansluiting van de dakgoten tussen de woningen van partijen niet deugdelijk gerealiseerd. Door de vernauwing van de goot, zoals genoemd bij de beantwoording van vraag 8, wordt een goede doorstroming verhinderd. Ondanks de provisorische omlegging van de goot blijft het risico van opstuwing in de goot aanwezig waardoor de goot kan overstromen. Of de goot goed op afschot ligt en of zowel de nieuwe als de oude goot deugdelijk ondersteund zijn, is niet van dichtbij waargenomen. Wel is vastgesteld dat aan de voorzijde van de goot (de buitenbetimmering) van [C] wijkt op de aansluiting met de nieuwe goot in het midden van de achtergevel. Dit duidt echter niet op een onvoldoende ondersteuning van de goot, maar op een ontoereikende hermontage van de ingekorte bestaande goot.
10. Kunt u aangegeven of er met betrekking tot de afwatering van de goten alternatieve oplossingen denkbaar zijn?
Er zijn diverse opties denkbaar. Zo had de nieuwe goot aan de achterzijde breder gelaten kunnen worden en aan de voorzijde minder ver doorstekend (minder verspringing ten opzichte van de bestaande goot). De goot steekt nu verder naar buiten door dan uit oogpunt van een goede opvang van het water noodzakelijk is. Ook had het uitstekende deel van de goot aan de zijde van [A] iets verder door kunnen lopen richting de woning van [C]. Op die manier was de vernauwing van de goot voorkomen. Ook was het mogelijk geweest de goot in het midden van de achtergevel te onderbreken (dus af te sluiten) en aan beide zijden van deze afsluiting een uitloop te maken die dan onder de goot samengevoegd kunnen worden op één hemelwaterafvoer.
11. Hoe beoordeelt u de "vernauwing" van de waterdoorloop van de voorheen doorlopende dakgoot op de aansluiting van de woningen van partijen (mede in aanmerking genomen de plaats van de hemelwaterafvoer van het platte dak en de noodvoorziening weggedacht)?
Verwezen wordt naar de beantwoording van vraag 8.
12. Kunt u aangeven waardoor de lekkage aan de achterzijde van de woning van partijen wordt veroorzaakt (de noodvoorziening weggedacht)?
Ik verwijs naar de beantwoording van vraag 8.
13. Kunt u aangeven waardoor de lekkages in de woning van [A] c.s. worden veroorzaakt?
In de woning van [A] zijn in de slaapkamer aan de achterzijde die grenst aan de woningscheidende wand vochtplekken geconstateerd in de bovenhoek die grenst aan het rookkanaal dat uitkomt op de schoorsteen (foto 1). Deze lekkageplek is te herleiden tot de schoorsteen. De toestand van de schoorsteen is op deze locatie zodanig dat lekkages niet uit te sluiten zijn. Het metselwerk van de schoorsteen vertoont scheuren en de voegen zijn plaatselijk losgekomen. Ook is het lood sterk verouderd, plaatselijk gescheurd en op sommige plaatsen provisorisch gerepareerd.
Verder is aan de gevelzijde eveneens een eerdere lekkageplek aangeduid die overigens niet goed zichtbaar is aan de afwerking (foto 2). Deze locatie bevindt zich in het midden van de achtergevel op de plaats waar aan de buitenzijde de goot heeft gelekt. Aangenomen kan worden dat deze lekkage daarmee samenhangt.
14. Kunt u aangeven of de lekkages mogelijk een gevolg kunnen zijn van verschoven dakpannen?
Uit de toelichting door partijen maak ik op dat deze vraag doelt op de lekkages aan de achtergevel. Het is zeer onwaarschijnlijk dat deze lekkages het gevolg zijn van verschoven dakpannen. De invloed van de verschoven dakpannen acht ik aanzienlijk kleiner dan de gefabriceerde aansluiting. Zie ook de beantwoording van vraag 4.
15. Kunt u aangeven op welke wijze lekkages in de toekomst voorkomen kunnen worden en wat daarvan de kosten zullen zijn?
Ik verwijs naar de beantwoording van vraag 5 waar diverse mogelijke aansluitingen genoemd worden. Het aanbrengen van een verholen goot is wel de meest voor de hand liggende oplossing bij de huidige aansluiting. Deze wijze van herstel is weergegeven op blad 3 van het rapport Houvast van 10.09.2012 (productie 15 bij akte van 22.10.12).
De kosten die met de uitvoering van dit herstel gemoeid zijn worden geraamd op € 2.000,00 inclusief btw.
16. Kunt u aangeven of de werkzaamheden met betrekking tot de dakbedekking aan de bovenzijde van de woningen op het platte dak correct zijn uitgevoerd?
Deze strook is goed hechtend aangebracht.
17. Kunt u aangeven wat de oorzaak is van de groen uitgeslagen muur en wat daarvan de eventuele gevolgen en eventuele gevolgschade is?
Er is sprake van een groene uitslag in het midden van de achtergevel rond de hemelwaterafvoer (foto 21). Deze groene uitslag ontstaat uit algengroei onder invloed van vocht en is te herleiden tot lekkage die op dit punt heeft plaatsgevonden. Deze groene uitslag duidt erop dat het over langere periode (ten minste maanden) gelekt moet hebben. Er is geen sprake van vervolgschade. Geconstateerd is dat de stenen en de voegen niet blijvend zijn aangetast.
18. Is er, met referte aan de gefabriceerde aansluiting van de dakgoten, schade aan de dakgoot van nummer [nummer]? Zo ja, wat is daarvan de hoogte? Hoe beoordeelt u de (eventueel aanwezige) scheurvorming van de dakgoot van nummer [nummer]?
Ja, bij inspectie is geconstateerd dat de buitenbekleding van de goot langs de achtergevel los zit vanuit het midden. Hier is een kier zichtbaar tussen de bekleding van de voorzijde en de onderzijde van de goot (foto 19 en 20). Dit is te herleiden tot de werkzaamheden aan de goot, onder andere het inkorten ervan. De voorzijde van deze goot is nadien kennelijk onvoldoende vastgezet.
Herstel dient te bestaan uit het vastzetten van de buitenste gootbetimmering en vervolgens het bijwerken van de afwerking. De kosten voor deze werkzaamheden worden geraamd op € 100,00 inclusief btw.
Scheurvorming in de dakgoot is niet geconstateerd, noch in de betimmering noch in het zink. Hierbij wordt opgemerkt dat wegens de afwezigheid van toereikend klimmateriaal tijdens de inspectie deze goot niet van dichtbij bereikbaar was.
19. Zijn er sporen van herstelwerkzaamheden bij de aansluiting van de dakgoot (bijvoorbeeld meerdere solderingen bij aansluiting goot)?
Wegens de afwezigheid van toereikend klimmateriaal tijdens de inspectie was dit deel van de goot niet van dichtbij bereikbaar. Voor zover zichtbaar (onder andere foto 17 en 18) zijn er geen duidelijke sporen van herstelwerkzaamheden bij de aansluiting van de dakgoot.
20. Was er destijds een reële vrees voor lekkage bij nummer [nummer] als gevolg van de door Winters aangebrachte dakbedekking bij nummer [nummer]? Acht u de door [C] c.s. geïnitieerde reparatie (strookje dakbedekking op 12 juni 2012 door Acro Bouw) gerechtvaardigd?
Uit de foto's zoals opgenomen in productie 3b van de conclusie van antwoord in conventie blijkt duidelijk dat de aansluiting van de dakbedekking van het hoge platte dak tussen nummer [nummer] en [nummer] op meerdere plaatsen onthecht was. Op basis van deze foto's was dit aan beide zijden van de schoorsteen het geval. Deze onthechting geeft een reëel risico op binnendringen van regenwater en daarmee lekkage in de onderliggende ruimten van zowel nummer [nummer] als nummer [nummer] aangezien deze onthechting zich precies boven de woningscheidende wand bevindt.
Ik acht het aanbrengen van een strookje dakbedekking op deze aansluiting een eenvoudige en effectieve maatregel om lekkage op dit punt tegen te gaan.
Door de deskundige is voorts nog opgemerkt - als reactie op een opmerking van [A] c.s. naar aanleiding van het concept-rapport van de deskundige:
Ik ben van oordeel dat tijdens het onderzoek een voldoende beeld is ontstaan om de gestelde vragen te kunnen beantwoorden.
en voorts:
Er is (uiteraard) geen contact geweest tussen mij en [C], ook niet op initiatief van [C]. Wanneer dat het geval was geweest, had ik bij de wederpartij melding gemaakt van dat contact en van de inhoud van dat contact.
2.3.
Blijkens de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van [C] c.s. kan [C] c.s. zich (grotendeels) vinden in de bevindingen en de conclusies van de deskundige.
2.4.
[A] c.s. heeft bij conclusie na deskundigenbericht aangegeven dat hij zich niet kan vinden in de bevindingen en de conclusies van de deskundige. Daarbij is door [A] c.s. een aantal rapporten van door hem - ná de totstandkoming van het deskundigenbericht van de door de rechtbank benoemde deskundige - ingeschakelde deskundigen in het geding gebracht, alsmede is door hem verwezen naar een deskundigenbericht in een bij deze rechtbank aanhangige procedure van [A] c.s. tegen een derde (zaak-/rolnummer C/17/126922 / HA ZA 13-134), waaruit volgens [A] c.s. volgt dat de schoorsteen wél vervangen dient te worden. Volgens [A] c.s. heeft de deskundige onvoldoende (onder meer: destructief) onderzoek verricht en heeft hij op meerdere plaatsen in zijn rapport vermeld dat hij het onderzoek niet kon uitvoeren gelet op het ontbreken van daartoe benodigd klimmateriaal.
2.5.
De rechtbank zal uitgaan van de juistheid van de inhoud van het deskundigenrapport, welk rapport is opgesteld conform de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de concept-rapportage van de deskundige, van welke gelegenheid zij ook gebruik hebben gemaakt. De deskundige is vervolgens ingegaan op de opmerkingen - met name van de zijde van [A] c.s. - en heeft deze opmerkingen naar het oordeel van de rechtbank afdoende weerlegd, dan wel, voor zover deze kritiek terecht was, zijn rapport op onderdelen (met name spelfouten) aangepast. De rechtbank ziet in de opmerkingen (van met name [A] c.s.) onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen en de conclusies van de deskundige, zodat de rechtbank het rapport van de deskundige overneemt en de bevindingen en conclusies tot de hare maakt.
2.5.1.
Opgemerkt wordt dat de deskundige nu juist is benoemd omdat partijen beiden een aantal (partij)deskundigen hadden ingeschakeld, die tot verschillende conclusies kwamen. De omstandigheid dat [A] c.s. thans wederom (partij)deskundigen heeft ingeschakeld die tot een oordeel komen dat afwijkend is van het oordeel van de door de rechtbank benoemde deskundige, is onvoldoende om te twijfelen aan de juistheid van het oordeel van de door de rechtbank benoemde deskundige.
2.5.2.
Ook de verwijzing naar het - bij conclusie na deskundigenrapport door [A] c.s. in het geding gebrachte - deskundigenrapport van E.V. Hulleman van Bouwconsilium in de procedure onder zaak-/rolnummer C/17/126922 / HA ZA 13-134 kan niet tot een ander oordeel leiden. Blijkens dit overgelegde deskundigenbericht betrof dit onderzoek slechts - zoals [C] c.s. terecht heeft opgemerkt - de dakbedekking en niet de schoorsteen. Alleen naar aanleiding van een opmerking/verzoek van [A] c.s. heeft Hulleman geantwoord: "de schoorsteen verkeerd in een slechte staat van onderhoud, om een gegarandeerde waterdichte oplossing dient de schoorsteen volledig te worden vervangen". Hulleman - die niet door deze rechtbank (ook niet in de hiervoor genoemde procedure) is benoemd om de schoorsteen te onderzoeken - heeft op geen enkele wijze aangegeven hoe hij tot dit oordeel komt en heeft zijn conclusie ook op geen enkele wijze onderbouwd.
2.5.3.
Ook heeft de rechtbank onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de wijze waarop de deskundige zijn onderzoek heeft uitgevoerd. Op opmerkingen daaromtrent van de zijde van [A] c.s. naar aanleiding van de concept-rapportage van de deskundige heeft de deskundige - die nu juist is benoemd vanwege zijn deskundigheid - immers geantwoord dat hij van oordeel is dat tijdens het onderzoek een voldoende beeld is ontstaan om de gestelde vragen te kunnen beantwoorden.
2.5.4.
Voor zover [A] c.s. voorts de partijdigheid van de deskundige in twijfel heeft willen brengen, overweegt de rechtbank dat daartoe onvoldoende door [A] c.s. is gesteld. De deskundige heeft bovendien naar aanleiding van een opmerking van [A] c.s. naar aanleiding van de concept-rapportage van de deskundige duidelijk geantwoord dat er (uiteraard) geen contact is geweest tussen hem en [C] c.s., ook niet op initiatief van [C] c.s. en dat wanneer dat wél het geval zou zijn geweest, hij bij [A] c.s. melding zou hebben gemaakt van dat contact en van de inhoud van dat contact.
voorts in conventie
2.6.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de vordering van [A] c.s., voor zover deze strekt tot vervanging van de schoorsteen, zal worden afgewezen. Blijkens het deskundigenbericht geeft de algehele toestand van de schoorsteen immers geen aanleiding om tot volledige vervanging van de schoorsteen over te gaan. Voor herstel kan volgens de deskundige volstaan worden met reparatie van de scheuren, vervanging van het lood, herstel van het voegwerk en herstel van de afsmeerlaag aan de bovenzijde.
2.7.
Het door [A] c.s. gevorderde bedrag van EUR 107,10 ter zake van de kosten die hij stelt te hebben gemaakt voor het inschakelen van een (partij)deskundige teneinde objectief te laten vaststellen dat de schoorsteen vervangen dient te worden, zal worden afgewezen. De deskundige heeft immers vastgesteld - evenals [C] c.s. heeft betoogd - dat volstaan kan worden met herstel van de schoorsteen. De kosten van de door [A] c.s. ingeschakelde partijdeskundige - die tot een ander oordeel is gekomen - dienen dan ook voor rekening van [A] c.s. te blijven.
2.8.
[A] c.s. heeft voorts veroordeling van [C] c.s. gevorderd om de dakpannen rechts naast de rij nokvorstpannen van de woning van [A] c.s. op zijn dak te herleggen en te voorzien van loodslabben, dan wel die dakpannen zodanig te herleggen dat het regenwater via de dakpannen afwatert in de dakgoot. [A] c.s. heeft hiertoe gesteld dat de lekkages (die ook in zijn woning zijn opgetreden) zijn ontstaan als gevolg van de omstandigheid dat Acro Bouw B.V. bij haar in opdracht van [C] c.s. verrichte inspectie op 26 juni 2012 een aantal dakpannen op het dak van de woning van [C] c.s. ter rechterzijde van de nokvorstpannen van de woning van [A] c.s. en wel op de eerste rij waar de loodslabbe aansluiting mee behoort te hebben, heeft opgelicht voor onderzoek en vervolgens onjuist heeft herlegd, op zodanige wijze dat deze gekanteld zijn komen te liggen. Ook is het lood toen volgens [A] c.s. niet goed teruggeplaatst. De deskundige heeft echter in zijn rapport desgevraagd aangegeven dat het zeer onwaarschijnlijk is dat deze lekkages het gevolg zijn van verschoven dakpannen. Voor toewijzing van dit deel van de vordering is dan ook geen grondslag aanwezig. Ook de door [A] c.s. gevorderde schadevergoeding in dit verband ter hoogte van EUR 2.000,00 zal worden afgewezen.
2.9.
De vordering van [A] c.s. strekt voorts tot herstel van de gerealiseerde overgang tussen de daken, zodanig dat die overgang vochtvrij wordt. Gelet op de omstandigheid dat uit het rapport van de deskundige volgt dat de werkzaamheden met betrekking tot de dakbedekking aan de bovenzijde van de woningen op het platte dak correct zijn uitgevoerd, zal de vordering ook in zoverre worden afgewezen.
2.10.
[A] c.s. zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding, waaronder - mede gelet op de omstandigheid dat [C] c.s. ook in reconventie (grotendeels) in het gelijk zal worden gesteld - de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundige. De kosten aan de zijde van [C] c.s. worden vastgesteld op:
- griffierecht EUR 267,00
- salaris voor de advocaat EUR 2.034,00 (4,5 punten x tarief EUR 452,00)
- deskundigenkosten EUR
2.317,15(de door [C] c.s. betaalde helft van de
totale kosten ter hoogte van EUR 4.634,30)
Totaal EUR 4.618,15.
Ook de gevorderde nakosten en de wettelijke rente over de (na)kosten zullen worden toegewezen, zoals in het dictum te melden.
voorts in reconventie
2.11.
De reconventionele vordering van [C] c.s., die strekt tot herstel van de schoorsteen door een in goede justitie te bepalen gerenommeerde aannemer van enige omvang, zal gelet op de conclusie van de deskundige dat er geen noodzaak is tot vervanging van de schoorsteen maar dat volstaan kan worden met herstel daarvan, worden toegewezen, zoals in het dictum te melden. De rechtbank zal daarbij als aannemer aanwijzen Kimsma Bouwbedrijf B.V. te Goutum, welke aannemer naar het oordeel van de rechtbank voldoet aan het door [C] c.s. gestelde - hiervoor genoemde - vereiste. De rechtbank overweegt voorts dat - zoals reeds in het tussenvonnis van 2 oktober 2013 in rechtsoverweging 5.1 is weergegeven - partijen het er over eens zijn dat de kosten van de werkzaamheden door beide partijen, ieder voor de helft, gedragen dienen te worden. Partijen - die de opdracht aan Kimsma Bouwbedrijf B.V. gezamenlijk dienen te verstrekken - dienen die kosten rechtstreeks aan Kimsma B.V. te betalen. Voor zover de vordering van [C] c.s. ertoe strekt dat [A] c.s. de helft van deze kosten aan [C] c.s. dient te betalen, zal deze dus worden afgewezen. [A] zal tevens worden geboden om toe te staan dat Kimsma Bouwbedrijf B.V. zijn eigendommen betreedt, in het bijzonder zijn zijde van het platte dak bij de schoorsteen, teneinde de vereiste werkzaamheden aan de schoorsteen te kunnen uitvoeren. Ook de in dat kader gevorderde oplegging van dwangsommen acht de rechtbank toewijsbaar. Aan de te verbeuren dwangsommen zal daarbij een maximum worden gesteld.
2.12.
[C] c.s. vordert voorts betaling van een bedrag van EUR 139,83, te vermeerderen met de wettelijke rente van 16 januari 2013 tot aan de dag der voldoening. Genoemd bedrag betreft de helft van de door [C] c.s. gemaakte kosten ter hoogte van EUR 279,65, zijnde de "beredderingskosten" met betrekking tot (nood)werkzaamheden aan de kop van de schoorsteen en de losse dakbedekking op de erfafscheiding van het platte dak). Gelet op de omstandigheid dat uit het rapport van de deskundige volgt dat er noodzaak bestond tot het uitvoeren van deze herstelwerkzaamheden aan de kop van de schoorsteen en partijen het er over eens zijn - zoals hiervoor in rechtsoverweging 2.11 is overwogen - dat herstel van de schoorsteen op kosten van beide partijen, ieder voor de helft dient te geschieden en niet valt in te zien dat dit anders zou zijn voor de onderhavige - reeds verrichte - noodzakelijke herstelwerkzaamheden, zal de vordering in zoverre worden toegewezen. Het verweer van [A] c.s. dat de werkzaamheden aan de (volgens [A] c.s. zelf: gemeenschappelijke) schoorsteen hebben plaatsgevonden aan de zijde van [C] c.s. en dat om die reden niet valt in te zien dat [A] c.s. aan deze kosten dient bij te dragen, zal dan ook worden verworpen. Het voorgaande geldt eveneens ten aanzien van de losse dakbedekking op de erfafscheiding van het platte dak. Ook daarvan heeft de deskundige aangegeven dat de onthechting een reëel risico op binnendringen van regenwater en daarmee lekkage in de onderliggende ruimtes van zowel nummer [nummer] als nummer [nummer] gaf en dat het aanbrengen van het strookje dakbedekking op deze aansluiting een eenvoudige en effectieve maatregel was om lekkage op dit punt tegen te gaan.
2.13.
Uit het deskundigenbericht van de deskundige volgt voorts dat de aansluiting van de dakgoten tussen de woningen van partijen niet deugdelijk is gerealiseerd, waardoor lekkages zijn ontstaan, mede in de woning van [C] c.s. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [A] c.s. door het (laten) uitvoeren van deze werkzaamheden een inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van [C] c.s. en daarmee onrechtmatig jegens [C] c.s. gehandeld. Ook acht de rechtbank op basis van de in het geding gebrachte foto's, op basis van het in opdracht van [C] c.s. opgestelde rapport van 14 juni 2012 van H.S. Gerlofs van Taxatie Team en op basis van het oordeel van de deskundige Kok dat sprake is van een "storende inspringing in het dakvlak" aannemelijk dat [C] c.s. enige schade heeft geleden als gevolg van de zijdens [A] c.s. verrichte verbouwingswerkzaamheden door waardedaling van zijn woning. De rechtbank merkt daarbij op dat de welstandscommissie destijds tot twee maal toe een negatief welstandsadvies heeft gegeven. Door toch tot de verbouwingswerkzaamheden over te gaan zonder daarbij voldoende acht te slaan op de belangen van [C] c.s. heeft [A] c.s. ook in zoverre onrechtmatig jegens [C] c.s. gehandeld. De omstandigheid dat aan [A] c.s. een omgevingsvergunning is verleend voor de onderhavige werkzaamheden, kan niet tot een ander oordeel leiden. Deze (bestuursrechtelijke) vergunning staat niet in de weg aan (civielrechtelijke) onrechtmatig handelen. De vorderingen van [C] c.s. zullen dan ook in zoverre worden toegewezen, zoals in het dictum te melden. Daarbij wordt opgemerkt dat de rechtbank een verwijzing naar de schadestaatprocedure - zoals [C] c.s. heeft gevorderd - geïndiceerd acht. De hoogte van de door Van de [C] c.s. geleden schade staat thans immers niet vast. Zo is de hoogte van de door H.S. Gerlofs van Taxatie Team genoemde waardevermindering van de woning van [C] c.s. gemotiveerd betwist door [A] c.s. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank echter wél aannemelijk dat [C] c.s. enige schade heeft geleden.
2.14.
[A] c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van [C] c.s. worden vastgesteld op:
- salaris advocaat EUR 1.017,00 (0,5 x 4,5 punten x tarief EUR 452,00).
Ook de gevorderde nakosten en de wettelijke rente over de (na)kosten zullen worden toegewezen, zoals in het dictum te melden.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
wijst de vordering af,
3.2.
veroordeelt [A] c.s. in de kosten van het geding, aan de zijde van [C] c.s. vastgesteld op EUR 4.618,15, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 3.2. uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
3.4.
veroordeelt [A] c.s. mee te werken aan het verstrekken aan Kimsma Bouwbedrijf B.V. te Goutum van een opdracht tot het verrichten van (herstel)werkzaamheden aan de schoorsteen van de woningen, staande en gelegen aan de [straat] [nummer] en [nummer] te [postcode][plaats], op de door de deskundige in zijn deskundigenbericht bedoelde wijze en wel op kosten van beide partijen, ieder voor de helft,
3.5.
machtigt [C] om, indien [A] c.s. niet binnen een week na betekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn medewerking zoals hiervoor onder 3.4. bedoeld heeft gegeven, opdracht te verstrekken aan Kimsma Bouwbedrijf B.V. te Goutum tot het verrichten van de (herstel)werkzaamheden aan de schoorsteen van de woningen, staande en gelegen aan de [straat] [nummer] en [nummer] te [postcode][plaats], op de door de deskundige in zijn deskundigenbericht bedoelde wijze en wel op kosten van beide partijen, ieder voor de helft,
3.6.
gebiedt [A] c.s. toe te staan dat Kimsma Bouwbedrijf B.V. zijn eigendommen betreedt, in het bijzonder zijn zijde van het platte dak bij de schoorsteen, teneinde de vereiste werkzaamheden aan de schoorsteen te kunnen uitvoeren,
3.7.
bepaalt dat [A] c.s. een dwangsom verbeurt van EUR 150,00 per dag, voor elke dag dat [A] c.s. in gebreke blijft aan het gebod onder 3.6 te voldoen na betekening van het vonnis,
3.8.
verbindt aan de aldus sub 3.7 te verbeuren dwangsommen een maximum van EUR 3.000,00,
3.9.
veroordeelt [A] c.s. tot betaling aan [C] c.s. van een bedrag van EUR 139,83, te vermeerderen met de wettelijke rente van 16 januari 2013 tot aan de dag der voldoening,
3.10.
verklaart voor recht dat [A] c.s. jegens [C] c.s. een onrechtmatige daad heeft gepleegd bestaande uit de fabricage door [A] c.s. van een bouwkundig ondeugdelijk aansluitingssysteem aan de achterzijde op het hellende dak tussen [nummer] en [nummer], waarbij kort gezegd de dakpannengoot - welke exact in het midden van [nummer]/[nummer] ligt en waarlangs het hemelwaterafvoer van het platte dak loopt - aangesloten is met een loodslab op het verhoogde deel van het dak a/z nr. [nummer],
3.11.
veroordeelt [A] c.s. tot betaling aan [C] c.s. van de dientengevolge door [C] c.s. geleden en te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
3.12.
verklaart voor recht dat de schade ten gevolge van de lekkage (waterval) over de muur onder de aansluitingen tussen [nummer]/[nummer] (achterzijde) in zodanig (causaal) verband staat met de ondeugdelijke aansluiting van het hellend dak achter en/of de vernauwde waterdoorgang van de gewijzigde dakgoot dat deze schade aan [A] c.s. dient te worden toegerekend als gevolg daarvan,
3.13.
verklaart voor recht dat [A] c.s. jegens [C] c.s. een onrechtmatige daad heeft gepleegd, bestaande uit:
a. het middels 4 cm dikke isolatieplaten (eenzijdig) na isoleren van de hellende daken van het "twee-onder-een-kap-woning" van nr. [nummer] aan de buitenzijde van het dakbeschot - met (dak)hoogte verschil t.o.v. nr. [nummer] tot gevolg - en het t.o.v. nr. [nummer] (eenzijdig) wijzigen cq. vergroten van de goten (cq. het gotenprofiel) en het versmallen van de waterdoorloop van de voorheen doorlopende dakgoten, alsook het (eenzijdig) wijzigen van de nokhoogte en boeidelen (van nr. [nummer] t.o.v. nr. [nummer]
en
b. het (eenzijdig) wijzigen aan de voor- en achterzijde van de (aansluitingen van de) voorheen doorlopende hellende daken tussen [nummer]/[nummer] (door het aanbrengen van een verholen goot aan de voorzijde van het hellende dak en het aanbrengen van de onder VI. genoemde aansluiting met loodslabben en nokpannen aan de achterzijde),
3.14.
veroordeelt [A] c.s. tot voldoening aan [C] c.s. van de dientengevolge door [C] c.s. geleden en te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
3.15.
veroordeelt [A] c.s. in de kosten van het geding, aan de zijde van [C] c.s. vastgesteld op EUR 1.017,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.16.
veroordeelt [A] c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op EUR 205,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling, alsmede te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en [A] c.s. niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.17.
verklaart dit vonnis - behoudens de onder 3.10., 3.12. en 3.13. bedoelde verklaringen voor recht - uitvoerbaar bij voorraad,
3.18.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.Th.M. Zwart-Sneek en in het openbaar uitgesproken op 1 april 2015. [1]

Voetnoten

1.82.