Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
- het tussenvonnis van 10 juli 2014;
- de processen-verbaal van getuigenverhoor van 13 november 2014 en 9 maart 2015.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 8 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over de koop van een brommobiel. [eiseres] heeft de koopovereenkomst van 20 oktober 2013 vernietigd op grond van dwaling en een schending van de mededelingsplicht door [gedaagde]. De procedure begon met een tussenvonnis op 10 juli 2014, waarin [eiseres] werd opgedragen bewijs te leveren dat de brommobiel op het moment van aankoop lek was bij het linkerportier. Tijdens de getuigenverhoren hebben zowel [eiseres] als haar ouders verklaard dat er problemen waren met het linkerportier, wat door [gedaagde] werd ontkend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] in haar bewijsopdracht is geslaagd, en dat [gedaagde] op de hoogte had moeten zijn van de lekkage, wat zijn mededelingsplicht met zich meebracht. Aangezien [gedaagde] deze plicht niet is nagekomen, heeft de kantonrechter de vordering van [eiseres] toegewezen en de koopovereenkomst vernietigd. [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 2.300,00 aan [eiseres], vermeerderd met wettelijke rente, en is ook in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.