1.8.Tot slot heeft De Jong & Laan Adviesunie op 20 mei 2014 een rekening doen toekomen waarbij een bedrag van € 58,60 (exclusief BTW) aan jaarlijkse dienstverlening in rekening is gebracht en € 181,20 (exclusief BTW) aan bijzondere dienstverlening bestaande uit het bijwonen en notuleren van de aandeelhoudersvergadering op 31 maart 2014 en advisering en werkzaamheden ten behoeve van sociale verzekeringen. Adviesunie heeft de kosten voor de jaarlijkse dienstverlening voldaan.
2. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten vordert De Jong & Laan, verkort weergegeven, veroordeling van Adviesunie tot betaling van € 3.352,14 vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt De Jong & Laan, samengevat weergegeven, dat de werkzaamheden in opdracht en ten behoeve van Adviesunie zijn verricht. De directeur van Adviesunie heeft voorts bij e-mail van 25 maart 2014 de opdracht aan De Jong & Laan verstrekt tot het uitvoeren van de werkzaamheden voor de AVA. Dat die opdracht niet schriftelijk door haar is bevestigd, maakt niet dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. Met betrekking tot het verweer van Adviesunie dat de kosten niet in verhouding staan tot de verrichte werkzaamheden, doet De Jong & Laan een beroep op artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en haar algemene voorwaarden.
3. Het verweer van Adviesunie strekt tot niet-ontvankelijkheid, althans afwijzing van de vordering, een en ander met veroordeling van De Jong & Laan in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente daarover.
4. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover die stellingen van belang zijn, bij de beoordeling ingegaan.
5. De eerste vraag die ter beantwoording voorligt, is of er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot de werkzaamheden in het kader van de AVA op 31 maart 2014. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe het volgende.
6. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding van dat aanbod. Aanbod en aanvaarding zijn wilsverklaringen die in iedere vorm kunnen geschieden, en ook in een of meer gedragingen besloten kunnen liggen (artikel 3:37 BW). Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [naam directeur] aan De Jong & Laan de opdracht verstrekt tot het notuleren van de AVA op 31 maart 2014 door middel van de e-mail van 25 maart 2014. Ter gelegenheid van de comparitie na antwoord heeft [naam directeur] gesteld dat zij dit e-mailbericht heeft verstuurd in haar functie van directeur van Adviesunie. Dat tussen een andere vennootschap van “Nieboer-groep” in het verleden een raamovereenkomst is overeengekomen waarin ook werkzaamheden voor Adviesunie zijn opgenomen, maakt dit naar het oordeel van de kantonrechter niet anders. Ditzelfde geldt voor de omstandigheid dat de opdracht door De Jong & Laan niet schriftelijk is bevestigd. Dat zij een dergelijke bevestiging wel in haar algemene voorwaarden heeft opgenomen, kan hier evenmin iets aan afdoen nu deze algemene voorwaarden onderdeel zijn van de raamovereenkomst en niet zondermeer van toepassing zijn bij de totstandkoming van nieuwe overeenkomsten. Dat Adviesunie geen belang had bij de uitgevoerde werkzaamheden, is voor het antwoord op de vraag tussen wie de overeenkomst tot stand is gekomen evenmin relevant.
7. In het licht van het voorgaande staat in rechte vast dat Adviesunie opdracht aan De Jong & Laan heeft verstrekt tot het verrichten van de werkzaamheden naar aanleiding van de AVA.
8. Adviesunie heeft voorts gesteld dat de kosten niet in verhouding staan tot de werkzaamheden. Wat hier echter ook van zij, op grond van artikel 6:89 BW kan geen beroep meer op een gebrek in de prestatie worden gedaan indien niet binnen bekwame tijd is geprotesteerd. Omdat niet is gebleken dat Adviesunie eerder tegen de hoogte van de kosten heeft geprotesteerd dan in deze procedure, is haar verweer op dit punt tardief en zal dit worden gepasseerd.
9. Voorts is in geschil of Adviesunie de kosten voor de bespreking met het bestuur c.q. de directie op 5 februari 2014 verschuldigd is. Adviesunie heeft niet betwist dat de werkzaamheden door De Jong & Laan zijn uitgevoerd maar stelt dat deze werkzaamheden niet in het belang van Adviesunie zijn maar van haar bestuur dan wel haar aandeelhouders en dat zij hiervoor geen opdracht heeft gegeven. De kantonrechter gaat ook aan dit verweer voorbij. De blote stelling dat zij geen opdracht heeft verstrekt, is, gelet op de stellingen van De Jong & Laan, de aard van de werkzaamheden (een bespreking) en de erkenning dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, onvoldoende. Ook het verweer dat deze werkzaamheden het belang van Adviesunie niet hebben gediend, wordt, zoals eerder overwogen, verworpen.
10. De kosten voor bijzondere dienstverlening die bij factuur van 20 mei 2014 in rekening zijn gebracht, heeft Adviesunie gelet op de stellingen van De Jong & Laan onvoldoende betwist. Ook deze kosten zullen derhalve worden toegewezen.
11. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de vordering in hoofdsom voor toewijzing gereed ligt. Ditzelfde geldt voor de door De Jong & Laan gevorderde rente.
12. Het gevorderde bedrag ter zake buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten daarvoor voorgeschreven tarief en zal ook worden toegewezen.
13. Adviesunie zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.