ECLI:NL:RBNNE:2015:1919

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 april 2015
Publicatiedatum
21 april 2015
Zaaknummer
C18/155852/KG ZA 15-96
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • W.J.A.M. Dijkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een door de NAM in het bezit zijnde (gekraakte) boerderij met Rijksmonumentstatus

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 april 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) en een aantal gedaagden die een boerderij, genaamd De Haver, in gebruik hadden genomen zonder toestemming van de eigenaar. De Haver is een Rijksmonument en ligt in een aardbevingsgebied. De NAM, die samen met EBN B.V. eigenaar is van het pand, vorderde ontruiming van de boerderij omdat de veiligheid van het monument in het geding was. De gedaagden, die zich als krakers hadden gevestigd, waren van plan om het pand te gebruiken voor het organiseren van feesten, wat volgens de NAM een risico voor de veiligheid met zich meebracht.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang bij de vordering van de NAM voldoende was aangetoond. De rechtbank wees erop dat De Haver niet geschikt is voor grootschalige evenementen en dat de veiligheid van het Rijksmonument voorop staat. De voorzieningenrechter wees de vordering van de NAM toe en veroordeelde de gedaagden om binnen 18 uur na betekening van het vonnis het pand te ontruimen. Tevens werd bepaald dat deze veroordeling gedurende zes maanden na de ontruiming ook ten uitvoer kan worden gelegd tegen iedereen die zich in het pand bevindt.

De rechtbank veroordeelde de gedaagden ook in de proceskosten, die aan de zijde van de NAM werden begroot op € 1.508,26. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.J.A.M. Dijkers.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/155852 / KG ZA 15-96
Vonnis in kort geding van 21 april 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEDERLANDSE AARDOLIE MAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Den Haag,
eiseres,
advocaat mr. F.C. Borst te Amsterdam,
tegen

1.[A],

verblijvende te [plaats],
2.
[B],
verblijvende te [plaats],
3.
[C],
verblijvende te [plaats],
4.
[D],
verblijvende te [plaats],
4.
ZIJ DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK STAANDE EN GELEGEN AAN HET [adres] TE [plaats],
gedaagden,
[A], [B] en [D] zijn in persoon verschenen, bijgestaan door de heer [I] als hun woordvoerder.
Partijen zullen hierna NAM en de krakers genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de mondelinge behandeling op 20 april 2015, waarbij zijn verschenen de heer [E], woordvoerder van de NAM, de heer [F] en de heer [G], werkzaam bij facilitaire zaken bij de NAM, mevrouw [H], jurist bij de NAM met mr. Borst voornoemd en de heer [A], mevrouw [B], de heer [D] met de heer [I].
  • de pleitnota van NAM,
  • de pleitnota van de krakers,
  • de beslissing om de vonniswijzing te vervroegen naar 21 april 3015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De NAM is, tezamen met EBN B.V., mede-eigenaar, bezitter en beheerder van de onroerende zaak aan het [D] te [plaats], zijnde een boerderij genaamd De Haver.
2.2.
De Haver is aangewezen als Rijksmonument en bestaat uit een hoofdgebouw met bijgebouwen en een binnenzwembad. Omdat de Haver in het aardbevingsgebied ligt, heeft de NAM, samen met EBN B.V. De Haver aangekocht en voorzien van stutten teneinde het monument te beschermen tegen (verdere) schade. Mede vanwege de ligging in het aardbevingsgebied, had de NAM na aankoop geen gebruikers voor De Haver.
2.3.
De Haver heeft na aankoop door de NAM anderhalf jaar leeg gestaan.
2.4.
Op of omstreeks 5 april 2015 hebben gedaagden sub 1, 2 en 3 (en wellicht nog anderen) De Haver in gebruik genomen. In eerste instantie heeft de NAM overwogen gedaagden een gebruiksovereenkomst aan te bieden.
2.5.
Op 7 april 2015 heeft de NAM van de gemeente Bedum vernomen dat gedaagden niet van plan waren De Haver slechts te bewonen. Dit werd bevestigd bij e-mail van 8 april 2015 waarin de heer [J], coördinator van de afdeling Milieu, Handhaving en Toezicht van de gemeente Bedum, waarin hij heeft aangegeven dat De Haver door gedaagden gebruikt zou gaan worden als mogelijke feestlocatie waar trancemuziek wordt gedraaid.
2.6.
Uit de facebook-pagina's van gedaagden is de NAM gebleken dat zij verbonden zijn aan een organisatie genaamd Go A Head die, onder andere, trancefeesten organiseert. Op de facebook-pagina's van gedaagden staat, onder meer, het volgende:
"Go A Head has a NEW HOME! It's got everything we ever could wish for. A BIG partyplace, workplace for deco and sound separately, A F**kin POOL and place to live!"
"(…) Go A Head HouseWarmingParty. 26 April at 22.00. GOA & Psy Events PPG in [plaats], Groningen, Netherlands"
2.7.
Op 13 april 2015 heeft de NAM gedaagden schriftelijk gesommeerd om uiterlijk 15 april 2015 om 9.00 uur De Haver te ontruimen en vrij van gebruik ter beschikking te stellen van de NAM. Op deze sommaties en aanzeggingen is geen reactie van gedaagden gekomen.
2.8.
De NAM heeft op 10 april 2015 contact opgenomen met Camelot, een bedrijf dat zich toelegt op invulling van leegstand, teneinde ervoor te zorgen dat De Haver na ontruiming zal worden aangewend voor antikraak-bewoning, tot het moment waarop De Haver zal worden verkocht aan de potentiële koper waarmee thans gesprekken worden gevoerd.

3.Het geschil

3.1.
NAM vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. gedaagden te veroordelen om het gebouw De Haver met bijgebouwen, gelegen aan het [adres] te [plaats], binnen 18 uur na betekening van dit vonnis met al de hunnen en het hunne te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter algehele beschikking van de NAM te stellen, en voorts met e bepaling dat de veroordeling tot ontruiming tot 6 maanden na de dag waartegen de ontruiming is bevolen ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich in de gebouwen bevindt of daarbinnen treedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
II. gedaagden (hoofdelijk) te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn, na dit vonnis indien en voor zover gedaagden deze kosten niet voordien hebben voldaan.
3.2.
De krakers voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het spoedeisend belang bij het gevorderde genoegzaam gegeven. De Haver is een rijksmonument dat zeer brandgevaarlijk is en niet geschikt voor het houden van (trance-)feesten. Gegeven de aankondiging van de krakers dat op 26 april 2015 een feest wordt gehouden in De Haver en daarmee een gegronde vrees voor schade aan De Haver bestaat, is het spoedeisend belang des te dringender.
4.2.
Ter zitting heeft de NAM meerdere eiswijzigingen gedaan. Echter, ingevolge artikel 254 Rv gelezen in samenhang met artikel 130 lid 3 Rv staat deze mogelijkheid alleen open als alle gedaagden zijn verschenen of de eiswijziging bij exploot is aangezegd. Nu in de onderhavige zaak niet alle gedaagden zijn verschenen zal de voorzieningenrechter de aangedragen eiswijzigingen niet bij zijn beoordeling betrekken, maar uitgaan van de vordering zoals neergelegd in de inleidende dagvaarding.
4.3.
Ingevolge artikel 5:1 BW is het eigendomsrecht het meest omvattende recht dat een (rechts)persoon op een zaak kan hebben. Blijkens lid 2 van dat artikel staat het de eigenaar met uitsluiting van ieder ander vrij om van zijn eigendom gebruik te maken zoals hij dat wenst. De enige beperkingen die de eigenaar bij het gebruik van zijn eigendom in acht moet nemen zijn dat hij de rechten van anderen moet respecteren alsook de overheidsregels die de vrijheid van de eigenaar beperken.
Ingevolge artikel 5:2 BW is de eigenaar bevoegd zijn eigendom terug te eisen van een ieder die de zaak zonder recht onder zich houdt. Dat betekent dat de eigenaar zijn eigendomsrecht kan handhaven tegenover iedereen die er inbreuk op maakt.
4.4.
Vast staat dat de krakers zonder recht of titel verblijven in de aan de NAM in eigendom toebehorende onroerende zaak De Haver en dat zij daarmee inbreuk maken op het eigendomsrecht van de NAM. Daarmee is de onrechtmatigheid van deze handelswijze in beginsel gegeven.
4.5.
Het belang waar de NAM (en de door haar vertegenwoordigde EBN) als eigenares voor staat is dat dit Rijksmonument zoveel mogelijk behouden blijft. Het voortbestaan van het pand is overigens juist door de gevolgen van de gaswinningsactiviteiten in de waagschaal gesteld, in verband waarmee bij uitstek van de NAM mag worden verwacht dat zij zich maximaal inspant om de boerderij De Haver voor het nageslacht te behouden.
Gedaagden stellen dat zij in het pand een ontmoetingsplek willen realiseren voor de burgers in het aardbevingsgebied. De voorzieningenrechter acht het belang om een dergelijke plaats te scheppen in dit geval niet doorslaggevend omdat (naar onweersproken is gesteld) in het dorp Onderdendam zojuist de verbouwing van het vergrote dorpshuis is voltooid; dáár (en elders in het Groninger land) is ruimte voor burgers om elkaar te ontmoeten.
De veiligheid van de boerderij is in het geding, zo heeft de NAM gesteld, omdat gevreesd moet worden dat de krakers in het pand dance-feesten willen organiseren, waarbij door de grote aantallen bezoekers er (in ieder geval) ernstig brandgevaar is: het pand is niet geschikt en ingericht voor bijeenkomsten met veel publiek. Gedaagden hebben ter zitting betoogd dat het niet hun opzet is om in De Haver dancefeesten te organiseren, maar de voorzieningenrechter is daarvan niet (geheel) overtuigd. Uit de hiervoor geciteerde uitlatingen op internet blijkt dat de eerste insteek van gedaagden is geweest om grootschalige feesten op deze locatie te organiseren; zo bezien is het aannemelijk dat De Haver wel degelijk gevaar loopt.
De vorenstaande belangen afwegend, acht de voorzieningenrechter de veiligheid van het Rijksmonument doorslaggevend: De Haver mag niet verder teloorgaan. Onder de gegeven omstandigheden is de veiligheid het meest gewaarborgd als de NAM het beheer uitvoert, niet een collectief van krakers met enigszins onduidelijke plannen, althans met plannen die niet persé in dit pand verwezenlijkt behoeven te worden.
4.6.
Tegen het gevorderde om het vonnis gedurende zes maanden na de uitspraak ervan in geval van hernieuwde kraak opnieuw ten uitvoer te kunnen leggen is geen verweer gevoerd. De voorzieningenrechter zal dit onderdeel van de vordering derhalve toewijzen.
4.7.
De krakers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van NAM worden begroot op:
- dagvaarding € 84,26
- griffierecht 608,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.508,26

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de krakers om binnen 18 uur na betekening van dit vonnis het gebouw De Haver met bijgebouwen aan het [adres] te [plaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van NAM zijn, en de sleutels af te geven aan NAM,
5.2.
bepaalt dat deze veroordeling gedurende zes maanden na de ontruiming ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet,
5.3.
veroordeelt de krakers in de proceskosten, aan de zijde van NAM tot op heden begroot op € 1.508,26, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.A.M. Dijkers en in het openbaar uitgesproken op 21 april 2015. [1]

Voetnoten

1.type: