2.5.Op sommaties van de gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde] niet gereageerd waarop tot het aanhangig maken van de onderhavige procedure is overgegaan.
De standpunten van partijen
3. [eiser] heeft zich gebaseerd op de vaststaande feiten. Hij heeft aangevoerd dat [gedaagde] aan hem niet de opbrengst van de Audi A3, € 3.000,00 minus € 100,00 maakt € 2.900,00 contant heeft voldaan.
[eiser] heeft op 8 augustus 2010 de Audi A4 verkocht aan [gedaagde] voor € 14.500,00. Dit bedrag moest uiterlijk 31 augustus 2011 door [gedaagde] zijn voldaan. [gedaagde] heeft de handtekening gezet onder het koopcontract.
4. Het verweer van [gedaagde] is dat beide vorderingen zijn verjaard omdat sprake is van consumentenkoop.
[gedaagde] heeft terzake de overeenkomst betreffende de Audi A3 een bedrag van € 2.900,00 contant voldaan aan [eiser].
[gedaagde] heeft de Audi A4 niet van [eiser] gekocht. Deze auto is wel door [eiser] aan [gedaagde] afgegeven, maar in het kader van een reparatieovereenkomst. De auto is uitgebrand terwijl deze bij de woning van [gedaagde] in [adres] stond. De handtekening onder het door [eiser] overgelegd koopcontract is beslist niet die van [gedaagde].
De beoordeling van het geschil
5. In het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 22 april 2014 heeft de kantonrechter zijn beslissingen opgenomen, partijen ieder een bewijsopdracht te geven. [gedaagde] is opgedragen te bewijzen dat hij € 2.900,00 aan [eiser] heeft betaald. [eiser] is opgedragen te bewijzen dat hij een koopovereenkomst heeft gesloten met [gedaagde] voor de Audi A4.
6. Bij akte heeft [gedaagde] afgezien van bewijslevering. Dit betekent dat niet komt vast te staan dat hij € 2.900,00 aan [eiser] heeft betaald. De vordering van [eiser] op dit onderdeel zal worden toegewezen.
7. Bij akte heeft [eiser] bezwaar gemaakt tegen de hem gegeven bewijsopdracht omdat [gedaagde] de handtekening onder de onderhandse akte, het koopcontract, niet stellig zou hebben ontkend, waardoor die akte dwingende bewijskracht toekomt. De kantonrechter verwerpt dat bezwaar. In de conclusie van antwoord staat:
Dit is echter beslist niet de handtekening van gedaagde. Tijdens de zitting heeft [gedaagde] aangevoerd dat de betreffende handtekening niet van hem is. De kantonrechter is van oordeel dat wanneer [eiser] de koopovereenkomst niet op een andere wijze, met uitsluiting van het koopcontract, kan bewijzen, hij de echtheid van de handtekening zal moeten aantonen.
8. Uit het vervolg van voormelde akte van [eiser] maakt de kantonrechter op dat deze zich voor alles wil beroepen op het koopcontract. Hij moet daarom aantonen dat de handtekening bij
Verkoperis geplaatst door [gedaagde]. De kantonrechter zal een schriftdeskundige vragen een en ander te onderzoeken en daarover te rapporteren. Het voorschot in de kosten van de schriftdeskundige moet worden betaald door [eiser].
9. Alle verdere beslissingen worden aangehouden tot na ontvangst van het deskundigen bericht.