ECLI:NL:RBNNE:2015:2013

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
18.720217-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vrouw voor mishandelingen, diefstallen, lokaalvredebreuk en bedreiging met bijzondere voorwaarden

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 23 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vrouw, die werd beschuldigd van twaalf strafbare feiten, waaronder mishandelingen, diefstallen, lokaalvredebreuk en bedreiging. De feiten vonden voornamelijk plaats in de gemeente Leeuwarden en betroffen geweld tegen hulpverleners en het stelen van goederen van de GGZ Friesland. De rechtbank oordeelde dat de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar was, wat invloed had op de strafmaat. De rechtbank legde een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op van 314 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werd de vrouw verplicht tot opname in een psychiatrische instelling als bijzondere voorwaarde, om de kans op recidive te beperken. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van de meeste tenlastegelegde feiten gerechtvaardigd, maar sprak de verdachte vrij van enkele andere feiten die niet wettig en overtuigend bewezen waren. De uitspraak benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de noodzaak van behandeling voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720217-14
ter berechting gevoegde parketnummers 18/720195-14, 18/176919-14, 18/174793-14, 18/157736-14, 18/152522-14, 18/147478-14 en 18/136176-14
verkort vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 april 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren [geboorteplaats],
thans verblijvende [verblijfplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
14 november 2014, 26 februari 2015 en 9 april 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door
mr. S.M. von Bartheld.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 5 september 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal/ op besloten erf, gelegen aan of bij de [straat 1], aldaar en in gebruik bij de GGZ Friesland, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs kon weten dat haar, verdachte, de toegang tot dat besloten lokaal/besloten erf op 22 juli 2014 en/of
14 augustus 2014, schriftelijk, door of vanwege de gebruiker of de rechthebbende op die/dat besloten lokaal/ besloten erf was ontzegd;
2.
zij op of omstreeks 5 september 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), (met kracht) in/tegen de ribben, althans tegen het lichaam heeft, gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
zij op of omstreeks 5 september 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon, (te weten [slachtoffer 2]), meermalen, tegen het lichaam, heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4.
(parketnummer 18/720195-14)
zij op of omstreeks 15 augustus 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung Core), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [GGZ], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
(parketnummer 18/176919-14)
zij op of omstreeks 14 augustus 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal en/of op besloten erf, gelegen aan of bij de [straat 1], aldaar en in gebruik bij de GGZ Friesland, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd terwijl verdachte wist of redelijkerwijs kon weten dat haar, verdachte, de toegang tot dat besloten lokaal/ besloten erf op 22 juli 2014, schriftelijk, door of vanwege de gebruiker of de rechthebbende op die/dat besloten lokaal/
besloten erf was ontzegd;
6.
zij op of omstreeks 13 augustus 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal/ op besloten erf, gelegen aan of bij de [straat 1], aldaar en in gebruik bij de GGZ Friesland, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs kon weten dat haar, verdachte, de toegang tot dat besloten lokaal/besloten erf op 22 juli 2014, schriftelijk,
door of vanwege de gebruiker of de rechthebbende op die/dat besloten lokaal/besloten erf was ontzegd;
7.
zij op of omstreeks 29 juni 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3]), meermalen, althans eenmaal, tegen de benen, althans het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
8.
(parketnummer 18/174793-14)
zij op of omstreeks 12 augustus 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal/besloten erf, gelegen aan of bij de [straat 1], aldaar en in gebruik bij de GGZ Friesland, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs kon weten dat haar, verdachte, de
toegang tot dat besloten lokaal/besloten erf op 22 juli 2014, schriftelijk, door of vanwege de gebruiker of de rechthebbende op die/dat besloten lokaal/besloten erf was ontzegd;
9.
(parketnummer 18/157736-14)
zij op of omstreeks 22 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal, gelegen aan of bij de [straat 1], aldaar en in gebruik bij de GGZ Friesland, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
10.
zij op of omstreeks 22 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 4]), (met kracht), op/tegen de (linker) voet, althans tegen het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
11.
zij op of omstreeks 22 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden,
[slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: "Als je dat nog een keer doet dan schop ik je helemaal verrot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
12.
zij op of omstreeks 22 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 5]), (met kracht) tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
13.
(parketnummer 18/152522-14)
zij op of omstreeks 7 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 6]), (met kracht) bij de armen heeft vastgepakt en/of tegen het lichaam heeft geduwd en/of tegen de/een be(e)n(en), althans tegen het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
14.
zij in of omstreeks de periode van 10 juli 2014 tot en met 16 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, meermalen, althans eenmaal, in/op een besloten lokaal/besloten erf, gelegen aan of bij de [locatie 1], aldaar en in gebruik bij de GGZ Friesland, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen en/of wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs kon weten dat haar, verdachte, de toegang tot dat besloten lokaal/erf op 8 juli 2014, schriftelijk, door of vanwege de gebruiker of de rechthebbende op die/dat besloten lokaal/erf was ontzegd;
15.
(parketnummer 18/147478-14)
zij op of omstreeks 3 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een laptop (merk Wyse), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan GGZ Friesland Noord, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
16.
zij op of omstreeks 10 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal gelegen aan of bij de [locatie 1] en in gebruik bij GGZ Noord-Friesland, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte wederrechtelijk is binnengedrongen, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs kon weten dat haar, verdachte, de
toegang tot die/dat besloten lokaal/besloten erf op 8 juli 2014, schriftelijk, door of vanwege de gebruiker of de rechthebbende op die/dat besloten lokaal/ besloten erf voor de duur van 6 maanden was ontzegd;
17.
zij op of omstreeks 29 juni 2014, te (ongeveer) 14.50 uur, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging zij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in [pleegplaats 1] op/aan het [locatie 2], aldaar, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 7]) schade was toegebracht;
18.
zij in of omstreeks de periode van 24 juni 2014 tot en met 10 juli 2014 te [pleegplaats 1], (althans) in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk een sleutelbos en/of handdoeken en/of serviesgoed en/of een hoeveelheid bestek, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan de GGZ Noord-Friesland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als degene die voornoemd(e) goed(eren) als (voormalig) patiënt van genoemde instelling, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
19.
(parketnummer 18/136176-14)
zij op of omstreeks 3 juni 2014 te [pleegplaats 2], (althans) in de gemeente Kollumerland Ca, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning/pand, gelegen aan of bij de [straat 2], aldaar, heeft weggenomen (onder meer) een computer en/of een beeldscherm en/of een muis en/of een router, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder haar bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- vrijspraak van het onder 6., 12., 13., 16., 17., 18. en 19. ten laste gelegde;
- veroordeling voor het onder 1., 2., 3., 4., 5., 7., 8., 9., 10., 11., 14. en 15. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 314 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarden van een meldplicht bij de reclassering en een klinische opname in [FPK] voor de duur van maximaal één jaar;
- niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 8].

Vrijspraak

Met de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank de onder 6., 12., 13., 16., 17., 18. en 19. ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal hier daarom van worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de onder 1., 2., 3., 4., 5., 7., 8., 9., 10., 11., 14. en 15. ten laste gelegde feiten bewezen, met dien verstande dat:
1.
zij op 5 september 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal, gelegen aan de [straat 1] en in gebruik bij GGZ Friesland, wederrechtelijk is binnengedrongen, terwijl verdachte wist dat haar de toegang tot dat besloten lokaal op 22 juli 2014 door of vanwege de gebruiker van dat besloten lokaal was ontzegd;
2.
zij op 5 september 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 1], met kracht tegen de ribben heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
3.
zij op 5 september 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 2], meermalen tegen het lichaam heeft geslagen en geschopt, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
4.
(parketnummer 18/720195-14)
zij op 15 augustus 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon, merk Samsung Core, toebehorende aan [GGZ];
5.
(parketnummer 18/176919-14)
zij op 14 augustus 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal, gelegen aan de [straat 1] en in gebruik bij GGZ Friesland, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
7.
zij op 29 juni 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 3], meermalen, tegen de benen heeft geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
8.
(parketnummer 18/174793-14)
zij op 12 augustus 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal, gelegen aan de [straat 1] en in gebruik bij GGZ Friesland, wederrechtelijk is binnengedrongen, terwijl verdachte wist dat haar de toegang tot dat besloten lokaal op 22 juli 2014 door of vanwege de gebruiker van dat besloten lokaal was ontzegd;
9.
(parketnummer 18/157736-14)
zij op 22 juli 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, in een besloten lokaal, gelegen aan de [straat 1] en in gebruik bij GGZ Friesland, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
10.
zij op 22 juli 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 4], met kracht tegen de linkervoet heeft geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
11.
zij op 22 juli 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: "Als je dat nog een keer doet dan schop ik je helemaal verrot";
14.
zij in de periode van 10 juli 2014 tot en met 16 juli 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, meermalen, in een besloten lokaal, gelegen aan de [locatie 1] en in gebruik bij GGZ Friesland, wederrechtelijk is binnengedrongen, terwijl verdachte wist dat haar de toegang tot dat besloten lokaal op 8 juli 2014 schriftelijk door of vanwege de gebruiker van dat besloten lokaal was ontzegd;
15.
(parketnummer 18/147478-14)
zij op 3 juli 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een laptop, merk Wyse, toebehorende aan GGZ Friesland Noord.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. in het besloten lokaal, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
2. mishandeling;
3. mishandeling;
4. diefstal;
5. in een besloten lokaal, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen;
7. mishandeling;
8. in het besloten lokaal, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
9. in een besloten lokaal, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen;
10. mishandeling;
11. bedreiging met zware mishandeling;
14. in het besloten lokaal, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen; meermalen gepleegd
15. diefstal.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 8 januari 2015, opgemaakt door psychiater C.J.F. Kemperman, de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 12 januari 2015, opgemaakt door psycholoog drs. A.N. Hoogland, de over verdachte door het Leger des Heils opgemaakte rapportage d.d. 16 februari 2015, het haar betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 februari 2015 alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan mishandeling, diefstal en lokaalvredebreuk. Daarnaast heeft zij een bedreiging gepleegd. Door deze feiten te begaan heeft verdachte bij verschillende personen en instanties schade, overlast en letsel veroorzaakt, waarbij moet worden geconstateerd dat zij de feiten heeft gepleegd ten opzichte van mensen en organisaties die zich bezighielden met hulpverlening aan verdachte.
De psychiater en de psycholoog hebben in hun rapportages geconcludeerd dat verdachte lijdt aan een psychotische stoornis n.a.o. (niet anders omschreven), die deels in remissie is dankzij dwangmedicatie. De psychiater vermoedt dat er een verband aanwezig is tussen de stoornis van verdachte en de tenlastegelegde feiten. Gelet op de beperkte medewerking van verdachte alsmede haar grotendeels ontkennende houding, geeft de psychiater aan geen oordeel te kunnen geven over de mate van toerekeningsvatbaarheid. De psycholoog is van mening dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht ten aanzien van de haar tenlastegelegde feiten. Aan dat oordeel heeft de psycholoog ten grondslag gelegd dat verdachtes stoornis verhindert dat zij de realiteit in voldoende mate onder ogen kan zien. De stoornis maakt tevens dat zij opgaat in haar eigen paranoïde en rigide gekleurde denkbeelden. De rechtbank kan zich vinden in voornoemde bevindingen van de gedragsdeskundigen. Met de psycholoog is zij van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
In de risicoanalyse die de psychiater heeft gemaakt, wordt de kans op recidive matig tot hoog ingeschat. Ter beperking van de kans op herhaling adviseert de psychiater klinische opname in een FPK. De psycholoog acht een hoog recidiverisico aanwezig en is, met de psychiater, van mening dat een klinische opname is aangewezen uit oogpunt van recidivepreventie. De reclassering heeft, in een aan de officier van justitie gericht en aan de rechtbank doorgestuurd e-mailbericht d.d. 19 maart 2015, te kennen gegeven dat verdachte per 14 april 2015 klinisch kon worden opgenomen in [FPK]. Deze opname is in het kader van een door de rechtbank op 9 april 2015 uitgesproken schorsingsbeslissing inmiddels gerealiseerd.
De rechtbank is van oordeel dat de aard, de ernst en - met name - de veelheid van de bewezenverklaarde feiten de oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. Als onvoorwaardelijk strafdeel acht de rechtbank de door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebrachte periode afdoende. Daarnaast is het naar het oordeel van de rechtbank van groot belang dat de kans op recidive zoveel mogelijk wordt beperkt. De rechtbank zal daarom tevens een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met daaraan gekoppeld voortzetting van de klinische opname als bijzondere voorwaarde. Verder zal, hoewel dat niet expliciet is geadviseerd, verdachte worden verplicht geregeld contact te onderhouden met de reclassering in de vorm van een meldplicht zodat de reclassering toezicht kan houden op naleving van de voorwaarden.

Benadeelde partij

[slachtoffer 8] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door hem geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 19. ten laste gelegde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank acht het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 138, 285, 300 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 6., 12., 13., 16., 17., 18., en 19. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1., 2., 3., 4., 5., 7., 8., 9., 10., 11., 14., en 15. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 314 dagen.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van deze uitspraak telefonisch meldt bij Leger des Heils/Jeugdbescherming en Reclassering, Snipperlingsdijk 10 te Deventer, telefoonnummer 088-0901200, en dat zij zich daar, persoonlijk dan wel telefonisch, blijft melden zolang en zo frequent als de reclassering dat nodig acht;
2. dat veroordeelde gedurende het eerste jaar van de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering dit in overleg met na te noemen instelling wenselijk acht, opgenomen blijft in de [FPK], waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen - die veroordeelde in het kader van de behandeling die zij daar ondergaat - door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] niet ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. J.Y.B. Jansen en mr. J.N.M. Blom, rechters, bijgestaan door mr. J.C. Huizenga, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 april 2015.
Mr. Blom is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Brinksma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Jansen
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Huizenga
locatie Leeuwarden,