1.8.Bij e-mailbericht van 31 juli 2014 heeft [gedaagde sub 2] aangeboden om de motoren en verdampers om te ruilen. Van deze gelegenheid heeft [eisende partij] geen gebruik gemaakt.
2. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten vordert [eisende partij] , verkort weergegeven, hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot betaling van € 7.437,19 vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt [eisende partij] , samengevat weergegeven, dat [gedaagden] iets anders aan haar heeft geleverd dan tussen partijen is overeengekomen en dat zij om die reden tekort zijn gekomen in de nakoming van de verbintenis. [eisende partij] is niet op het aanbod van [gedaagden] ingegaan om de motoren en verdampers om te ruilen, omdat zij er geen vertrouwen in had dat zij dan wel de juiste zaken zou ontvangen. [eisende partij] heeft daarom nieuwe motoren en verdampers gekocht. [gedaagden] zijn gehouden de door [eisende partij] geleden schade ten gevolge van de tekortkoming te vergoeden. Zij begroot deze schade op een bedrag van € 6.732,15 bestaande uit kosten voor het geleverd krijgen van de juiste schakelkast, de aanschaf van nieuwe motoren en verdampers, extra werkzaamheden als gevolg van het aan- en afkoppelen van het gas, huur vervangende koelruimte en extra kosten als gevolg van gemaakte reiskosten. Omdat het voor [eisende partij] onduidelijk is wie de verkopende partij is, heeft zij zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] in rechte betrokken.
3. Het gemotiveerde verweer van [gedaagden] strekt tot niet-ontvankelijkheid, althans afwijzing van de vordering, een en ander met veroordeling van [eisende partij] in de kosten van deze procedure. Zij heeft aangevoerd dat [eisende partij] de zaken geleverd heeft gekregen die zij ter plaatse heeft uitgezocht.
4. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover die stellingen van belang zijn, bij de beoordeling ingegaan.
5. [gedaagden] hebben niet betwist dat de geleverde motoren en verdampers niet bij de aan [eisende partij] geleverde koelcel behoren. De vraag of partijen concrete afspraken hebben gemaakt over de eigenschappen die de door [eisende partij] gekochte koelcel met toebehoren diende te hebben, kan naar het oordeel van de kantonrechter onbeantwoord blijven omdat [eisende partij] daaraan geen rechtsgevolgen heeft verbonden. Zij heeft zich alleen op het standpunt gesteld dat [gedaagden] tekort zijn gekomen in de nakoming van de koopovereenkomst omdat zij iets anders hebben geleverd dan door [eisende partij] was uitgezocht.
6. [eisende partij] heeft [gedaagde sub 1] bij brief van 14 juli 2014 in gebreke gesteld. Verzuim treedt in wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft. Verzuim treedt onder meer zonder ingebrekestelling in wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis tekort zal schieten. De kantonrechter begrijpt de brief van [eisende partij] van 14 juli 2014 zo dat zij hier een beroep op doet. Zij heeft in deze procedure echter niet gesteld waarom [gedaagden] in verzuim zouden komen te verkeren zonder dat daarvoor een ingebrekestelling vereist is. Hieraan gaat de kantonrechter daarom voorbij.
7. Vorenstaande betekent dat verzuim eerst intreedt op het moment dat [gedaagden] , na daartoe de gelegenheid te hebben gekregen, niet alsnog nakomen. Hiervan is niet gebleken. Integendeel, bij e-mailbericht van 31 juli 2014 heeft [gedaagde sub 1] aan [eisende partij] aangeboden om de toebehoren van de koelcel om te ruilen. [eisende partij] heeft geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid. Ter gelegenheid van de comparitie na antwoord heeft [eisende partij] gesteld dat zij er geen vertrouwen in had dat [gedaagde sub 1] alsnog de juiste toebehoren zouden leveren. Zonder nadere onderbouwing, welke ontbreekt, valt evenwel niet in te zien waarom zij er geen vertrouwen meer in had dat alsnog de goede zaken geleverd zouden worden en [gedaagde sub 1] niet alsnog de gelegenheid hoefde te worden geboden na te komen. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] niet in verzuim is komen te verkeren en zij geen schadevergoeding aan [eisende partij] verschuldigd is. Ten aanzien van [gedaagde sub 2] geldt, zo deze al als partij is aan te merken, mutatis mutandis hetzelfde.
8. De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat de vordering integraal afgewezen dient te worden.
9. [eisende partij] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.