ECLI:NL:RBNNE:2015:2413

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2015
Publicatiedatum
19 mei 2015
Zaaknummer
3570443 CV EXPL 14-16132
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot schadevergoeding wegens tekortkoming in nakoming koopovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, vertegenwoordigd door gemachtigde V.H.N. Voorn, en twee gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H.H. Baljet. De eiseres had een koelcel gekocht van de gedaagden, maar stelde dat de geleverde goederen niet overeenkwamen met de koopovereenkomst. De eiseres vorderde hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van een bedrag van € 7.437,19, vermeerderd met rente en kosten, omdat zij van mening was dat de gedaagden tekort waren geschoten in de nakoming van de overeenkomst.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres de facturen voor de koelcel en de demontage had voldaan en dat de koelcel was geleverd, maar dat de geleverde motoren en verdampers niet bij de koelcel hoorden. De eiseres had de gedaagden in gebreke gesteld, maar de gedaagden boden aan om de onjuiste onderdelen om te ruilen. De eiseres heeft echter geen gebruik gemaakt van dit aanbod, omdat zij geen vertrouwen had in de gedaagden.

De rechtbank oordeelde dat de gedaagden niet in verzuim waren, omdat zij de gelegenheid hadden gekregen om de tekortkomingen te verhelpen en de eiseres hen deze kans niet had geboden. De rechtbank concludeerde dat de vordering van de eiseres integraal moest worden afgewezen, en dat zij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van het bieden van een redelijke termijn voor nakoming en het vertrouwen in de wederpartij bij het aangaan van overeenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 3570443 / 14-16132
Vonnis d.d. 7 april 2015
inzake

[eisende partij] ,

statutair gevestigd te [plaats] ,
eiseres, hierna [eisende partij] te noemen,
gemachtigde V.H.N. Voorn, werkzaam bij Legal Account te Zoetermeer,
tegen

1. [gedaagde sub 1] ,

statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaats] ,

2. [gedaagde sub 2] ,

wonende te [plaats] ,
gedaagden, hierna afzonderlijk [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] en gezamenlijk [gedaagden] te noemen,
gemachtigde mr. J.H.H. Baljet, advocaat te Amsterdam.

PROCESGANG

Ingevolge het tussenvonnis van 16 december 2014 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden op 19 maart 2015.
De mondelinge behandeling is gehouden op 19 maart 2015. Partijen - [eisende partij] vertegenwoordigd door [naam] en [gedaagden] door [naam] - zijn ter zitting verschenen. Partijen zijn bijgestaan door hun gemachtigden en hebben hun wederzijdse standpunten ter zitting (nader) uiteengezet. Van het verhandelde is door de griffier aantekening gehouden.
Nadat partijen er niet in waren geslaagd een minnelijke schikking te bereiken, is de behandeling gesloten en uitspraak nader bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten
1. Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
1.1.
Medio januari 2014 heeft [eisende partij] op Marktplaats een door [gedaagde sub 2] geplaatste advertentie aangetroffen waarin een koelcel te koop werd aangeboden. [naam] voornoemd, bestuurder van [eisende partij] , heeft op voornoemde advertentie gereageerd en een afspraak met [gedaagde sub 2] gemaakt om de koelcel te bekijken. De koelcel was eigendom van [gedaagde sub 1] .
1.2.
Partijen hebben overeenstemming bereikt met betrekking tot de koop van een bepaalde koelcel met toebehoren.
1.3.
[eisende partij] heeft de facturen van € 2.300,- voor de koelcel en toebehoren en € 500,- voor het demonteren van de koelcel aan [gedaagde sub 1] voldaan.
1.4.
De gekochte zaken zijn bij [eisende partij] in Naaldwijk bezorgd en opnieuw opgebouwd.
1.5.
De installateur van [eisende partij] heeft geconstateerd dat de schakelkast van de koelcel ontbrak. Deze is alsnog aan [eisende partij] verstrekt.
1.6.
Daarnaast heeft de installateur van [eisende partij] geconstateerd dat de geleverde motoren en verdampers niet bij de geleverde koelcel behoorden en niet pasten.
1.7.
Bij brief van 14 juli 2014 heeft [eisende partij] [gedaagde sub 1] in gebreke gesteld. Zij schrijft:
“(…)Client stelt in gebreke in de nakoming van de koopovereenkomst. Nu het zuiveren van het gebrek blijvend onmogelijk is, dan wel uit uw uitlaten blijkt dat u niet voornemens bent uw gebrek te zuiveren, vordert cliënt haar schade en bent u reeds in verzuim komen te verkeren.
(…)”
1.8.
Bij e-mailbericht van 31 juli 2014 heeft [gedaagde sub 2] aangeboden om de motoren en verdampers om te ruilen. Van deze gelegenheid heeft [eisende partij] geen gebruik gemaakt.
Het geschil
2. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten vordert [eisende partij] , verkort weergegeven, hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot betaling van € 7.437,19 vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt [eisende partij] , samengevat weergegeven, dat [gedaagden] iets anders aan haar heeft geleverd dan tussen partijen is overeengekomen en dat zij om die reden tekort zijn gekomen in de nakoming van de verbintenis. [eisende partij] is niet op het aanbod van [gedaagden] ingegaan om de motoren en verdampers om te ruilen, omdat zij er geen vertrouwen in had dat zij dan wel de juiste zaken zou ontvangen. [eisende partij] heeft daarom nieuwe motoren en verdampers gekocht. [gedaagden] zijn gehouden de door [eisende partij] geleden schade ten gevolge van de tekortkoming te vergoeden. Zij begroot deze schade op een bedrag van € 6.732,15 bestaande uit kosten voor het geleverd krijgen van de juiste schakelkast, de aanschaf van nieuwe motoren en verdampers, extra werkzaamheden als gevolg van het aan- en afkoppelen van het gas, huur vervangende koelruimte en extra kosten als gevolg van gemaakte reiskosten. Omdat het voor [eisende partij] onduidelijk is wie de verkopende partij is, heeft zij zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] in rechte betrokken.
3. Het gemotiveerde verweer van [gedaagden] strekt tot niet-ontvankelijkheid, althans afwijzing van de vordering, een en ander met veroordeling van [eisende partij] in de kosten van deze procedure. Zij heeft aangevoerd dat [eisende partij] de zaken geleverd heeft gekregen die zij ter plaatse heeft uitgezocht.
4. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover die stellingen van belang zijn, bij de beoordeling ingegaan.
De beoordeling
5. [gedaagden] hebben niet betwist dat de geleverde motoren en verdampers niet bij de aan [eisende partij] geleverde koelcel behoren. De vraag of partijen concrete afspraken hebben gemaakt over de eigenschappen die de door [eisende partij] gekochte koelcel met toebehoren diende te hebben, kan naar het oordeel van de kantonrechter onbeantwoord blijven omdat [eisende partij] daaraan geen rechtsgevolgen heeft verbonden. Zij heeft zich alleen op het standpunt gesteld dat [gedaagden] tekort zijn gekomen in de nakoming van de koopovereenkomst omdat zij iets anders hebben geleverd dan door [eisende partij] was uitgezocht.
6. [eisende partij] heeft [gedaagde sub 1] bij brief van 14 juli 2014 in gebreke gesteld. Verzuim treedt in wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft. Verzuim treedt onder meer zonder ingebrekestelling in wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis tekort zal schieten. De kantonrechter begrijpt de brief van [eisende partij] van 14 juli 2014 zo dat zij hier een beroep op doet. Zij heeft in deze procedure echter niet gesteld waarom [gedaagden] in verzuim zouden komen te verkeren zonder dat daarvoor een ingebrekestelling vereist is. Hieraan gaat de kantonrechter daarom voorbij.
7. Vorenstaande betekent dat verzuim eerst intreedt op het moment dat [gedaagden] , na daartoe de gelegenheid te hebben gekregen, niet alsnog nakomen. Hiervan is niet gebleken. Integendeel, bij e-mailbericht van 31 juli 2014 heeft [gedaagde sub 1] aan [eisende partij] aangeboden om de toebehoren van de koelcel om te ruilen. [eisende partij] heeft geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid. Ter gelegenheid van de comparitie na antwoord heeft [eisende partij] gesteld dat zij er geen vertrouwen in had dat [gedaagde sub 1] alsnog de juiste toebehoren zouden leveren. Zonder nadere onderbouwing, welke ontbreekt, valt evenwel niet in te zien waarom zij er geen vertrouwen meer in had dat alsnog de goede zaken geleverd zouden worden en [gedaagde sub 1] niet alsnog de gelegenheid hoefde te worden geboden na te komen. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] niet in verzuim is komen te verkeren en zij geen schadevergoeding aan [eisende partij] verschuldigd is. Ten aanzien van [gedaagde sub 2] geldt, zo deze al als partij is aan te merken, mutatis mutandis hetzelfde.
8. De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat de vordering integraal afgewezen dient te worden.
9. [eisende partij] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eisende partij] tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van [gedaagden] tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 500,- voor salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en op 7 april 2015 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
eh