Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Stichting Vanboeijen,
1.Het procesverloop
2.De vaststaande feiten
3.De vordering en de grondslag
4.Het verweer
- In het samenspel tussen bestuurder en MT is sprake van een onwerkbare situatie.
- [eiseres en regiomanager] hebben geen of weinig geloof dat [bestuurder] begrijpt waar het bij Vanboeijen om gaat, dat hij als bestuurder geschikt is.
- Ze laten de bestuurder niet toe in hun kring.
- Leidinggevenden onder het MT vermoeden dat [bestuurder] niet de informatie van de regiomanagers krijgt, die hij nodig heeft.
- Leidinggevenden uiten zelfs dat ze het gevoel hebben dat er sprake is van subversief gedrag.
5.De beoordeling
duurzaamverstoord kan worden bestempeld. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat hiervan in de onderhavige zaak geen sprake is. Partijen zijn het erover eens dat er sprake is van een verschil in visie, hetwelk leidde tot het blijven varen van haar eigen koers ten aanzien van het visiedocument 2014-2018 en het niet bereid zijn om andere denkbeelden over toekomstige ontwikkelingen te accepteren. Duidelijk is dat de arbeidsrelatie in die zin, in de professionele inhoudelijke context, is verstoord, maar de kantonrechter is van oordeel dat Vanboeijen onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat deze arbeidsrelatie niet verbeterd kan worden. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Vanboeijen de stekker er nogal voortvarend, te vroeg en onverwachts uitgetrokken. Daartoe wordt als volgt overwogen.
6.De beslissing
- [eiseres] binnen 24 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis weer toe te laten tot haar gebruikelijke werkzaamheden onder de gebruikelijke voorwaarden, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte van een dag dat Vanboeijen daarmee in gebreke blijft;
- Om binnen 24 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan alle medewerkers van Vanboeijen, aan ouders van cliënten en aan de reeds geïnformeerde externe relaties te communiceren dat [eiseres] haar werkzaamheden zal hervatten,