ECLI:NL:RBNNE:2015:2871

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 juni 2015
Publicatiedatum
16 juni 2015
Zaaknummer
18.930188-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van bedrieglijke bankbreuk en valsheid in geschrift

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 juni 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van bedrieglijke bankbreuk en valsheid in geschrift. De verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en wonende te [woonplaats], werd bijgestaan door mr. J.W. Brouwer, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich afspeelden tussen 15 maart 2007 en 4 juni 2009, waarbij de verdachte als bestuurder van een failliete besloten vennootschap niet voldeed aan zijn verplichtingen om de administratie aan de curator te overleggen. Dit leidde tot een bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het valselijk opmaken van een inschrijvingsformulier van de Kamer van Koophandel en het valselijk doen opnemen van een directiewisseling in een authentieke akte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank legde een taakstraf op van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden op, met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank overwoog dat de verdachte de belangen van de schuldeisers had geschaad en het vertrouwen in de juistheid van de informatie in de openbare registers had aangetast. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en besloot tot een straf die zowel een werkstraf als een voorwaardelijke gevangenisstraf omvatte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/930188-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 16 juni 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [woonadres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 02 juni 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.W. Brouwer, advocaat te Assen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 15 maart 2007 tot en met 27 januari 2010 in
de gemeente(n) Westerveld en/of Hardenberg en/of Zwolle, althans in het/de
arrondissement(en) Noord-Nederland en/of Oost-Nederland, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke
perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
als bestuurder van de [besloten vennootschap].,
welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te [plaats] van 9 juni 2009, in
staat van faillissement is verklaard,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeiser(s),
niet heeft voldaan en/of niet voldeed aan de op hem rustende verplichtingen
ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste
lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en/of het bewaren en/of tevoorschijn
brengen van de boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat/die
artikel(en) bedoeld,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke
perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
niet een (volledige en/of samenhangende) administratie, als boven bedoeld,
bijgehouden en/of aan de curator overgelegd;
art 343 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 343 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 343 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 343 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
de [besloten vennootschap]. in of omstreeks de periode van 15 maart
2007 tot en met 27 januari 2010 in de gemeente(n) Westerveld en/of Hardenberg
en/of Zwolle, althans in het/de arrondissement(en) Noord-Nederland en/of
Oost-Nederland, in elk geval in Nederland, welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te [plaats] van 9 juni 2009, in staat van faillissement is verklaard,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeiser(s),
niet heeft voldaan en/of niet voldeed aan de op haar rustende verplichtingen
ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i,
eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en/of het bewaren en/of
tevoorschijn brengen van de boeken en/of bescheiden en/of andere
gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers heeft die rechtspersoon niet een (volledige en/of samenhangende)
administratie, als boven bedoeld, gevoerd en/of bijgehouden en/of aan de
curator overgelegd,
zulks terwijl verdachte tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke
perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, tot bovenomschreven
strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding
heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
art 51 Wetboek van Strafrecht;
art 341 ahf/ond a ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
het aan verdachte te wijten is dat
in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 27 januari 2010 in de
gemeente(n) Westerveld en/of Hardenberg en/of Zwolle, althans in het/de
arrondissement(en) Noord-Nederland en/of Oost-Nederland, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke
perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
als bestuurder van de [besloten vennootschap].,
welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te [plaats] van 9 juni 2009, in
staat van faillissement is verklaard,
niet is voldaan aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het
Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen, en/of
dat de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, waarmee volgens die
artikelen administratie is gevoerd, en/of de boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers die ingevolge die artikelen zijn bewaard, niet in ongeschonden
staat te voorschijn werden gebracht,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke
perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
niet een (volledige en/of samenhangende) administratie, als boven bedoeld,
gevoerd en/of bijgehouden en/of aan de curator overgelegd;
art 342 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
de [besloten vennootschap]. in of omstreeks de periode van 1 januari
2009 tot en met 27 januari 2010 in de gemeente(n) Westerveld en/of Hardenberg
en/of Zwolle, althans in het/de arrondissement(en) Noord-Nederland en/of
Oost-Nederland, in elk geval in Nederland,
welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te [plaats] van 9 juni 2009,
in staat van faillissement is verklaard,
de boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers waarmee die rechtspersoon
ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een administratie
gevoerd heeft, en/of de boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers welke
die rechtspersoon ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in ongeschonden
staat te voorschijn heeft gebracht,
immers heeft die rechtspersoon niet een (volledige en/of samenhangende)
administratie, als boven bedoeld, aan de curator overgelegd,
zulks terwijl verdachte tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke
perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, tot bovenomschreven
strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding
heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
art 51 Wetboek van Strafrecht;
art 340 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks mei 2009 in de gemeente(n) Coevorden en/of Hardenberg e/of
Westerveld, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een
inschrijvingsformulier van de Kamer van Koophandel - zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt
of vervalst,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
- valselijk op dat formulier (document KvK 3, dossierpagina 365 t/m 370)
vermeld of doen/laten vermelden (onder punt 9 en/of 10) dat de [stichting]
per 26 maart 2009 bestuurder en/of directeur was
geworden van [besloten vennootschap], en/of daartoe dat formulier heeft ondertekend of
doen/laten ondertekenen namens die stichting,
en/of
- (vervolgens) dat formulier (onder punt 11) als juist heeft ondertekend of
doen/laten ondertekenen namens [besloten vennootschap],
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of
door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 4 juni 2009, althans in of omstreeks juni 2009, te [pleegplaats 1]
en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 3], in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een authentieke akte,
te weten (een afschrift van) een Akte levering aandelen, opgemaakt door
[notaris 1] en/of het notariskantoor [pleegplaats 2], valselijk heeft
doen opnemen dat er daadwerkelijk een directiewisseling in de vennootschap
[besloten vennootschap] zou plaatsvinden of had plaatsgevonden, te weten dat mevrouw [medeverdachte 1]
zou aftreden/aftrad als bestuurder van die vennootschap en dat
de [stichting] tot bestuurder werd benoemd en wel met ingang
van 26 maart 2009, van de waarheid van welk(e) feit(en) die akte moest doen
blijken,
terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte(n) wist(en) dat die [stichting]
op 26 maart 2009 nog niet was opgericht en/of dat er in
werkelijkheid en/of feitelijk helemaal geen directiewisseling zou plaatsvinden
of had plaatsgevonden en/of geen overdracht van juridische en/of feitelijke
bevoegdheden en/of geen wijziging in het feitelijke optreden van het bestuur
had plaatsgevonden op die datum, in elk geval dat er sprake was van een
schijnconstructie ten aanzien van die bestuurswisseling,
zulks met het oogmerk om die akte of een afschrift daarvan te gebruiken of
door anderen te doen gebruiken als ware die opgave in overeenstemming met de
waarheid;
art 227 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- oplegging van een werkstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis;

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank overweegt met betrekking tot hetgeen aan verdachte
onder 1 primairis ten laste gelegd het volgende.
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en anders dan de raadsman van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, als bestuurder van de in staat van faillissement verklaarde [besloten vennootschap]., ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeiser(s), niet heeft voldaan de verplichting de administratie van voornoemde B.V. te voorschijn te brengen.
De rechtbank overweegt hierbij dat op verdachte -die naar vaststaat feitelijk leiding gaf aan de B.V.- , de zwaarwegende zorgplicht ten aanzien van het voeren, bewaren en te voorschijn brengen van de administratie rust. Verdachte is deze zorgplicht niet nagekomen. Verdachte heeft verklaard dat hij de administratie aan [medeverdachte 2] heeft overgedragen door deze in een schuur te zetten. De rechtbank is van oordeel dat verdachte van deze overdracht een bewijsstuk of ontvangstbevestiging had moeten ontvangen en de administratie -niet zonder een bewijsstuk- in een schuur had moet deponeren. De rechtbank is derhalve niet aannemelijk geworden dat de administratie is overgedragen aan (het bestuur van) [stichting], de nieuwe eigenaar van de aandelen van [besloten vennootschap].
De rechtbank overweegt met betrekking tot hetgeen aan verdachte
onder 2is ten laste gelegd het volgende.
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en anders dan de raadsman van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, een inschrijvingsformulier van de kamer van koophandel, valselijk heeft opgemaakt.
De rechtbank overweegt hierbij dat verdachte het formulier deels heeft ingevuld en het formulier heeft doen ondertekenen. Verdachte heeft daarbij, als gevolmachtigde, de zwaarwegende plicht de juistheid van de (gehele) inhoud van het formulier te verifiëren.
De rechtbank overweegt met betrekking tot hetgeen aan verdachte
onder 3is ten laste gelegd het volgende.
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en anders dan de raadsman van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, een authentieke akte -akte levering aandelen- valselijk heeft doen opmaken.
De rechtbank overweegt hierbij dat uit de stukken, met name uit de emailwisseling tussen verdachte en het notariskantoor, blijkt dat verdachte de datum 26 maart 2009 als directiewisseling valselijk heeft doen opnemen in de akte, terwijl de [stichting] op die datum nog niet was opgericht. De rechtbank hecht, mede gelet op de stellige ontkenning van de medeverdachte [medeverdachte 2], geen geloof aan de andersluidende verklaring van verdachte inhoudende -kort gezegd- dat [medeverdachte 2] het initiatief heeft genomen om de datum 26 maart 2009 in de akte op te laten nemen.
De rechtbank heeft het bewijs gebaseerd op de volgende bewijsmiddelen.
[aangever], curator in het faillissement van [besloten vennootschap]. verklaart -zakelijk weergegeven- [1] : Op 9 juni 2009 is door de rechtbank te [plaats] in staat van faillissement verklaard de [besloten vennootschap]. [2] In het kader van de afwikkeling van het faillissement heb ik vastgesteld dat de bestuurder niet in staat is de administratie van de vennootschap aan mij over te dragen. Ondanks herhaald verzoek om een volledige administratie af te geven heeft de bestuurder dat niet gedaan. De bestuurder heeft verklaard daartoe niet in staat te zijn. Er is geen administratie. Op grond van bovenstaande is sprake van een vermoeden van bedrieglijke bankbreuk, waarvan ik hierbij aangifte doe.
Medeverdachte [medeverdachte 3] verklaart -zakelijk weergegeven- [3] : [besloten vennootschap] heeft op mijn naam gestaan. Het bedrijf [stichting] stond op mijn naam, dus eigenlijk ben ik eigenaar. We moesten bij de curator komen, er was geen administratie te vinden.
Wij tonen u nu KVK3 van de documentenmap.
Volgens deze gegevens van de Kamer van Koophandel werd op 22 mei 2009 doorgegeven dat per 26 maart 2009 de [stichting] aandeelhouder en bestuurder is geworden van [besloten vennootschap]. Wiens handtekening is geplaatst namens [stichting]?Mijn handtekening staat er wel onder. De handtekening buiten de hokjes is wel weer mijn handtekening. Het plaatsen van de handtekening moet ik gedaan hebben.
Medeverdachte [medeverdachte 2] verklaart -zakelijk weergegeven- [4] : [naam 1] vertelde dat hij [besloten vennootschap] over ging nemen. In de BV zat een BMW X5. [naam 1] vroeg mij toen of ik met hem mee wilde gaan om deze BMW op te halen. [naam 1] vroeg of [medeverdachte 3], mijn vrouw, de stichting op naam wilde hebben. [medeverdachte 3] was de eigenaar van [stichting]. Als er iets geregeld moest worden dan deed ik dat. [besloten vennootschap] is overgenomen door [stichting], via de notaris of Kamer van Koophandel. De aandelenoverdracht is in [pleegplaats 2] geregeld. Alleen de BMW hebben wij gekregen van [besloten vennootschap]. Ik ben naar de curator gegaan. Deze vroeg om administratie, die had ik niet. Op papier klopt het dat wij de boekhouding moesten overdragen.
Wij tonen u nu KvK 3 van de documentenmap. Volgens deze gegevens van de Kamer van Koophandel werd op 22 mei 2009 doorgegeven dat per 26 maart 2009 de [stichting] aandeelhouder en bestuurder is geworden van [besloten vennootschap] Wiens handtekening is onder 9.4 geplaatst namens [stichting]?Dat is [medeverdachte 3] haar handtekening. Het is mijn handschrift.
Medeverdachte [medeverdachte 1] verklaart -zakelijk weergegeven- [5] : We zijn [besloten vennootschap] opgestart en dat kwam op mijn naam. Ik was de eigenaar. [verdachte] heeft het geregeld. [verdachte] heeft de brieven opgesteld. Ik heb wel ondertekend. Mijn man [verdachte] was de leidinggevende/ bestuurder van dit bedrijf. Een bedrijfsauto, BMW X5 is overgegaan. Die man heeft de auto opgehaald. Op een gegeven moment belde [medeverdachte 2] naar [verdachte] dat hij bij de curator moest komen. Hij moest de administratie en de boekhouding overleggen aan de curator.
Wij tonen u nu KvK 3 van de documentenmap. Volgens deze gegevens van de Kamer van Koophandel werd op 22 mei 2009 doorgegeven dat per 26 maart 2009 de [stichting] aandeelhouder en bestuurder is geworden van [besloten vennootschap] Wiens handtekening is onder 11.1 geplaatst namens [medeverdachte 1] waaruit blijkt dat dit formulier naar waarheid is ingevuld?Dat is mijn handtekening. Ook het handschrift is van mij.
Verdachte verklaart -zakelijk weergegeven- [6] : Eigenlijk deed is alles bij [besloten vennootschap]. [medeverdachte 1] was de eigenaar van het bedrijf. Ik was de leidinggevende/bestuurder van het bedrijf. Ik ben begin van 2009 bezocht door [medeverdachte 2] en [naam 1]. Zij kwamen met het plan dat [medeverdachte 2] het bedrijf over zou gaan nemen. Dit was rond februari 2009 of zoiets. Ik hoorde later dat [medeverdachte 2] eigenaar was van de [stichting]. De aandelen van [besloten vennootschap] zijn op 4 juni 2009 overgenomen. Dat is met volmachten gegaan bij notariskantoor [pleegplaats 2]. Het bestuurderschap is overgenomen op 26 maart 2009. Deze datum is door ons beiden, verkoper en koper aangegeven. De leaseauto BMW is al vrij snel opgehaald. Dit was kort na 26 maart 2009. [medeverdachte 2] heeft deze opgehaald. Verder heeft hij de pinpassen van [besloten vennootschap] meegenomen.
Wij tonen u nu KvK 3 van de documentenmap. Volgens deze gegevens van de Kamer van Koophandel werd op 22 mei 2009 doorgegeven dat per 26 maart 2009 de [stichting] aandeelhouder en bestuurder is geworden van [besloten vennootschap]. Wie zijn handschrift is dit?Onder 1.1 is mijn handschrift.
Wie zijn handschrift is dit gedeelte wat doorgestreept is?Dat is [medeverdachte 2] zijn handschrift volgens mij. Ik weet niet wiens handtekening onder 9.4 staat. De handtekening onder 11.1 is van [medeverdachte 1]. Ik heb de eerste gedeelten ingevuld. [medeverdachte 1] heeft getekend en [medeverdachte 2] heeft de papieren meegenomen.
[naam 1] verklaart -zakelijk weergegeven- [7] : Ik heb [stichting] opgericht op naam van mevrouw [medeverdachte 3] op verzoek van de heer [medeverdachte 2]. Het was volgens mij april 2009. [medeverdachte 2] was de leidinggevende. De heer [naam 2] belde mij dat hij een probleem had. Ik heb [naam 2] toen een andere BV geleverd. Volgens mij weer op naam van zijn vrouw. Het oude bedrijf is naar [medeverdachte 2] gegaan. Die wilde dit bedrijf, [besloten vennootschap], saneren. Samen met [medeverdachte 2] ben ik er twee keer geweest. Ook nog een keer om de BMW X5 op te halen. Ik heb de boekhouding nooit gezien.
Uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel inzake [besloten vennootschap] d.d. 9 juni 2009 [8] : Enig aandeelhouder is [stichting] sinds 26 maart 2009. Enig bestuurder is [stichting] sinds 26 maart 2009.
Handelsregisterhistorie van de Kamer van Koophandel inzake [besloten vennootschap] d.d. 9 juni 2009 [9] : Aandeelhouder bestuurder vanaf 15 maart 2007 is [medeverdachte 1]. Zij is uit functie getreden op 26 maart 2009.
Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel inzake [stichting] d.d. 9 juni 2009 [10] : Akte van oprichting van de [stichting] is gedateerd op 7 april 2009. Bestuurder sinds 7 april 2009 is [medeverdachte 3].
Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel inzake [besloten vennootschap] d.d. 9 juni 2009 [11] : Enig aandeelhouder is [stichting] sinds 26 maart 2009. Enig bestuurder is [stichting] sinds 26 maart 2009.
Formulier 11 functionaris voor een rechtspersoon ingekomen 27 mei 2009 [12] : op pagina 369 [stichting] staat dat [medeverdachte 3] per 26 maart 2009 directeur is van [besloten vennootschap] Handtekening van [medeverdachte 3] bij 9.4. Op pagina 370, staat dat [medeverdachte 1] op 22 mei 2009 onder 11.1 het formulier naar waarheid is ingevuld en heeft ondertekend.
Formulier 16 wijziging functionaris gegevens ingekomen 27 mei 2009 [13] : Op pagina 372 staat dat [medeverdachte 1] per 26 maart 2009 is uitgetreden als directeur. Handtekening van [medeverdachte 1]. Op pagina 374, staat dat [medeverdachte 1] op 22 mei 2009 onder 7.1 het formulier naar waarheid is ingevuld en heeft ondertekend.
Akte van oprichting [stichting] [14] : [stichting] is op 7 april 2009 opgericht. [medeverdachte 3] is oprichter.
Afschrift akte levering aandelen [besloten vennootschap] d.d. 4 juni 2009, opgemaakt door [notaris 1], notariskantoor [pleegplaats 2] [15] : [medeverdachte 1] verkoopt, bij volmacht, [besloten vennootschap] aan [stichting], bestuurd door [medeverdachte 3], bij volmacht op 4 juni 2009. Waarbij in de akte op pagina 431 is opgenomen dat de directiewisseling plaatsvindt per 26 maart 2009.
Een emailbericht van [emailadres] aan [naam 3] d.d. 2 juni 2009 [16] : Beste heer [naam 3], hierbij een aanvulling op de akte, hierdoor zijn afspraken duidelijker. Ik ontving deze aanpassingen/toevoegingen van een goede kennis. Is het mogelijk deze toe te voegen. De directie zou al op 26 maart overgegaan zijn en niet per heden. Hoor graag snel van je. Met groet, [medeverdachte 1].
Een emailbericht van [naam 3] aan [stichting] d.d. 3 juni 2009 [17] : Geachte heer [medeverdachte 2], het getekende formulier van de KvK heb ik vanmorgen per post ontvangen. De volmacht heb ik nog niet ontvangen, is het mogelijk een kopie te faxen of te mailen? Zojuist heb ik de heer [verdachte] telefonisch gesproken, van hem heb ik begrepen dat de bestuurswisseling reeds per 26 maart 2009 heeft plaatsgevonden, deze datum zal ik nog verwerken in de akte en in de formulieren KvK. Met vriendelijke groet, [naam 3].
Een emailbericht van [emailadres] aan [naam 3] d.d. 3 juni 2009 [18] : Beste heer [naam 3], om de overdracht niet onnodig te vertragen hierbij al het bewijs van betaling. Onze verzoek is, zodra de volmacht binnen is de aandelenoverdracht direct te laten plaats vinden. Uiteraard ook de directiewijziging bij de KvK op 26 maart 2009. Met vriendelijke groet, [medeverdachte 1].[verdachte].
Verdachte verklaart -zakelijk weergegeven- [19] :
Op 29 mei 2009 had de heer [naam 3] van het notariskantoor een conceptakte van levering met een declaratie aan jullie gestuurd. Op 2 juni 2009 te 11.31 uur wordt vanaf het voornoemde emailadres aan de heer [naam 3] van het notariskantoor gemaild dat er aanvullingen op deze akte zijn en dat er een nieuw concept moest komen. In deze mail staat letterlijk: ‘de directie zal al op 26 maart overgegaan zijn en niet per heden’. De mail was onderschreven door [medeverdachte 1].Deze mail heb ik gestuurd. Ik heb doorgegeven aan de notaris dat de verkeerde datum in de akte stond.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 15 maart 2007 tot en met 04 juni 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met een andere natuurlijke persoon, als bestuurder van de [besloten vennootschap]., welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te [plaats] van 9 juni 2009, in
staat van faillissement is verklaard,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichting van het tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers als bedoeld in artikel 10, eerste
lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een natuurlijke persoon, niet een administratie, als boven bedoeld, aan de curator overgelegd;
2.
hij in mei 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, een inschrijvingsformulier van de Kamer van Koophandel - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met anderen,
- valselijk op dat formulier (document KvK 3, dossierpagina 365 t/m 370) vermeld of doen/laten vermelden (onder punt 9 en/of 10) dat de [stichting] ([stichting]) per 26 maart 2009 bestuurder en directeur was geworden van [besloten vennootschap], en daartoe dat formulier heeft ondertekend of doen/laten ondertekenen namens die stichting,
en
- vervolgens dat formulier (onder punt 11) als juist heeft ondertekend of doen/laten ondertekenen namens [besloten vennootschap],
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of
door anderen te doen gebruiken.
3.
hij op 4 juni 2009, te [pleegplaats 2], in een authentieke akte, te weten een akte levering aandelen, opgemaakt door [notaris 1] en het notariskantoor [pleegplaats 2], valselijk heeft doen opnemen dat er daadwerkelijk een directiewisseling in de vennootschap
[besloten vennootschap] zou plaatsvinden of had plaatsgevonden, te weten dat mevrouw [medeverdachte 1] aftrad als bestuurder van die vennootschap en dat de [stichting] tot bestuurder werd benoemd en wel met ingang van 26 maart 2009, van de waarheid van welke feiten die akte moest doen blijken,
terwijl verdachte wist dat die [stichting] op 26 maart 2009 nog niet was opgericht en dat er in werkelijkheid helemaal geen directiewisseling had plaatsgevonden en geen overdracht van juridische en/of feitelijke bevoegdheden en/of geen wijziging in het feitelijke optreden van het bestuur had plaatsgevonden op die datum, zulks met het oogmerk om die akte of een afschrift daarvan te gebruiken of door anderen te doen gebruiken als ware die opgave in overeenstemming met de waarheid.
De verdachte zal van het onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Onder 1 primair: Medeplegen van als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon, niet voldoen aan de op hem rustende verplichting van het tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,
strafbaar gesteld bij artikel 343 juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
Onder 2: medeplegen van valsheid in geschrift,
strafbaar gesteld bij artikel 225 juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
Onder 3: in een authentieke akte een valse opgave doen opnemen aangaande een feit van welks waarheid de akte moet doen blijken, met het oogmerk om die akte te gebruiken of door anderen te doen gebruiken als ware haar opgave in overeenstemming met de waarheid,
strafbaar gesteld bij artikel 227 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldige gemaakt aan medeplegen van bedrieglijke bankbreuk door het niet overleggen van de administratie aan de curator in het uitgesproken faillissement van de [besloten vennootschap]. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van valsheid in geschrift door in een inschrijvingsformulier van de Kamer van Koophandel op te nemen dat [stichting] per 26 maart 2009 bestuurder en directeur was geworden van voornoemde B.V. Tenslotte heeft verdachte in een door de notaris opgemaakte akte levering aandelen valselijk doen vermelden dat er een directiewisseling op 26 maart 2009 had plaatsgevonden.
De rechtbank rekent verdachte deze feiten aan. Verdachte heeft door zijn handelen de belangen van de schuldeisers in het faillissement in [besloten vennootschap] geschonden. Tevens heeft hij schade toegebracht aan het vertrouwen in de juistheid van de informatie in de openbare registers van de kamer van Koophandel en de inhoud van notariële aktes.
In strafmatigende zin betrekt de rechtbank bij de bepaling van de strafmaat dat het om relatief oudere feiten gaat.
De rechtbank is op grond van de ernst van de feiten, in samenhang met de hiervoor
weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een werkstraf en -ter voorkoming van recidive en om de ernst van de feiten te benadrukken- een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd dienen te worden.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een taakstraf, bestaande uit het verrichten van 150 uren onbetaalde arbeid.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 75 dagen zal worden toegepast.

Een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.

Bepaalt, dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter,
mrs. O.J. Bosker en M.A.A. van Capelle, rechters,
bijgestaan door J. Hoogeveen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 juni 2015.

Voetnoten

1.op pagina 113ev van het proces-verbaal van politie Noord-Nederland, BVO-nummer: 03DRF12002 (het PV)
2.op pagina. 465 [aangever] 1 Documentenmap
3.op pagina 41ev van het PV
4.op pagina 53ev van het PV
5.op pagina 64ev van het PV
6.op pagina 83ev van het PV
7.op pagina 104ev van het PV
8.op pagina 467 [aangever] 2 documentenmap
9.Op pagina 469
10.Op pagina 472
11.Op pagina. 357 KvK 1 documentenmap
12.Op pagina 365 KvK 3 documentenmap
13.Op pagina 372
14.Op pagina 380 KvK 6 documentenmap
15.Op pagina 428 ev Belasting 2
16.Op pagina 236
17.Op pagina 342
18.Op pagina 245
19.op pagina 98 van het PV