Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 17 juni 2015
[verzoekster],
[verweerder],
Procesverloop
Vaststaande feiten
De beoordeling
€ 1.589,-- netto per maand. Volgens de man is deze behoefte echter verwaterd, doordat partijen al sinds 2011 uit elkaar zijn en de vrouw zich sindsdien zonder financiële bijstand van de zijde van de man heeft weten te redden. De man is dan ook van mening dat de behoefte van de vrouw thans op een lager bedrag moet worden vastgesteld.
(€ 51.747,60 minus € 3.075,91 =) afgerond € 48.672,--. Uit de aangehechte berekening blijkt dat dit inkomen correspondeert met een netto inkomen van € 2.767,-- per maand. Daarop dienen de kosten voor [C] in mindering te worden gebracht. Tussen partijen is niet in geschil dat deze kosten € 430,-- per maand bedroegen. Derhalve resteert een bedrag van
(€ 2.767,-- minus € 430,-- =) € 2.337,-- per maand. Aan de hand van de "hofnorm" stelt de rechtbank de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw vast op 60% x € 2.337,-- =
€ 1.402,-- netto per maand in 2010. Door indexering bedraagt deze behoefte in 2014
€ 1.470,-- netto per maand.
Beslissing
fn: 642)