Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De feiten
2.De vordering
€ 629,04
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J. van der Molen, vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 4.831,88 van gedaagde, die door VvAA Schadeverzekeringen N.V. is vertegenwoordigd door mr. M. van Gool. De procedure is gestart met een dagvaarding op 3 november 2014, en de zitting vond plaats op 16 juni 2015. Eiser stelt dat gedaagde, een huisarts, tekort is geschoten in zijn zorgplicht, wat heeft geleid tot schade die door een onafhankelijke deskundige is vastgesteld op € 45.531,20. Eiser heeft eerder al € 20.000,00 aan buitengerechtelijke kosten vergoed gekregen, maar vordert nu het resterende bedrag. Gedaagde betwist de hoogte van de gevorderde kosten en stelt dat de verhouding tussen de schade en de buitengerechtelijke kosten niet redelijk is. De kantonrechter overweegt dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten van 55% van het schadebedrag niet gerechtvaardigd zijn, gezien de jurisprudentie en de PIV-staffel. De vordering wordt afgewezen, en eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.