In deze zaak, die op 15 juli 2015 door de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar moeder, een kort geding aangespannen tegen Stichting Maeykehiem. Eiseres, die meervoudig gehandicapt is en in een woongroep van Maeykehiem verblijft, vorderde dat Maeykehiem zou worden veroordeeld tot nakoming van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst, zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan. Eiseres stelde dat Maeykehiem niet voldeed aan de zorgovereenkomst door bepaalde activiteiten, zoals zwemmen en huifbedrijden, niet uit te voeren, wat zou leiden tot een verslechtering van haar gezondheid.
De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 8 juli 2015. Eiseres voerde aan dat de activiteiten niet plaatsvonden en dat dit haar lichamelijke en psychische toestand negatief beïnvloedde. Maeykehiem voerde echter verweer en stelde dat de activiteiten wel degelijk werden uitgevoerd, maar dat er soms van het programma moest worden afgeweken vanwege omstandigheden. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat Maeykehiem tekortschiet in de nakoming van de zorgovereenkomst.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat Maeykehiem niet voldeed aan de zorgovereenkomst en dat de activiteiten die niet plaatsvonden, niet direct leidden tot een verslechtering van de gezondheid van eiseres. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.