Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis van 7 januari 2015,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 12 februari 2015,
- het proces-verbaal van tegengetuigenverhoor van 7 april 2015,
- de conclusies na getuigenverhoor.
2.De procedure in de vrijwaringszaak
3.De verdere beoordeling
in de hoofdzaak
Als daarentegen uitgegaan wordt van de juistheid van de stelling van AGEV dat zij – bij of voorafgaand aan de koop – heeft laten weten dat zij – in het geheel – niet kon instaan voor de hechting van de verf bij dit gebruik, kan in beginsel niet worden aangenomen dat het bijzonder gebruik bij de overeenkomst is voorzien. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 7 januari 2015 daaraan toegevoegd dat hoe de beperking van de garantie moet worden begrepen, afhangt van alle omstandigheden. Hoe sterker AGEV heeft geadviseerd Nelfadur toe te passen, hoe minder betekenis toekomt aan de beperking van de garantie.
“Dit product moet je gebruiken. Het zit zo vast als een huis.”Vervolgens heeft [werknemer Balink] (onder meer) het volgende verklaard:
” [werknemer AGEV] zei mij dat hij voor de zekerheid een test zou laten doen met betrekking tot de hechting van dit product. (…) AGEV heeft de test laten uitvoeren. Ik had glasmonsters bij mij en die heb ik daar achtergelaten. AGEV heeft vervolgens op deze glasmonsters de hechtingtest laten uitvoeren. Ik heb de resultaten van de hechtingtest eerst telefonisch meegedeeld gekregen door de heer [werknemer AGEV] . Begin september heeft Nelf de resultaten per mail aan mij en AGEV gestuurd. Pas op dat moment begreep ik dat Nelf degene was die de hechtingtest heeft uitgevoerd. (…) Hij vertelde mij dat AGEV zelf ook ervaring had met dit product voor het verven van glas. [werknemer AGEV] heeft mij gezegd dat hij op langere termijn geen garantie op het product kon geven, omdat het product in de basis geschikt is voor toepassing op metaal en niet op glas. Er waren op dat moment ook geen ervaringen met de hechting van dit product op glas op langer termijn. Met langer termijn bedoel ik tien jaar. Dit heb ik niet expliciet met [werknemer AGEV] besproken. Er is niet gesproken over een termijn gedurende welke de verf mee zou gaan. (…) [werknemer AGEV] heeft mij gezegd dat hij geen garantie kon geven op de toepassing van dit product op glas.”
“wat daarvoor af en toe gebruikt wordt”.[werknemer AGEV] heeft verder verklaard:
“ [werknemer Balink] heeft later een monster van het glas gebracht. Hij had op het paneel een monster aangebracht van Nelfadur. (…). [werknemer Balink] heeft het proefpaneel volgens mij naar AGEV gebracht. Ik weet niet hoe de hechtingsproef precies is gegaan. Dit is via de vertegenwoordiger van Nelf en [werknemer Balink] gegaan. Ik heb van de vertegenwoordiger van Nelf gehoord dat de hechtingsproef goed is verlopen. Ik weet niet meer hoe ik dit gehoord heb. Ik heb naar aanleiding van de testresultaten geen contact met [werknemer Balink] gehad. (…) Wat betreft de garantie heb ik duidelijk verteld dat het verf is voor toepassing op metaal en niet op glas. Er was garantie tot aan de drempel. Verder was er geen garantie door AGEV en ook niet vanuit de fabriek. Dit heb ik mondeling met [werknemer Balink] besproken. U houdt mij productie 4 bij de dagvaarding voor, dat betreft een email van [werknemer Balink] aan AGEV. Ik ken deze email niet en heb niet met [werknemer Balink] over een garantie op korte of lange termijn gesproken. Er werd geen garantie op het product gegeven. De hechtingsproef kwam ter sprake en we hebben samen besloten dit te laten uitvoeren. Ik weet niet wie er contact heeft opgenomen met Nelf voor de uitvoering van de hechtingsproef. (…) Het klopt dat de hechtingsproef op zich een formaliteit was. De verf zat op dat moment goed vast. We hebben geen verwachtingen uitgesproken over de hechtingstest. (…) We hebben de hechtingsproef uitgevoerd om te testen of de verf vast zou zitten en om de glansgraad te testen. (…) Ik heb geen contact gehad met de vertegenwoordiger van Nelf over de specifieke vraagstelling van de hechtingsproef. In zijn algemeenheid gaat dat ook tussen de klant en de vertegenwoordiger zelf. (…) Ik heb direct in het begin, al voor de hechtingsproef, duidelijk gezegd dat er geen garantie zat op de verf.”
“op langere termijn” geen garantie kon geven. Dat de uitsluiting van de garantie alleen op de langere termijn sloeg, wordt niet ondersteund door de verklaring van [werknemer AGEV] , zodat de rechtbank op dit punt niet van de juistheid van de verklaring van [werknemer Balink] kan uitgaan. [werknemer AGEV] heeft verklaard dat de garantie tot de drempel was. Daar komt nog bij dat geheel niet duidelijk is wat onder
“op langere termijn”zou moeten worden verstaan. Dat hieronder een termijn van 10 jaar zou moeten worden verstaan, is een uitsluitend een perceptie van [werknemer Balink] , die niet met [werknemer AGEV] is besproken. [werknemer AGEV] heeft vrij expliciet als getuige verklaard dat met [werknemer Balink] mondeling is besproken dat de verf is bedoeld voor toepassing op metaal en niet op glas, en dat er geen garantie was door AGEV en ook niet vanuit de fabriek en dat hij dat direct in het begin, al voor de hechtingsproef, duidelijk heeft gezegd. De rechtbank gaat uit van de juistheid van deze verklaring.
nietwas voorzien. Ook ervan uitgaande dat [werknemer AGEV] , althans een medewerker van AGEV, op de hoogte was dat Balink de verf zou toepassen op glas aan de buitenzijde van de gevel, dat onder invloed stond van weer en wind, kan niet aangenomen worden het dat bijzonder gebruik bij de overeenkomst was voorzien, in die zin dat partijen het bijzondere gebruik impliciet of expliciet zijn overeengekomen (zie rechtsoverweging 6.2. van het tussenvonnis van 7 januari 2015). Het bijzonder gebruik was in dat geval bij AGEV wel bekend, maar blijkens de uitsluiting van de garantie niet overeengekomen.
4.023,00(4,5 punten × tarief € 894,00)
1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)