Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 300,00(2 punten x tarief € 150,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 8 september 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen [A] en [B] over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van de woonruimte. [A], de verhuurder, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst met [B], de huurder, op grond van herhaaldelijke betalingsachterstanden. De huurovereenkomst was op 1 december 2004 ingegaan en de huurprijs bedroeg € 597,80 per maand. [A] stelde dat [B] vanaf het begin van de huurovereenkomst in gebreke was met de huurbetalingen, met een betalingsachterstand die opliep tot meer dan drie maanden. Ondanks herhaalde verzoeken om tijdige betaling, bleef [B] in gebreke, wat leidde tot de vordering van [A] om de huurovereenkomst te ontbinden en [B] te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [B] inderdaad herhaaldelijk en structureel in gebreke is gebleven met de huurbetalingen. De rechter oordeelde dat de betalingsachterstanden zo ernstig waren dat dit de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter wees de vordering van [A] toe en ontbond de huurovereenkomst, waarbij [B] werd veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis de woonruimte te ontruimen. Tevens werd [B] veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de contractuele vertragingsrente. De kantonrechter oordeelde dat de redenen die [B] aanvoerde voor zijn betalingsgedrag niet voldoende waren om de ontbinding te voorkomen. De vordering in reconventie van [B] werd afgewezen, omdat de ontbinding van de huurovereenkomst al was uitgesproken.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders om tijdig aan hun betalingsverplichtingen te voldoen en de gevolgen van wanbetaling, zoals ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte. De rechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van [A] toegewezen, waarbij [B] als grotendeels in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.