Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
gedurende lange(re) tijd af te sluiten;
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de raadsman van verdachte
De voorvragen
Vrijspraak van de tenlastegelegde moord en poging tot moord
Bewijsmiddelen
Bijzondere bewijsmotivering ten aanzien van het eerste feit
Hetgeen de rechtbank bewezen acht
Kwalificaties
Strafbaarheid
Strafmotivering
Motivering maatregel van terbeschikkingstelling
De vorderingen van de benadeelde partijen
Schadevergoedingsmaatregel
Schadevergoedingsmaatregel
Toepassing van wetsartikelen
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van zes jaren.
ter beschikking zal worden gesteld en van overheidswege zal worden verpleegd.
[slachtoffer 2]niet ontvankelijk is in de vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
[slachtoffer 2]een bedrag van
€ 5.000,--te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door
één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
[slachtoffer 3]niet ontvankelijk is in de vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
[slachtoffer 4]van de som van
€ 615,50,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van het schadeveroorzakende feit.
[slachtoffer 4]een bedrag van
€ 615,50te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door
één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.